[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D26273, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-05 13:56, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36725 III-3 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2025Z08062:

Onderdeel van zaak 2025Z11433:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 725 III Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 juni 2025

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 22 mei 2025 voorgelegd aan de minister-president, minister van Algemene Zaken. Bij brief van 5 juni 2025 zijn ze door de minister van minister-president, minister van Algemene Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

De Vree

De griffier van de commissie,

Honsbeek

Vragen en antwoorden

Vraag 1
Kunt u per ministerie aangeven hoeveel fte beschikbaar is in het kader van diversiteit en inclusiebeleid?

Antwoord op vraag 1
In de jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (Kamerstukken II 2024-2025, 31490, nr. 365) die jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Kamer wordt gezonden is ook informatie opgenomen over diversiteit en inclusie als onderdeel van het strategische personeelsbeleid. Voor totaaloverzichten verwijs ik naar het beleidsverantwoordelijke ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voor het ministerie van Algemene Zaken geldt dat ongeveer 0,2 fte is belegd bij één medewerker (s.12) en enkele medewerkers besteden een aantal uren per jaar tijd aan het onderwerp, afhankelijk van de vraag.

Vraag 2
Kunt u aangeven in welke schaal medewerkers zijn ingeschaald die zich bezighouden met diversiteit en inclusiebeleid?

Antwoord op vraag 2

Voor het ministerie van Algemene Zaken geldt dat ongeveer 0,2 fte is belegd bij één medewerker (s.12) en enkele medewerkers besteden een aantal uren per jaar tijd aan het onderwerp, afhankelijk van de vraag.

Vraag 3
Kunt u per ministerie aangeven hoeveel ambtenaren per jaar verplichte diversiteit en inclusie cursussen hebben moeten volgen?

Antwoord op vraag 3
In de jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (Kamerstukken II 2024-2025, 31 490, nr. 365) wordt ingegaan op de trainingsinspanningen van het Rijk. Over het verplicht stellen van cursussen op het gebied van D&I binnen AZ zal nog besluitvorming plaatsvinden.

Vraag 4
Wat is de budgettaire ruimte op de begroting van het ministerie van Algemene Zaken voor het jaar 2025? Welke middelen zijn juridisch verplicht, welke zijn bestuurlijk gebonden, welke zijn beleidsmatig belegd en hoeveel middelen zijn nog vrij te besteden? Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in 2025 en hoeveel bedragen naar verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren?

Antwoord op vraag 4
De extra middelen die voortvloeien uit deze suppletoire begroting worden volledig ingezet voor ICT, o.a. AZ-Next, en de inrichting van tijdelijke huisvesting. Deze middelen zijn juridisch verplicht. In 2024 was er bij het ministerie van Algemene Zaken geen sprake van onderuitputting, en ook voor 2025 wordt dit niet verwacht. Er wordt vooralsnog ook geen kasschuif van 2025 naar latere begrotingsjaren voorzien.

Vraag 5
Kan nader uitgelegd worden op welke manier de budgettaire taakstelling van 22 procent in de ontwerpbegroting van 2025 is verwerkt?

Antwoord op vraag 5
De budgettaire taakstelling van 22 procent is in de begroting 2025 van het ministerie van Algemene Zaken volledig geboekt op artikelonderdeel apparaatsuitgaven. Bij deze suppletoire begroting is de taakstelling intern verwerkt tussen de diensten binnen het artikelonderdeel apparaatsuitgaven en naar overige artikelonderdelen van de diensten binnen artikel 1.

Vraag 6
De taakstelling van de CTIVD wordt voor 2026 teruggedraaid. Wat wordt hiermee bedoeld?

Antwoord op vraag 6
In de begroting 2025 van het ministerie van Algemene Zaken werd de CTIVD niet uitgezonderd van de budgettaire apparaatstaakstelling. Na aanneming van amendement-Van Nispen en Six Dijkstra (Kamerstukken II 2024-2025, 36600 III, nr. 5), is deze taakstelling voor de CTIVD voor 2025 teruggedraaid. Op 26 november 2024 heb ik uw Kamer per brief (Kamerstukken II 2024-2025, 36600 III, nr. 10) laten weten dat de financiële taakstelling 2026 voor de CTIVD ook wordt teruggedraaid en naar evenredigheid zal worden gedekt vanuit de begrotingen van de ministeries van AZ, BZK en DEF. Bij deze suppletoire begroting is besloten om een deel van de terugdraaiing voor het jaar 2026 alvast mee te nemen (€150 duizend). Het resterende deel volgt in de begroting 2026.