[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Vermeer over het Nationaal Burgerberaad Klimaat

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D26901, datum: 2025-06-10, bijgewerkt: 2025-06-12 14:54, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2403).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z09093:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2403

Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Ministers van Klimaat en Groene Groei en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Kinderklimaattop (ingezonden 13 mei 2025).

Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 10 juni 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2372.

Vraag 1

Bent u bekend met de Kinderklimaattop die is georganiseerd door UNICEF Nederland en De Kleine Ambassade in het kader van het Nationaal Burgerberaad Klimaat?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Welke rol heeft uw ministerie gespeeld bij de totstandkoming, financiering of inhoudelijke toetsing van deze Kinderklimaattop en het daarbij gebruikte educatiemateriaal?

Antwoord 2

De onafhankelijk voorzitter van het Nationaal Burgerberaad Klimaat (hierna: burgerberaad) is verantwoordelijk voor de opdrachtverlening, de totstandkoming en de inhoudelijke toetsing van de Kinderklimaattop en het daarbij gebruikte voorbereidingsmateriaal.1 In opdracht van de voorzitter hebben UNICEF Nederland en de Kleine Ambassade de Kinderklimaattop georganiseerd.

Eén van de door de Kamer en kabinet vastgestelde randvoorwaarden2 is het vaststellen van betrokkenheid van de samenleving voor, tijdens en na het burgerberaad. Het burgerberaad wil bij het schrijven van zijn advies ook de mening van kinderen en jongeren meenemen die te jong zijn om mee te doen. Keuzes over klimaatbeleid zijn extra belangrijk voor deze doelgroep: het gaat om hún toekomst. De voorzitter heeft daarom tijdens het voortgangsoverleg een voorstel besproken om kinderen en jongeren onder de 16 te betrekken. De Kinderklimaattop is onderdeel van het burgerberaad dat wordt bekostigd uit het Klimaatfonds. Om invulling te geven aan het betrekken van de brede samenleving is vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook budget beschikbaar gesteld voor de Kinderklimaattop.

Vraag 3

Acht u het gepast dat kinderen van 9 tot 12 jaar in educatieve context worden geconfronteerd met de boodschap dat «als we geen andere keuzes maken, we niet langer fijn kunnen leven op onze planeet»?

Antwoord 3

Klimaatverandering raakt iedereen. Het is belangrijk dat ook kinderen en jongeren hierover betrouwbare informatie krijgen, gebaseerd op wetenschappelijke feiten en in taal en vorm passend bij hun leeftijd. Deze stelling had echter genuanceerder gemoeten. Lokaal kan klimaatverandering druk zetten op de leefbaarheid, bijvoorbeeld door een toename van extreem weer en droogte. Dit zal vooral impact hebben op al kwetsbare groepen. Dit blijkt uit de wetenschappelijke factcheck die de onafhankelijk voorzitter heeft laten doen op gepresenteerde feiten in de video die tijdens één van de twee bijeenkomsten van de Kinderklimaattop getoond is. Deze factcheck is tevens online geplaatst bij de video.3 Het kabinet hecht grote waarde aan passende, zorgvuldige en genuanceerde info voor kennis.

Vraag 4

Deelt u de mening dat hier sprake is van een valse, polariserende tegenstelling?

Antwoord 4

Het kabinet is niet van mening dat hier sprake is van een polariserende tegenstelling. De video liet zien hoe verschillende kinderen over klimaatverandering denken en deelde basiskennis over klimaatverandering. Zoals hierboven aangegeven behoeft deze stelling wel nuancering. Het kabinet vindt het daarom ook belangrijk dat de voorzitter heeft ingegrepen.

Vraag 5

Hebt u kennisgenomen van de gebruikte video waarin onder meer wordt verwezen naar een vermeende zeespiegelstijging van 1,9 meter – een fors hogere projectie dan de 44 tot 76 cm die het IPCC als bandbreedte hanteert voor het jaar 2100? Acht u het verantwoord dat kinderen met deze eenzijdige en wetenschappelijk discutabele scenario’s worden geconfronteerd?

Antwoord 5

De voorzitter heeft erkend dat zij als opdrachtgever scherper had moeten zijn op de gepresenteerde voorbeelden en feiten. De voorzitter heeft een wetenschappelijke factcheck op de gepresenteerde feiten in de video toegevoegd. Daaruit blijkt dat het geschetste scenario nuancering behoeft. Die nuancering is cruciaal voor passende en zorgvuldige informatievoorziening.

Vraag 6

Deelt u de opvatting dat klimaateducatie realistisch, feitelijk onderbouwd en niet-doemdenkend moet zijn, zeker waar het kinderen betreft?

Antwoord 6

We delen uw opvatting dat klimaateducatie realistisch, feitelijk onderbouwd en niet-doemdenkend moet zijn voor kinderen.

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de volgende elementen uit het lesmateriaal:

de suggestie dat we binnen enkele jaren «niet meer kunnen leven op aarde»;

de stelling dat smeltend drijfijs op de Noordpool leidt tot zeespiegelstijging;

het ontbreken van aandacht voor adaptatie, innovatie, kernenergie of afname van emissies in westerse landen?

Antwoord 7

Zoals hierboven gezegd heeft de voorzitter erkend dat zij als opdrachtgever scherper had moeten zijn op de gepresenteerde voorbeelden en feiten in de video. Uit de wetenschappelijke factcheck blijkt dat de gepresenteerde elementen nuance behoeven. Het is goed dat die nuance is toegevoegd.

Vraag 8

Deelt u de mening dat het verengen van oplossingen tot gedragsaanpassing (consuminderen, minder vlees eten, tweedehands kleding dragen) kinderen een beperkend wereldbeeld voorschotelt, waarin technologische vooruitgang en menselijke vindingrijkheid nauwelijks een rol spelen?

Antwoord 8

De onafhankelijk voorzitter van het burgerberaad is verantwoordelijk voor de inhoudelijke toetsing van de Kinderklimaattop en het daarbij gebruikte voorbereidingsmateriaal. Onderwerpen zoals innovatie of de afname van emissies in westerse landen spelen een rol bij de vraagstelling aan het burgerberaad. Echter, deze onderwerpen zijn door de onafhankelijke organisatie van de Kinderklimaattop als te abstract beoordeeld voor de doelgroep van kinderen en jongeren.

Vraag 9

Bent u bereid een onafhankelijk inhoudelijk oordeel te laten vellen over dit type educatieve klimaatprojecten, juist in het licht van de invloed die dit heeft op jonge kinderen?

Antwoord 9

Het burgerberaad heeft kinderen en jongeren om hun mening gevraagd. De Kinderklimaattop is geen educatief klimaatproject.

Vraag 10

Bent u bereid beleid te ontwikkelen waarin wordt vastgelegd dat door of namens de overheid gefinancierde klimaatvoorlichting aan kinderen feitelijk, evenwichtig en ideologievrij moet zijn?

Antwoord 10

De overheid maakt geen lesmateriaal, mede in het licht van artikel 23 vrijheid van onderwijs. Scholen maken zelf de keuze welk lesmateriaal ze gebruiken. Bij de keuzes die leraren en schoolleiders maken in de invulling van hun onderwijs is het van belang dat dat ze deze weloverwogen maken en daarbij de best beschikbare (wetenschappelijke en praktijk) kennis betrekken. Dit stimuleren we door het evidence-informed werken op te nemen in de wet als deugdelijkheidseis en door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) door te ontwikkelen tot landelijk kennisinstituut voor het onderwijs.

Vraag 11

Kunt u een overzicht verschaffen van de kosten die gemaakt zijn voor de Kinderklimaattop en het maken van het filmpje?

Antwoord 11

De kosten voor de organisatie van de Kinderklimaattop bedragen in totaal circa 61.000 euro. Dit is inclusief de kosten voor het maken van de video, die samen met ander voorbereidend materiaal circa 2.700 euro kostte.

Vraag 12

Hoe voorkomt u dat het Nationaal Burgerberaad Klimaat zich ontwikkelt tot een activistisch platform waarin het debat voorafgaand wordt gekanaliseerd richting vooraf gewenste conclusies en zelfs kinderen worden ingezet om dit proces te legitimeren?

Antwoord 12

Het burgerberaad is qua samenstelling een soort Nederland in het klein. Het is een afspiegeling van onze samenleving, ook als het gaat om hun opvattingen en zorgen over het klimaat. De deelnemers zijn geselecteerd op een vijftal kenmerken4: leeftijd, geslacht, geografische spreiding, opleidingsniveau en mening over klimaatbeleid. Wat betreft mening over klimaatbeleid zijn alle stemmen vertegenwoordigd. Van mensen die zich geen zorgen maken tot mensen die zich heel veel zorgen maken en iedereen daar tussenin.

De inhoud van het advies is aan de deelnemers zelf. De voorzitter heeft de opdracht om de deelnemers van het burgerberaad onafhankelijk en neutraal te ondersteunen. Zij worden daarbij ondersteund door de wetenschappelijke en ambtelijke werkgroep en krijgen inbreng mee vanuit deskundigen met verschillende perspectieven, de samenleving via de brede raadpleging alsook de mening van kinderen en jongeren die is opgehaald tijdens de Kinderklimaattop. Het burgerberaad heeft zelf bepaald welke deskundigen werden uitgenodigd. Dit heeft geleid tot een grote verscheidenheid aan inzichten en perspectieven die zijn ingebracht. In het kader van transparantie is deze informatie ook terug te vinden op de website van het burgerberaad.5


  1. Instellingsbesluit Burgerforum klimaat- en energiebeleid↩︎

  2. Kamerstuk 2023-D01885, 32 813, nr. 1142.↩︎

  3. Zie website van de Kleine Ambassade: de informatiepagina en de factcheck.↩︎

  4. Kamerstuk 32 813 Nr. 1232.↩︎

  5. Bijeenkomst 3 8 maart | Burgerberaad klimaat↩︎