[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D26881, datum: 2025-06-10, bijgewerkt: 2025-06-11 13:33, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36740 XV-8 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024.

Onderdeel van zaak 2025Z08684:

Onderdeel van zaak 2025Z11704:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Vragen bij slotwet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024

Vraag 1

Hoeveel miljoen euro aan verplichtingen zal naar verwachting alsnog worden aangegaan doordat de beoordelingen van aanvragen voor Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) in 2025 worden voortgezet?

Antwoord 1

De beoordeling van aanvragen uit het laatste aanvraagtijdvak voor individuele bedrijven binnen de MDIEU is doorgelopen in 2025. Dit tijdvak is ruim overvraagd, dus aanvragen worden behandeld totdat het subsidieplafond van € 100 miljoen is bereikt. Van dit tijdvak zal naar verwachting ongeveer € 70 miljoen aan verplichtingen worden aangegaan in 2025.

Vraag 2

Wat is de bestemming voor de € 24,5 miljoen op het verplichtingenbudget van de subsidie Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen (SLIM)?

Antwoord 2

De onderuitputting van € 24,5 miljoen op het verplichtingenbudget van de subsidie Stimuleringregeling LLO in MKB (SLIM) is veroorzaakt doordat er per abuis te veel verplichtingenbudget gereserveerd was voor de regeling in 2024. Dit staat los van kasuitgaven in 2024.

Vraag 3

Er is € 11,9 miljoen minder uitgegeven dan bij de Najaarsnota werd geraamd, dus kan gespecificeerd en verklaard worden waar dit verschil tussen raming en uitgaven precies vandaan komt?

Antwoord 3

Onder beleidsartikel 2 ‘Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet’ van de SZW-begroting vallen verschillende soorten uitgaven. Het totaal aan uitgaven in 2024 was € 8,5 miljard. Ten opzichte van de Najaarsnota zijn de uitgaven van artikel 2 € 11,9 miljoen lager uitgevallen. Dit komt met name doordat de uitgaven bij het opdrachtenbudget en het subsidiebudget lager zijn uitgevallen. De grootste verschillen (> € 1 miljoen) worden in dit antwoord toegelicht. Zo is er € 2,6 miljoen minder uitgegeven aan opdrachten doordat een aantal onderzoeken vertraagd zijn en enkele werkzaamheden van het CBS in 2025 worden uitgevoerd. Daarnaast was er € 1,5 miljoen aan onderuitputting bij de subsidieregeling Financiële Educatie en € 1 miljoen aan onderuitputting bij subsidies voor preventieprojecten. Ook is er € 1,4 miljoen minder uitgegeven aan het algemene subsidiebudget van artikel 2 omdat de betalingen zijn doorgeschoven van 2024 naar 2025. Verder kwamen er minder studenten in aanmerking voor de eenmalige tegemoetkoming energietoeslag studenten (TEKS) dan door DUO werd verwacht bij de Najaarsnota, waardoor de uitgaven hiervoor € 1,4 miljoen lager zijn uitgevallen. Ten slotte zijn diverse betalingen (€ 1,3 miljoen) aan het Ministerie van Financiën met betrekking tot audit- en certificeringswerkzaamheden in verband met het Europees Sociaal Fonds (ESF) doorgeschoven van 2024 naar 2025.

Vraag 4

Hoeveel IPS-trajecten zijn er tot nu toe gestart?

Antwoord 4

In 2023 zijn vanuit de gemeentelijke doelgroep 796 trajecten gestart, in 2024 918 en in 2025 tot en met april 320.

Vraag 5

Hoeveel procent van het ontschot budget hebben de dertien overige regio’s benut?

Antwoord 5

De dertien regio’s die minder dan 90% van het ontschot budget hebben benut, hebben gemiddeld 75% benut, waarbij de benutting varieert tussen de 55% en 89%. Zie Kassiersverslag 2024, als onderdeel van het Jaarverslag UWV 2024, voor een overzicht van de realisaties per regio (bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 26 448, nr. 844).

Vraag 6

Er is € 51,3 miljoen minder uitgegeven aan kinderopvang dan bij de Najaarsnota werd geraamd, dus kan gespecificeerd worden aan welke posten minder geld is uitgegeven dan geraamd? Wat is hiervoor de verklaring?

Antwoord 6

De uitgaven aan kinderopvang die op begrotingsartikel 7 worden verantwoord bestaan voor het grootste gedeelte (bij Najaarsnota 98,9%) uit kinderopvangtoeslag. De resterende 1,1% bestaat uit de posten Subsidies, Opdrachten, Bekostiging, Bijdrage aan agentschappen en Bijdrage aan medeoverheden. Een uitsplitsing is gemaakt in tabel 20 van de 2e suppletoire kinderopvang begroting SZW 2024. Uiteindelijk zijn de uitgaven aan kinderopvang in 2024 € 51,3 miljoen lager uitgekomen dan bij Najaarsnota was verwacht. Er is met name minder geld uitgegeven aan kinderopvangtoeslag (€ 48,3 miljoen minder). Zoals in de toelichting in de Slotwet 2024 is vermeld, wordt het verschil grotendeels verklaard door lagere voorschotten en minder nabetalingen. Daarnaast is er onder andere € 2,5 miljoen minder uitgegeven aan opdrachten (tot deze post behoort ook onderzoek) en € 1,1 miljoen minder aan bijdrage aan agentschappen (DUO).