Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde Agenda voor de Energieraad van 16 juni 2025 (Kamerstuk 21501-33-1132)
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D26377, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-05 15:41, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Thijssen, voorzitter van de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: C.M. Teske, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z10590:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-05-28 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-04 10:00: Energieraad (formeel) d.d. 16 juni 2025 (GEANNULEERD) (Commissiedebat), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-06-05 12:00: Energieraad (formeel) d.d. 16 juni 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-07-01 17:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
21501-33 Energieraad
Nr. Verslag van een schriftelijk overleg
Vastgesteld (…)
De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de minister van Klimaat en Groene Groei over de Geannoteerde Agenda voor de Energieraad van 16 juni 2025 (Kamerstuk 21501-33, nr. 1132), Appreciatie van de voorgestelde verlenging van de Europese gasopslagbepalingen en de aanbeveling van de Commissie voor komend vulseizoen (Kamerstuk 29023, nrs. 557 & 564), Fiche: Mededeling staal en metaal actieplan (Kamerstuk 22112, nr. 4044), Verslag Informele Energieraad 13 mei (Kamerstuk 21501-33, nr. 1131) en Appreciatie Publicatie REPowerEU Routekaart (Kamerstuk 22112, nr. 4074).
De vragen en opmerkingen zijn op 5 juni 2025 aan de minister van Klimaat en Groene Groei voorgelegd. Bij brief van (…) zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Thijssen
Adjunct-griffier van de commissie,
Teske
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II Antwoord / Reactie van de minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de
GroenLinks-PvdA-Fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse
kennisgenomen van de stukken voor het schriftelijk overleg over de
Energieraad van 16 juni 2025. Deze leden hebben hierover nog een aantal
vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben een aantal vragen over energieveiligheid. Er liggen concept Raadsconclusies voor waarin onder andere aandacht wordt besteed aan de versterking van de Energie-Unie, cyberveiligheid en steun aan Oekraïne vanwege de voortdurende Russische aanvallen op kritieke energie-infrastructuur. Wordt er in de concept Raadconclusies ook aandacht besteed aan het stoppen van Russische energiebronnen? Zo niet, waarom niet? Zo wel, gaat dat dan zowel over gas als ook over verrijkt uranium?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien in de REPowerEU Routekaart dat er acties zijn opgenomen over de import van Russisch uranium en ander nucleair materiaal. Landen moeten nationale plannen opstellen en daarbij specifieke doelen stellen om Russisch uranium en ander nucleair materiaal uit te faseren. Wat is hierbij de inzet van de minister? Gaat de minister ervoor pleiten dat dit zo snel en zo strikt mogelijk wordt doorgevoerd? Wat heeft het uitfaseren van Russisch uranium voor gevolgen voor Nederland en de bouw van nieuwe kerncentrales?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de Routekaart dat ook als actie een stapsgewijs verbod op Russisch gas is opgenomen. De Commissie wil een verbod voor import onder nieuwe contracten en bestaande spotcontracten per eind 2025 en een verbod op import onder bestaande langlopende contracten uiterlijk eind 2027. Waarom wordt dit laatste pas in 2027 verboden? Waarom niet ook in 2025? Kan de minister pleiten voor eerdere stop op de import van Russisch gas? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben veel vragen over het Staal en metaal actieplan. Deze leden zijn van mening dat er snellere en bindende acties nodig zijn op het gebied van productstandaarden en aanbesteding. Circulariteit en markten voor groene producten zouden een prominentere rol in het plan moeten hebben. Hoe kijkt de minister hiernaar? Welke acties neemt zij hierop, ook gegeven de aangenomen motie-Thijssen die de regering heeft verzocht om in Brussel te pleiten voor meer Europese inzet op vraagcreatie van duurzame producten (Kamerstuk 21501-30, nr. 633)? Kan de minister toelichten hoe het staat met de uitvoering van deze motie?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de minister met betrekking tot het unilateraal opleggen van productiestandaarden over het algemeen terughoudend is. Hoe is het genoemde label als verplichting in de Ecodesign-wetgeving niet een productiestandaard? Waarom is de minister terughoudend in het opnemen van productiestandaarden als dit goed is voor de strategische onafhankelijkheid, goed is om de circulariteitsdoelstelling te halen, goed is voor de concurrentiekracht van de industrie en goed is om de klimaatdoelstellingen te halen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden dat er naast publieke aanbestedingen ook meer private investeringen moeten worden gedaan om vraagcreatie aan te wakkeren. Worden er maatregelen genomen om private vraagcreatie door de gehele waardeketen op Europees niveau te stimuleren? Wordt daarbij ook gekeken naar één Europese definitie van wat als duurzaam wordt gezien (bijvoorbeeld als het gaat om ‘groen staal’)? Kan de minister hiervoor pleiten? Waarom wel of niet?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben een aantal vragen over het actieplan in relatie tot het concurrentievermogen. Hoe snel kan de interne markt voor staal en metaal binnen de Europese Unie (EU) tot stand komen? Is dit snel genoeg voor de staalindustrie om de concurrentie met onder ander China en de Verenigde Staten (VS) aan te kunnen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, welke additionele maatregelen, die dus sneller effect moeten hebben, gaat de minister nemen en voor welke additionele EU-maatregelen gaat zij voor pleiten? De minister schrijft dat het een goede onderbouwing wil zien voor de noodzaak tot gericht industriebeleid in bepaalde sectoren ten behoeve van verduurzaming en versterking van het concurrentievermogen. Gezien de hogere energieprijzen, gezien de overproductie in andere werelddelen en het dumpen van staal op de Europese markt, gezien het uitblijven van investeringen in verduurzaming van de staalsector, gezien de noodsignalen uit Rotterdam, waarom heeft de minister nog meer onderbouwing nodig? Wat mist de minister? Hoe snel verwacht de minister een goede inschatting te hebben van de concurrentiesituatie en daarmee wat de benodigde maatregelen zijn om sectoren in Nederland te laten verduurzamen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de minister zich inzet voor een geharmoniseerde aanpak gericht op een gelijk speelveld binnen Europa en op het verbeteren van het Europese speelveld ten opzichte van de rest van de wereld. Hoe waarschijnlijk vindt de minister dat het lukt om deze geharmoniseerde aanpak voor elkaar te krijgen? Is het kabinet het met deze leden eens dat er op dit moment geen geharmoniseerde aanpak is? Wat nu als het niet lukt om deze geharmoniseerde aanpak voor elkaar te krijgen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in het fiche dat er in algemene zin kan worden gesteld dat het goed is dat de Commissie de problematiek van oneerlijke concurrentie, omzeilingspraktijken door derde landen en overcapaciteit in de sector serieus neemt, maar dat bij de uitwerking wel aandacht dient te zijn voor proportionaliteit, praktische uitvoerbaarheid (regeldruk), inachtneming van Wereldhandelsorganisatie-regels, en de gevolgen en mogelijk hogere kosten voor andere sectoren. Zo kan bijvoorbeeld de voorgestelde ‘melted and poured’ regel potentieel tot extra regeldruk leiden, doordat het meer inspanning kost van bedrijven om de origine van het staal te achterhalen. Kan de minister aangeven wat volgens de minister een groter concurrentienadeel geeft ten op zicht van bedrijven buiten de EU, namelijk de oneerlijke concurrentie en omzeilingspraktijken of de extra regeldruk? Hoe verhouden deze twee factoren zich tot elkaar? Het fiche gaat over regels afspreken met elkaar om de staalindustrie concurrerend te maken. Hoe strookt dat met het streven om de regeldruk te verminderen? Kan de minister dit onderbouwen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen dat de Commissie voornemens is om Europese regelgeving rondom methaan af te zwakken. Deze leden vrezen dat de EU hierdoor meer Amerikaans liquefied natural gas (LNG) zal gaan importeren. Onderschrijft de minister dit voornemen van de Commissie en onderschrijft de minister ook deze zorg? Waarom wel of niet? Wat is de inzet hierbij in de Brussel? Is de minister voornemens tegens het afzwakken van methaanregulering te pleiten? Waarom wel of niet? Ziet de minister ook dat het afzwakken van deze regulering kan leiden tot meer energie-afhankelijkheid van landen buiten Europa? Hoe ziet de minister deze deregulering in het licht van haar eigen ambities om energie-onafhankelijk te worden?
Tot slot hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog enkele vragen over deinformatie op het gebied van klimaat en milieu. In het verslag van de Milieuraad waar dit is besproken is aangegeven dat Nederland heeft onderschreven dat de verspreiding en impact van desinformatie de afgelopen jaren is toegenomen en dat dit een serieuze bedreiging vormt voor de democratische rechtsorde. Daarnaast is conform motie-Kröger (Kamerstuk 21501-33, nr. 1117) gepleit voor het belang van het veiligstellen van klimaatwetenschap en -data. Wat is nu de opvolging van dit traject? Wanneer krijgen deze leden meer te horen over wat de EU kan en gaat doen om klimaatwetenschap en -data veilig te stellen? Wanneer kan de minister updates hierover met de Kamer delen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-Fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling
kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben daarover nog enkele
vragen.
De leden van de NSC-fractie constateren dat de import van Russische fossiele brandstoffen is vervangen door de import van Amerikaans LNG, waardoor de ene ongewenste onafhankelijkheid vervangen lijkt door de andere, en vragen de minister of zij in het kader van diversificatie kansen ziet om op termijn ook fossiele brandstoffen (en grondstoffen zoals koper, ten behoeve van het Europese stroomnet) te importeren uit Groenland of Suriname, die immers beide Nederland respectievelijk de EU uitdrukkelijk hebben uitgenodigd om hierover in onderhandeling te treden.
De leden van de NSC-fractie lezen dat er in Denemarken zogenaamde kill switches zijn gevonden in zonnepalen, laadpalen, batterijen en warmtepompen geproduceerd in China (en verkocht of te koop op de interne markt) middels welke China de apparatuur op afstand aan of uit kan zetten, en vragen of de minister de aanwezigheid van deze switches in andere lidstaten in kaart wil brengen, hoe zij uitvoering zal gaan geven aan de aangenomen Kamermotie Six Dijkstra-Postma (Kamerstuk 30821, nr. 288) om deze kill switches te weren uit consumentenapparatuur, en of zij een expliciet verbod wil bepleiten op EU-niveau.
De leden van de NSC-fractie lezen over de verwachting dat er bij de NAVO-top later deze maand wordt besloten dat NAVO lidstaten, waaronder EU lidstaten, 1,5% van hun bruto binnenlands product (bbp) aan infrastructuur en weerbaarheid zullen moeten uitgeven, en vragen de minister of zij en haar collega’s in de Energieraad van mening zijn dat een adequate elektriciteitsinfrastructuur onder “infrastructuur en weerbaarheid” valt.
De leden van de NSC-fractie lezen dat de Mijnraad naast een Europese gasvoorraad ook een afgescheiden nationale gasvoorraad aanbeveelt, en vragen hoe de minister zorg wil dragen voor zowel een Europese als een nationale gasvoorraad in Nederland, en of zij wil vaststellen om welke volumes het precies gaat en waar in Nederland deze gasopslagen moeten komen. Ook vragen deze leden de minister hoe de EU meebetaalt aan de opslag van een Europese voorraad in Nederland, en of de minister bij de Energieraad van 16 juni afspraken zal maken over de verdeling van de kosten voor een Europese gasopslag.
De leden van de NSC-fractie vragen over de verhoging van de invoerheffingen op Europees staal van 25% naar 50% hoe de Europese staalindustrie beschermd wordt tegen dumping van goedkoop, laagwaardig staal uit China, of de minister samen met de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) via de daartoe geëigende wegen een uitzondering bepleit voor hoogwaardig staal uit Europa.
Voorts vragen de leden van de NSC-fractie hoe de minister en de EU bij het inschatten van de toekomstige stroomvraag, de stroomvraag door (het toenemend gebruik van) kunstmatige intelligentie (AI) in Nederland (met en zonder de vestiging van een AI-fabriek in Nederland) en de EU inschatten, en of zij een strategie hebben opgesteld om de stroom die wordt gebruikt door datacenters te reguleren (door te zorgen voor opslagcapaciteit van wind- en zonne-energie, en regulering van de tijden waarop die opgeslagen energie wordt ingezet voor gebruik door AI/datacenters).
Tenslotte vragen de leden van de NSC-fractie de minister over de plannen voor diepzeemijnen van de VS, die in strijd zijn met internationaal recht (het VN-Zeerechtverdrag, ondertekend door Nederland) of zij de VS (met de EU en de Verenigde Naties) oproept om af te zien van diepzeemijnen, welke stappen zij neemt tegen het Nederlandse bedrijf AllSeas dat het delven van de knollen voor of haar partner The Metals Company wil uitvoeren, en welke andere stappen Nederland en/of de EU kan nemen om onrechtmatig diepzeemijnen door de VS te voorkomen.
II Antwoord / Reactie van de minister