Visitatie Rijksmusea 2021-2024 en actualisatie visitatiekader
Nieuwe visie cultuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D26331, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-06 08:07, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Visitatierapport 2021-2024 Mauritshuis
- Visitatierapport 2021-2024 Wereldmuseum
- Visitatierapport 2021-2024 Rijksmuseum Amsterdam
- Visitatierapport 2021-2024 Van Gogh Museum
- Visitatierapport 2021-2024 Rijksmuseum Boerhaave
- visitatierapport 2021-2024 Het Nieuwe Instituut
- Visitatierapport 2021-2024 Rijksmuseum Muiderslot
- Visitatierapport 2021-2024 Literatuurmuseum
- Visitatierapport 2021-2024 Het Scheepvaartmuseum Amsterdam
- Visitatierapport 2021-2024 Nationaal Glasmuseum
- Visitatierapport 2021-2024 Museum Huis Doorn
- Visitatierapport 2021-2024 Haags Historisch Museum De Gevangenpoort
- Visitatierapport 2021-2024 Paleis het Loo
- Visitatierapport 2021-2024 Rijksmuseum Twenthe
- Visitatierapport 2021-2024 Slot Loevestein
- Visitatierapport 2021-2024 Teylers Museum
- Visitatierapport 2021-2024 Nederlands Openluchtmuseum
- Visitatierapport 2021-2024 KröllerMüller Museum
- Visitatierapport 2021-2024 Eye Filmmuseum
- Visitatierapport 2021-2024 Joods Museum
- Visitatierapport 2021-2024 Huis van het boek
- Visitatierapport 2021-2024 Keramiekmuseum Princessehof
- Visitatierapport 2021-2024 RKD - Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
- Visitatierapport 2021-2024 Museum Catharijneconvent
- Visitatierapport 2021-2024 Rijksmuseum van Oudheden
- Visitatierapport 2021-2024 Naturalis
- Beslisnota bij Visitatie Rijksmusea 2021-2024 en actualisatie visitatiekader
- Visitatierapport 2021-2024 Nederlands Fotomuseum
Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -545 Nieuwe visie cultuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z11462:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 5 juni 2025 |
---|---|
Betreft | Visitatie Rijksmusea 2021-2024 en actualisatie visitatiekader |
Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl |
Onze referentie 52319830 |
Bijlagen |
Visitatieschema rijksmusea 2021-2024 27 visitatierapporten rijksmusea |
Met deze brief deel ik de visitatierapporten van de rijksmusea over de periode 2021–2024 met uw Kamer. In deze brief licht ik de opzet en uitkomsten van het visitatieproces toe. De rapporten geven een positief beeld van de musea, met bijzondere waardering voor hun maatschappelijke rol.
Aanleiding visitatie Rijksmusea
In de uitgangspunten van het cultuurbeleid 2021–2024 (Kamerstuk 32820, nr. 290) is aangekondigd dat de publieksactiviteiten van rijksmusea in de Erfgoedwet niet langer via de basisinfrastructuur worden gefinancierd. De hoogte van de subsidie voor publieksactiviteiten is met ingang van 2021 voor onbepaalde tijd vastgelegd in de Regeling beheer rijkscollecties en subsidiëring museale instellingen (Rbr). Daarnaast is de visitatieplicht ingevoerd. Eens per vier jaar beoordeelt een onafhankelijke commissie de wijze waarop rijksmusea in de Erfgoedwet hun taken en publieksactiviteiten verrichten. De rijksgesubsideerde musea zijn gevraagd om de visitatie vorm te geven. Het ‘Visitatiekader Rijksgesubsideerde musea’ (hierna: visitatiekader) van de Museumvereniging is, na advisering van de Raad voor Cultuur hierover, op 29 oktober 2020 vastgesteld.1
De periode 2021–2024 is in het visitatiekader aangemerkt als een pilotfase. Inmiddels heeft een evaluatie van deze pilot plaatsgevonden, uitgevoerd door de Museumvereniging. Ik constateer dat musea de visitaties als waardevol hebben ervaren en dat de visitatiecommissies bruikbare aanbevelingen hebben kunnen doen.
Het visitatieproces
De visitatie heeft als doel om op een integrale en transparante manier te beoordelen hoe een museum functioneert en hoe het invulling geeft aan zijn maatschappelijke taken. De zelfevaluatie die musea van te voren opstelden diende hierbij als basis. Deze blikt zowel terug als vooruit. De commissie bezocht het museum één dag en gebruikte de zelfevaluatie en gesprekken voor het doen van aanbevelingen aan de directie. Ik hoor van musea terug dat zij deze adviezen benutten bij het opstellen van beleidsvisies en activiteitenplannen. Het instrument draagt daarmee bij aan de kwaliteit van de rijksmusea.
Ik wil dit instrument dan ook blijven inzetten. De Museumvereniging heeft in de evaluatie van het visitatieproces een aantal aanbevelingen gedaan met betrekking tot de zelfevaluatie, de organisatie van de visitatiecommissies en de structuur van de visitatierapporten. Ik heb de Museumvereniging gevraagd het visitatiekader te actualiseren voor de cultuurplanperiode 2025-2028 en deze punten daarbij te betrekken.
Ik stel het vernieuwde kader later dit jaar vast en benoem (opnieuw) de voorzitters. Daarnaast stel ik wederom een financiële bijdrage beschikbaar om de visitatie uit te voeren in de periode 2025-2028.
Uitkomsten visitatie
De rapporten schetsen een positief beeld van professionele instellingen die door het publiek worden gewaardeerd. De musea zijn onderscheidend en de commissies erkennen dat zij met hun collectie en programmering een belangrijke maatschappelijke rol vervullen. De visitatierapporten hebben mij een goed beeld gegeven waar de musea staan. Tegelijkertijd zie ik ruimte om in de aankomende visitaties meer zicht te krijgen op de onderwerpen digitale transformatie en onderzoek. Ik heb de museumvereniging verzocht dit te verwerken in de actualisatie van het visitatiekader.
Digitale transformatie
Net als veel andere maatschappelijke organisaties maken musea een snelle digitale transformatie door. Uit de rapporten blijkt dat veel musea digitale transformatie nog beter kunnen verankeren in hun meerjarenbeleid. In veel gevallen komt de digitale strategie bijvoorbeeld gefragmenteerd over of worden er alleen projectmatig stappen gezet op het gebied van digitale transformatie. Omdat de musea sterk verschillen in omvang van collectie en personeel, bevindt niet elke instelling zich in dezelfde fase van digitale ontwikkeling. Sommige musea zetten hun capaciteit vooral in voor het wegwerken van achterstanden bij de digitalisering van de collectie. Uit de visitatierapporten blijkt nog niet of zij ook collectie-informatieplannen opstellen, waarmee wordt bijgedragen aan een heldere visie op duurzame ontsluiting van de (digitale) collectie en bijbehorende data. Ik ondersteun de erfgoedsector bij deze planvorming via het Netwerk Digitaal Erfgoed, dat praktische handvatten biedt en aan relevante kennisdeling doet via een landelijk netwerk van datawerkplaatsen. Via DEN – Kennisinstituut cultuur & digitale transformatie ondersteun ik musea daarnaast bij de ontwikkeling van een bedrijfsbrede digitale strategie, waarin bijvoorbeeld ook aandacht is voor het binden van nieuw publiek. Ik wil daarom graag dat de visitatie in de periode 2025-2028 nadrukkelijker de inspanningen van de musea beoordeelt op het gebied van digitale transformatie.
Onderzoek
Veel musea geven in de visitatie aan dat zij geen formele taak hebben op het gebied van wetenschappelijke activiteiten. Dit klopt in zoverre, dat wetenschappelijk onderzoek geen doel op zich is voor de meeste musea. Wel ligt er onderzoek ten grondslag aan de uitvoering van veel museale kerntaken. Denk bijvoorbeeld aan herkomstonderzoek, onderzoek voor restauratie en conservering, en onderzoek ten behoeve van collectiepresentaties of tijdelijke tentoonstellingen. De verantwoordelijkheid die musea hierin hebben is ook beschreven in de Museumnorm en de Ethische Code voor musea. Ik vind het belangrijk dat toekomstige visitaties ook aandacht besteden aan de rol van onderzoek binnen de kerntaken en beleidsprioriteiten van musea.
Duurzaamheid
In hun activiteitenplan 2025–2028 is musea gevraagd te reflecteren op duurzaamheid. Het gaat hier bijvoorbeeld over verduurzaming van bedrijfsprocessen en tentoonstellingen. Hoewel er geen specifieke duurzaamheidsopdracht geldt voor de sector, zetten veel musea hier al betekenisvolle stappen. Ik verzoek om deze inspanningen mee te nemen in de (zelf)evaluatie van de musea.
Ten slotte
Sommige visitatierapporten bevatten adviezen aan het ministerie van OCW over (financiële) knelpunten. Het bepalen van de hoogte van de subsidie valt echter niet onder de taken van de visitatiecommissies. Deze zijn immers vastgelegd in de Regeling beheer rijkscollecties en subsidiëring museale instellingen (Rbr). Ik breng dan ook geen wijzigingen aan in de hoogte van de subsidie.
Tot slot wil ik de musea bedanken voor hun inzet en samenwerking bij het ontwikkelen van het visitatie-instrument, en complimenteer ik hen met de overwegend positieve beoordelingen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Eppo Bruins
Bijlage 1
Visitatieschema rijksmusea 2021-2024
2022 | |
---|---|
Huis Doorn | |
Rijksmuseum Muiderslot | |
Rijksmuseum Twenthe | |
Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie | |
Nationaal Glasmuseum Leerdam | |
Rijksmuseum van Oudheden | |
Eye Filmmuseum | |
Nederlands Literatuurmuseum | |
Keramiekmuseum Het Princessehof | |
2023 | |
Kröller-Müller Museum | |
Het Nederlands Openluchtmuseum | |
Het Rijksmuseum Amsterdam | |
Museum Slot Loevestein | |
Naturalis Biodiversity Center | |
Rijksmuseum De Gevangenpoort | |
Paleis Het Loo | |
Nederlands Fotomuseum | |
2024 | |
Nationaal Museum van Wereldculturen | |
Het Nieuwe Instituut | |
Museum Catharijneconvent | |
Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam | |
Van Gogh Museum | |
Rijksmuseum Boerhaave | |
Joods Historisch Museum | |
Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis | |
Teylers Museum | |
Museum Huis van het Boek | |
2025 | |
Zuiderzeemuseum |
https://www.cultuursubsidie.nl/documenten/publicaties/2020/10/29/via-de-erfgoedwet-worden-29-instellingen-gesubsidieerd-voor-hun-wettelijke-taak-voor-het-beheer-van-de-rijkscollectie↩︎