[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2024

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D26739, datum: 2025-06-18, bijgewerkt: 2025-06-19 15:56, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36740 XVII-7 Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2024.

Onderdeel van zaak 2025Z08676:

Onderdeel van zaak 2025Z11654:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 740 XVII Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2024

Nr. 7 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 juni 2025

De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 28 mei 2025 voorgelegd aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Bij brief van 10 juni 2025 zijn ze door de minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,
Aukje de Vries

De griffier van de commissie,

Meijers

1

Zijn er programma’s die in 2024 niet of slechts gedeeltelijk tot uitvoering zijn gekomen vanwege onderschrijdingen? Welke doelstellingen zijn daardoor mogelijk niet behaald?

Antwoord

De begroting van BHO kende geen onderuitputting in 2024, zoals beschreven op pagina 29 van het BHO Jaarverslag. De inzet van middelen kan gedurende het jaar verschuiven als gevolg van beleidskeuzes, technische redenen of externe factoren. Daarover is de Kamer in de desbetreffende begrotingswet geïnformeerd. Een samenvatting van deze verklaringen vindt u terug in het Jaarverslag per beleidsartikel onder onderdeel “E. Toelichting op de instrumenten”.

2

Is het mogelijk een overzicht te geven van welke subsidies per artikelonderdeel niet zijn besteed en of deze alsnog zijn ingezet voor andere (sub)doelen?

Antwoord

Als gedurende het jaar blijkt dat er voor een subsidie minder middelen nodig zijn dan er voor dat jaar geraamd zijn, worden deze middelen bij de gebruikelijke begrotingsmomenten ergens anders ingezet. Een verschuiving van middelen wordt aldaar toegelicht.

3

Wordt bij toekomstige slotwetten voorzien in een verbeterd format waarin een directe koppeling wordt gemaakt tussen mutaties en beleidsdoelen, in lijn met het verantwoord begroten?

Antwoord

Deze Slotwet is opgesteld conform de actuele Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV). Voor de aanpassing van het format voor de begrotingsstukken verwijs ik u naar de minister van Financiën. Medio dit jaar wordt een brief naar de Kamer gestuurd over Toekomstbestendig begroten en verantwoorden, zoals aangekondigd in de Agenda voor toekomstbestendig begroten en verantwoorden van de minister van Financiën (Kamerstuknr. 33670-18 ).

4

Wat is de reden voor de forse bijstelling van de verplichtingen bij artikel 5 (Multilaterale samenwerking en overige inzet) met een mutatie van +€1,1 miljard?

Antwoord

Het vorige kabinet heeft in april 2024 besloten om de garantie aan de African Development Bank (AfDB) te verhogen met EUR 915 miljoen, de Kamer is hierover geïnformeerd middels Kamerstuk II, 2023/24, 29237 nr. 204.
Verder is gedurende 2024 het verplichtingenbudget op artikel 5 met circa EUR 150 miljoen opgehoogd voor steun aan Oekraïne via onder andere Internationale Financiële Instellingen, uitgewerkt middels bijdragen aan de Wereldbank en de EBRD. Deze mutaties zijn ook nader toegelicht in de Nota van Wijziging op de begroting 2024 en de Eerste suppletoire begroting 2024.

5

Waarom is er in de slotwet geen expliciete toelichting opgenomen bij de teruglopende ontvangsten binnen artikel 5, ondanks een wijziging van -€62 miljoen?

Antwoord

De ontvangsten vielen bij de Slotwet EUR 9,3 miljoen lager uit en zijn uitgekomen op EUR 46,5 miljoen in 2024. Dit komt zoals toegelicht in de Slotwet doordat er onder andere minder ontvangsten vanuit de NIO werden gerealiseerd.

De neerwaartse mutatie van EUR 62 miljoen die wordt benoemd, ziet op de mutaties op de uitgaven op artikel 5 zoals toegelicht bij de Suppletoire begroting september (Kamerstuk 36 625 XVII, nr. 2). Toen is het budget op artikel 5 gedaald als gevolg van een aantal overhevelingen naar andere begrotingsartikelen binnen de BHO-begroting in het kader van Oekraïne.

6

Waarom zijn de geplande uitgaven binnen de Ukraine Partnership Facility 2 (onder artikel 1) niet gerealiseerd, en wat gebeurt er met deze middelen?

Antwoord

De geplande uitgaven voor de Ukraine Partnership Facility 2 zijn in 2024 niet gerealiseerd doordat het beoordelingsproces van de aanvragen langer duurde dan verwacht. Er zijn inmiddels 10 projectvoorstellen goedgekeurd voor een bedrag van EUR 24,5 miljoen. Een deel van de middelen voor UPF2 wordt uitgegeven in 2025. Het resterende budget wordt uitgegeven in 2026 en verder. 

7

Kan worden uitgesplitst welke posten binnen de overschrijding bij de ILO/kinderarbeid (artikelonderdeel 1.1) verantwoordelijk zijn voor het verschil ten opzichte van de suppletoire begroting?

Antwoord

Op artikelonderdeel 1.1. is één post verantwoordelijk voor het verschil ten opzichte van de suppletoire begroting. Dit betreft een overschrijding van de initieel geplande kasraming voor 2024 van het ILO programma Accelerating action for the elimination of child labour in supply chains in Africa (ACCEL Africa).

8

Zijn er binnen de slotwet voor 2024 mutaties geweest in de stortingen of onttrekkingen aan de begrotingsreserves voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) en het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF)? Indien ja, om welke bedragen gaat het?

Antwoord

Voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) is per saldo in 2024 voor EUR 108,2 miljoen aan garanties en/of wisselfinancieringen verstrekt. In 2024 is de begrotingsreserve per saldo met EUR 5,3 miljoen toegenomen. Dit saldo bestaat uit een storting

van ontvangen premies en aflossingen van wisselfinancieringen ad

EUR 9,6 miljoen en een onttrekking van EUR 4,3 miljoen. De begrotingsreserve komt daarmee per 31 december 2024 op EUR 48,9 miljoen.

Voor het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) is per saldo in 2024 voor EUR 10,5 miljoen aan garanties en/of wisselfinancieringen verstrekt. In 2024 is de begrotingsreserve per saldo

met EUR 10,1 miljoen toegenomen. Dit saldo bestaat uit een storting

van ontvangen premies en aflossingen van wisselfinancieringen ad

EUR 12,2 miljoen en een onttrekking van EUR 2,1 miljoen. De stand van de

begrotingsreserve komt per 31 december 2024 op EUR 29,99 miljoen.

9

Welke beleidsmatige keuzes liggen ten grondslag aan de onderbesteding binnen artikel 1 (Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen) met €47,5 miljoen minder verplichtingen?

Antwoord

Het hoofdlijnenakkoord heeft grote gevolgen gehad voor het BHO budget. In afwachting van de definitieve beleidsmatige keuzes gold daarom in 2024 uiterste terughoudendheid in het aangaan van nieuwe verplichtingen.

10

Heeft de overschrijding van het budget van artikel 3 (Sociale vooruitgang) geleid tot structurele aanpassingen voor 2025 of latere jaren?

Antwoord

De overschrijding in 2024 heeft niet geleid tot structurele aanpassingen voor 2025 of latere jaren. De betalingen hebben in december 2024 plaatsgevonden om ruimte te creëren in 2025 voor de lopende verplichtingen en nieuw beleid.

11

In hoeverre zijn de mutaties binnen artikel 4 (Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling) het gevolg van geopolitieke ontwikkelingen, en zijn deze als incidenteel of structureel ingeboekt?

Antwoord

De mutaties die in 2024 in de suppletoire begrotingen op artikel 4 zijn doorgevoerd en de toegelichte afwijking in de decemberbrief betreffen met name het artikelonderdeel Humanitaire Hulp en houden verband met extra inzet in crises. In de betreffende begrotingen en brief zijn de crises in Soedan, Gaza en Oekraïne vermeld. Deze inzet is in 2024 incidenteel ingeboekt.

Voor de inzet van Humanitaire Hulp ontvangt de Kamer aan het begin van ieder jaar een specifieke planningsbrief.