Lijst van vragen en antwoorden, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 36470-V-2)
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D26249, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-05 11:53, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: A.W. Westerhoff, griffier
- Aanbiedingsbrief
- Beslisnota bij Beantwoording vragen commissie, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 36470-V-2)
Onderdeel van zaak 2025Z11423:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-06-19 17:15: Extra procedurevergadering commissie BuZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36740-V-2 Rapport van de Algemene Rekenkamer: Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (vragen aan de minister)
nr. Lijst van vragen en antwoorden
Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn)
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Buitenlandse Zaken over het Rapport van de Algemene Rekenkamer: Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (vragen aan de minister) (36740-V-2, nr. 1).
De daarop door de minister gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
Voorzitter van de commissie,
Klaver
Griffier van de commissie,
Westerhoff
Nr | Vraag | Blz. (van) | t/m |
1 | Hoe kijkt u naar de kritiek van de Algemene Rekenkamer op de financiën in het licht van de benodigde bezuinigingen? Denkt u dat de verbetering van eigen financiën ook een rol kan spelen binnen de bezuinigingen? Antwoord Als minister van Buitenlandse Zaken heb ik een verbeterplan aan de Algemene Rekenkamer aangeboden om de inrichting van de financiële administratie te verbeteren. De taakstelling van het Rijk raakt ook het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hierdoor zal het ministerie verandering ondergaan, inclusief de financiële functie. Hier is in het verbeterplan rekening mee gehouden. Indien de taakstelling de uitvoering van het verbeterplan bedreigt, beziet Buitenlandse Zaken welke maatregelen getroffen kunnen worden om de doelstelling van het verbeterplan te realiseren. |
4 | |
2 | Kunt u toelichten welke maatregelen specifiek worden genomen om te voorkomen dat Nederland het resterende bedrag van € 2,9 miljard uit het Herstel- en Veerkrachtplan misloopt, nu duidelijk is dat een aantal doelstellingen vertraging heeft opgelopen? Antwoord Om bestaande risico’s te mitigeren, heeft het kabinet onlangs een wijzigingsverzoek voor het HVP ingediend bij de Europese Commissie. Met dit wijzigingsverzoek is een aantal mijlpalen en doelstellingen gewijzigd naar een beter alternatief, of zijn de deadline of andere vereisten ervan aangepast op basis van objectieve omstandigheden, zoals in de verordening omschreven (artikel 21). Met dit wijzigingsverzoek heeft het kabinet de nog resterende risico’s voor aanstaande betaalverzoeken gemitigeerd. Na dit laatste wijzigingsverzoek is het nieuwe Raaduitvoeringsbesluit in werking getreden dat op 26 mei met uw Kamer is gedeeld in de Kamerbrief met het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 12 en 13 mei.1 |
4 | |
3 | Hoe groot acht u de kans dat Nederland de resterende € 2,9 miljard uit het Herstel- en Veerkrachtplan zal mislopen? Antwoord Het kabinet wil het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) implementeren en daarmee de volledige gealloceerde 5,4 miljard euro aan Europese middelen ontvangen. Het tijdig behalen van een aantal mijlpalen is nog conditioneel aan het tijdig afronden van wetgevingstrajecten. Het gaat hier onder meer om de Wet Versterking regie op volkshuisvesting, de Energiewet, de Wet Verduidelijking beoordelingsarbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (BAZ). Om het derde betaalverzoek succesvol te kunnen afronden, wil ik benadrukken dat het van belang is dat de Wet Versterking regie op volkshuisvesting, de Energiewet en de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) zo snel mogelijk door de Kamer worden behandeld en in werking kunnen treden. |
4 | |
4 | Zijn er andere lidstaten die eveneens moeite hebben met het behalen van de afgesproken mijlpalen en doelstellingen in het kader van het Herstel- en Veerkrachtplan? Hoe beoordeelt de Europese Commissie doorgaans verzoeken tot herziening van deze mijlpalen, bijvoorbeeld in het licht van vertraging of wijzigende omstandigheden? Antwoord Meerdere lidstaten hebben vertraging opgelopen in de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen. Zoals de Europese Rekenkamer2 heeft aangegeven verschillen de redenen voor de vertragingen per lidstaat. De meest voorkomende redenen zijn volgens de ERK onder andere veranderingen in externe omstandigheden, bijvoorbeeld inflatie of verstoringen in de toeleveringsketens, onderschatting van de tijd die nodig is om de maatregelen uit te voeren, onzekerheid over specifieke uitvoeringsregels van de RRF en uitdagingen in verband met de administratieve capaciteit van lidstaten. Binnen de HVF-verordening bestaat met artikel 21 de mogelijkheid een HVP te wijzigen indien deze op grond van objectieve omstandigheden deels of in zijn geheel niet langer te verwezenlijken is. Veel voorkomende redenen voor een aanpassing van een HVP op basis van artikel 21 zijn: (i) het bestaan van een beter alternatief, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregel onveranderd blijft; (ii) het bestaan van een alternatief, waarbij de administratieve lasten lager liggen; en (iii) maatregelen zijn (gedeeltelijk) niet langer haalbaar door objectieve omstandigheden, zoals vertragingen en inflatie. Voor een uitgebreide toelichting op deze grondslag voor wijziging verwijs ik u naar het verslag van de Eurogroep- en Ecofinraad van juni 2024.3 Een lidstaat kan een voorstel voor een gewijzigd HVP indienen bij de Europese Commissie. Het is vervolgens aan de Commissie om te beoordelen of de door de lidstaat aangevoerde redenen op basis van de HVF verordening een wijziging van het HVP rechtvaardigen. Indien het oordeel positief is, zal de Commissie aan de Raad voorstellen om het uitvoeringsbesluit met de goedkeuring van het plan te wijzigen, die hier met gekwalificeerde meerderheid over besluit. |
4 | |
5 | Waarom zijn de verwachte baten uit het Herstel- en Veerkrachtplan volledig opgenomen in de begroting, terwijl bekend is dat vertraging en onzekerheden de kans op volledige uitbetaling verkleinen? Antwoord Het kabinet wil het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) implementeren en daarmee de volledige gealloceerde EUR 5,4 miljard aan Europese middelen ontvangen. Om bestaande risico’s te mitigeren, heeft het kabinet onlangs een wijzigingsverzoek voor het HVP ingediend. Met dit wijzigingsverzoek zijn een aantal mijlpalen en doelstellingen gewijzigd naar een beter alternatief, of zijn de deadline of andere vereisten ervan aangepast op basis van objectieve omstandigheden, zoals omschreven in de verordening (artikel 21). Met dit wijzigingsverzoek heeft het kabinet de nog resterende risico’s voor aanstaande betaalverzoeken gemitigeerd. Het tijdig behalen van een aantal resterende mijlpalen is nog conditioneel aan het tijdig afronden van wetgevingstrajecten. Het gaat hier onder meer om de Wet Versterking regie op volkshuisvesting, de Energiewet, de Wet Verduidelijking beoordelingsarbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (BAZ). Om het derde betaalverzoek succesvol te kunnen afronden, wil ik benadrukken dat het van belang is dat de Wet Versterking regie op volkshuisvesting, de Energiewet en de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) zo snel mogelijk door de Kamer worden behandeld en in werking treden. Aangezien het in beginsel haalbaar is om de wetgevingstrajecten tijdig af te ronden gaat het kabinet ervan uit dat alle betaalverzoeken succesvol kunnen worden ingediend en dat de resterende middelen in 2026 worden uitbetaald. Daarom is het volledige bedrag opgenomen in de begroting. Over de bovengenoemde risico’s wordt de Kamer doorlopend geïnformeerd. |
4 | |
6 | Waarom zijn de risico’s op het mislopen van de resterende € 2,9 miljard niet expliciet zichtbaar gemaakt in de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken, ondanks signalen van de Algemene Rekenkamer over onvoldoende risicobeheersing? Antwoord Het kabinet wil het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) implementeren en daarmee de volledige gealloceerde EUR 5,4 miljard aan Europese middelen ontvangen. Om bestaande risico’s te mitigeren, heeft het kabinet onlangs een wijzigingsverzoek voor het HVP ingediend. Met dit wijzigingsverzoek zijn een aantal mijlpalen en doelstellingen gewijzigd naar een beter alternatief, of zijn de deadline of andere vereisten ervan aangepast op basis van objectieve omstandigheden, zoals omschreven in de verordening (artikel 21). Met dit wijzigingsverzoek heeft het kabinet de nog resterende risico’s voor aanstaande betaalverzoeken gemitigeerd. Het tijdig behalen van een aantal resterende mijlpalen is nog conditioneel aan het tijdig afronden van wetgevingstrajecten. Het gaat hier onder meer om de Wet Versterking regie op volkshuisvesting, de Energiewet, de Wet Verduidelijking beoordelingsarbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (BAZ). Om het derde betaalverzoek succesvol te kunnen afronden, wil ik benadrukken dat het van belang is dat de Wet Versterking regie op volkshuisvesting, de Energiewet en de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) zo snel mogelijk door de Kamer worden behandeld en in werking treden. Aangezien het in beginsel haalbaar is om de wetgevingstrajecten tijdig af te ronden gaat het kabinet ervan uit dat alle betaalverzoeken succesvol kunnen worden ingediend en dat de resterende middelen in 2026 worden uitbetaald. Daarom is het volledige bedrag opgenomen in de begroting. Over de bovengenoemde risico’s wordt de Kamer doorlopend geïnformeerd. |
4 | |
7 | Hoe beoordeelt u de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de drie resterende betaalverzoeken uit het Herstel- en Veerkrachtplan? Antwoord Ten eerste wordt door de Algemene Rekenkamer aanbevolen om in een zo vroeg mogelijk stadium in kaart te brengen welke maatregelen haalbaar zijn, en tijdig wijzigingsverzoeken voor te bereiden. Deze aanbeveling sluit aan bij de werkwijze van het kabinet. Elk halfjaar informeert het kabinet uw Kamer over de voortgang van de mijlpalen en doelstelling uit het Herstel- en Veerkachtplan; de laatste halfjaarlijkse rapportage is op 17 april 2025 naar uw Kamer gestuurd.4 Indien nodig, wordt een wijzigingsverzoek ingediend, zoals voor het laatst is gebeurd in het voorjaar van 2025. Na dit laatste wijzigingsverzoek is het nieuwe Raaduitvoeringsbesluit in werking getreden dat op 26 mei met uw Kamer is gedeeld in de Kamerbrief met het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 12 en 13 mei.5 Daarnaast wordt geadviseerd om voor het vierde en vijfde betaalverzoek na te denken over een alternatieve invulling, ruim voor de deadline van augustus 2026, om verdere financiële risico’s te beperken. Het kabinet wil het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan implementeren en daarmee de volledige gealloceerde EUR 5,4 miljard aan Europese middelen ontvangen. Mijlpalen en doelstellingen waarvoor bij het opstellen van de halfjaarlijkse rapportage van 17 april 2025 tijdige inwerkingtreding niet meer haalbaar leek, zijn meegenomen in het wijzigingsverzoek dat heeft geleid tot het nieuwe Raaduitvoeringsbesluit dat op 26 mei met uw Kamer is gedeeld in de Kamerbrief met het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 12 en 13 mei.6 Hiermee zijn de risico’s gemitigeerd. |
4 | |
8 | Gaat u het verbeterplan voor het financieel beheer met de Tweede Kamer delen? Antwoord Doordat de Algemene Rekenkamer haar bezwaar heeft opgeheven, is er geen externe versie van het verbeterplan opgesteld om met de Tweede Kamer te delen. Het verbeterplan bevat concrete en controleerbare verbetermaatregelen en mijlpalen. De stuurgroep die is ingesteld voor de uitvoering van het verbeterplan heeft periodiek overleg met de Algemene Rekenkamer om de voortgang van het verbetertraject te bespreken. |
5 | |
9 | Bent u van plan om het systeem SAP-BZ aan te passen of te vervangen, aangezien er problemen lijken te zijn ontstaan bij de registratie van verplichtingen en overschotten door de overstap op deze eigen financiële administratie? Antwoord Het ministerie beziet verschillende opties om informatie over de mutaties op verplichtingen en voorschotten rechtstreeks uit de basisadministratie SAP-BZ te kunnen leveren, zonder tussenkomst van een ander, ondersteunend systeem. Deze opties vergen een aanpassing van een onderdeel van het systeem SAP-BZ. |
37 | |
10 | Hoe wilt u inzetten op verbetering van het financiële beheer bij het ministerie van Buitenlandse Zaken? Antwoord Als minister van Buitenlandse Zaken heb ik een verbeterplan aan de Algemene Rekenkamer aangeboden om de inrichting van de financiële administratie te verbeteren. De concrete en controleerbare maatregelen in het verbeterplan geven de Algemene Rekenkamer voldoende vertrouwen waardoor de Algemene Rekenkamer op 7 mei het bezwaar heeft opgeheven. Onderdeel van het plan zijn onder andere enkele verbeteringen in de financiële systemen, in de kaders voor regelingen onder mandaat en in de tijdigheid van jaarcijfers. Veel zal in 2025 worden gerealiseerd, maar niet alle structurele maatregelen zijn in 2025 al volledig te implementeren, omdat een deel van de maatregelen afhankelijk is van externe factoren, zoals de beschikbaarheid van externe dienstverleners voor aanpassingen in de IT-voorzieningen. Maatregelen op de korte termijn zorgen evenwel ook in dat geval dat Buitenlandse Zaken in 2026 tijdig de jaarverslagen 2025 in overeenstemming met de wettelijke vereisten kan opleveren. In het plan is aangegeven hoe de voortgang wordt bewaakt en welke mijlpalen worden gehanteerd. |
57 |
Kamerbrief verslag Eurogroep en Ecofinraad 12 en 13 mei 2025 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
https://www.eca.europa.eu/ECAPublications/SR-2024-13/SR-2024-13_NL.pdf↩︎
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2024D27551&did=2024D27551↩︎
Kamerstuk II 21 501-07, nr. 2107↩︎
Kamerbrief verslag Eurogroep en Ecofinraad 12 en 13 mei 2025, Kamerstuk 21501-07-2117↩︎
Kamerbrief verslag Eurogroep en Ecofinraad 12 en 13 mei 2025, Kamerstuk 21501-07-2117↩︎