[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen en antwoorden over het het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36740-VI-1), over het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36740-VII-1) en over het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Economische Zaken (Kamerstuk 36740-XIII-1)

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024

Lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D27070, datum: 2025-06-11, bijgewerkt: 2025-06-13 13:18, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36740 VII-14 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024 .

Onderdeel van zaak 2025Z11811:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


 

36 740 VII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024

36 740 VI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2024

36 740 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2024

Nr. 14 Lijst van vragen en antwoorden

Vastgesteld 11 juni 2025

De vaste commissie voor Digitale Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36740-VII-1).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 11 juni 2025. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

Voorzitter van de commissie,

Wingelaar

Griffier van de commissie,

Muller

Vragen inzake Jaarverslag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024 - (36740 VII-1)

Vraag 2.

Welke middelen zijn over 2024 ingezet voor de prioriteiten uit de Werkagenda Waardengedreven Digitalisering van uw voorganger? Welke activiteiten uit de agenda zijn stopgezet?

Antwoord

De uitvoering van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren is financieel meegenomen binnen de bestaande begrotingsstructuur van BZK. Er is daarom naast het jaarverslag 2024 geen aparte financiële rapportage opgesteld. De prioriteiten uit de werkagenda zijn waar nodig ingebed in de lijn, overgedragen aan andere departementen of afgeschaald. Uit de werkagenda is volledig gestopt prioriteit 1.1 (Vergroten van digivaardigheden en kennis).

Vraag 3.

Wat is de status van de ontwikkeling van overheidsbrede loketten en lokale Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s)?

Antwoord

Deze overheidsbrede dienstverleningskanalen zijn complementair. Voor de ingang tot dienstverlening is de ondersteuning zoals geboden vanuit de Informatiepunten Digitale Overheid van belang: laagdrempelig, empathisch en in staat om mensen de weg te wijzen en warm door te verwijzen naar een landelijke of lokale organisatie. Voor het daadwerkelijk oplossen van (complexe) vraagstukken bieden de overheidsbrede loketten uitkomst; andere overheden en uitvoeringsorganisaties werken daar met elkaar samen.

Belangrijk is dat dienstverlening zo wordt aangeboden dat iedereen daar gebruik van kan maken, op plekken die logisch en dichtbij voelen. En dat dienstverlening recht doet aan de persoonlijke situatie van mensen. Cruciaal hiervoor is het vermogen om de behoeften en de leefwereld van mensen centraal te stellen, in plaats van het perspectief van de overheid. En om de burger vervolgens te helpen de weg te vinden naar relevante, passende, dienstverlening en ondersteuning.

Gemeenten geven hier richting aan; zij faciliteren laagdrempelige vormen van dienstverlening, kunnen bestaande initiatieven beter aan elkaar verbinden, hebben zicht op de behoeften van hun inwoners én kennen de lokale formele en informele netwerken. Door, onder regie van gemeenten, de overheidsbrede dienstverleningskanalen beter aan elkaar en aan bestaande lokale, informele en formele netwerken te verbinden, kan het bereik worden vergroot.

Samen met publieke dienstverleners en gemeenten werkt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de concretisering hiervan in de praktijk en aan het structureel borgen van beide dienstverleningskanalen.

Vraag 4.

Kunt u toelichten welke middelen zijn ingezet voor het ondersteunen van de IDO's?

Antwoord

Voor het IDO was in 2024 €20,95 mln. beschikbaar op de begroting van het Ministerie van BZK. Daarvan is in totaal € 17,13 mln. uitgegeven ten behoeve van de SPUK IDO. Het overige budget van € 3,82 mln. is gebruikt voor de uitvoering van het landelijke programma en de ontwikkeling van generieke ondersteuningsinstrumenten voor bibliotheken en gemeenteambtenaren, vanuit de Koninklijke Bibliotheek en VNG.

Vraag 5.

Heeft het opstellen van een operationeel kader voor de inrichting van Microsoft 365 geleid tot een grotere afhankelijkheid van één techleverancier?

Antwoord

Het operationeel kader is een handreiking voor de inrichting van M365. Deze wordt pas gebruikt nadat de afweging al is gemaakt om gebruik te gaan maken van M365 voor een stuk dienstverlening. De handreiking beoogt een zorgvuldige inrichting (instellingen) voor een betere risicobeheersing bij het gebruik van de aangeboden diensten. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de beschikbaarheid van een handreiking de keuze om een clouddienst te gebruiken beïnvloedt.

Vraag 6.

Is na het aannemen van meerdere moties over het Rijksbrede cloudbeleid naar aanleiding van het plenaire debat hierover d.d. 13 maart 2025 het cloudbeleid gewijzigd, vooruitlopend op de herziening die nog volgt?

Antwoord

Het cloudbeleid is niet gewijzigd sinds het plenaire debat van 13 maart jl. Relevante aandachtspunten uit het debat worden in de herziening meegenomen. De herziening van het cloudbeleid wordt op dit moment interdepartementaal afgestemd. Na het zomerreces wordt het herziene cloudbeleid naar de Tweede Kamer gestuurd.

Vraag 7.

Kunt u een stand van zaken geven over het traject 'inrichten overheidsbrede loketten'? Tot welke concrete verbeteringen heeft dit geleid in 2024? Zet u deze door?

Antwoord

Uitvoeringsorganisaties, gemeenten, VNG en departementen werken binnen de inrichting van overheidsbrede loketten samen aan één sterk netwerk, waardoor burgers niet meer van het kastje naar de muur worden gestuurd, maar elke deur de juiste is. Hiervoor is het afgelopen jaar gezamenlijk een stevig fundament gelegd waardoor het aantal praktijkinitiatieven in gemeenten en via gemeenschappelijke regelingen waar overheidsbrede dienstverlening wordt geboden begin 2025 kon worden opgeschaald van 6 naar 28.

Bij overheidsbrede loketten, ingericht op bestaande en voor mensen logische plekken, hebben dienstverleners de beschikking over directe lijnen met andere overheidsorganisaties waardoor zij mensen die iets moeten regelen met de overheid direct kunnen helpen. Ook met complexe vragen waarbij meerdere uitvoeringsorganisaties betrokken zijn. In de praktijkinitiatieven hebben dienstverleners dus toegang tot de back offices van de betrokken uitvoeringsdiensten om complexe zaken voor te leggen en te bespreken. Wanneer een andere organisatie de burger beter kan helpen, zorgen zij voor een warme doorverwijzing.

Uit kwalitatief onderzoek1 - gesprekken die gevoerd zijn met bezoekers - blijkt dat men ‘in overgrote mate blij is met de dienstverlening’. De beleving loopt uiteen van ‘tevreden’ tot het gevoel dat men gered is doordat men contact heeft gehad met een medewerker die echt oog had voor hun probleem. De dienstverlening voorziet in drie basisbehoeften van bezoekers, namelijk contact met iemand die:

  • luistert naar hun verhaal en de tijd neemt om dit te begrijpen, niet vanuit het perspectief van de regelgeving, maar vanuit het perspectief van hun ervaringen.

  • handelt vanuit het belang van de bezoeker binnen het kader van de wet en die diep genoeg graaft om fouten of problemen bij uitvoeringsorganisaties of overheden die de oorzaak zijn van hun probleem op te sporen en aan te pakken.

  • de capaciteit heeft om dit verhaal ook te vertalen naar concrete hulp om het probleem op te lossen, of helderheid te bieden als men ergens geen recht op heeft waarom dit het geval is.

Begin volgend jaar wordt op basis van de ervaringen uit de praktijkinitiatieven een opschalings- en uitrolstrategie opgesteld. Belangrijk aandachtspunt in de doorontwikkeling van de overheidsbrede loketten zijn knelpunten op het gebied van gegevensuitwisseling. Deze worden momenteel geconcretiseerd zodat beslist kan worden hoe deze kunnen worden opgelost en of wet- en regelgeving moet worden aangepast.

Vraag 8.

Welke middelen zijn er beschikbaar gesteld voor de Nederlandse Digitaliseringsstrategie? Zijn deze toereikend?

Antwoord

Vanwege de huidige politieke situatie zal over de voortzetting van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie worden besloten conform de geldende procedures van uw Kamer en van het demissionaire kabinet.

Vraag 9.

Hoe is de samenwerking tussen de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur en de Autoriteit Persoonsgegevens georganiseerd voor handhaving van de AI-verordening?

Antwoord

De RDI en de Directie Coördinatie Algoritmes van de AP hebben gezamenlijk en in afstemming met de andere betrokken toezichthouders in het najaar van 2024 advies gegeven over hoe het toezicht naar hun mening het beste kan worden ingericht . Daarbij hebben ze intensief samengewerkt. Momenteel werken de betrokken ministeries onder leiding van EZ, BZK en JenV uit hoe het toezicht wordt ingericht en welke toezichthouders handhavingsbevoegdheden krijgen. Nadat het kabinet een besluit heeft genomen over de inrichting van het toezicht op de AI-verordening, zal uw Kamer hierover geïnformeerd worden.

Overkoepelende / overige vragen die betrekking hebben op bovenstaande Jaarverslagen

Vraag 14.

Kunt u toelichten waarom voor meer dan de helft van de gebruikte AI-systemen geen risicoafweging is gemaakt? Bent u van plan dit alsnog te doen voor de bestaande en voor nieuwe AI-systemen?

Antwoord

Uiteraard zie ik het belang van een gedegen risicoafweging bij de inzet van AI.2

Vanaf augustus 2026 moeten de risico’s van nieuwe hoog-risico AI-systemen verplicht worden afgewogen onder de AI-verordening. Vooruitlopend op deze verordening, en ook voor AI-systemen die niet als hoog risico worden gecategoriseerd, bestaan er al diverse instrumenten om een dergelijke risicoafweging te maken.

Daarom zet ik actief in op het aanbieden van instrumenten, zodat overheidsorganisaties een goede risicoafweging kunnen maken en AI op een verantwoorde manier kunnen inzetten. Het bij vraag 13 al genoemde IAMA is daar een voorbeeld van; dit maakt ook onderdeel uit van het Algoritmekader. Het overheidsbrede standpunt over generatieve AI – dat ik in april met uw Kamer deelde – vereist daarbij ook dat organisaties bij de inzet van deze vorm van AI altijd een risicoanalyse uitvoeren.3

Alle departementen zullen daarbij voor de zomer planningsbrieven delen met uw Kamer voor het registreren van impactvollle algoritmen (categorie B in de handreiking Algoritmeregister). Dit is in lijn met de aangenomen motie Six Dijkstra.4

Vraag 15.

Wat gaat u doen om de hoeveelheid overheidsdata die zonder risicoanalyse in de cloud staat te beperken? Zijn hier plannen voor?

Antwoord

Zoals aangegeven in mijn brief van 7 april, werk ik aan beter inzicht in het cloudgebruik binnen departementen en versterking van de departementale risicobeheersing. Meer zicht op individuele risico’s helpt ons ook om departement-overstijgende risico’s beter te beheersen. Wel blijft gelden dat departementen zelf verantwoordelijk zijn voor hun cloudgebruik en de bijbehorende risicoanalyses. Zij nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen.

Vanuit zijn coördinerende en faciliterende rol heeft de Chief Information Office (CIO) Rijk de departementen in het CIO-beraad aangespoord om deze achterstand in te halen. CIO Rijk faciliteert dit met beleid en handreikingen en monitort de voortgang.

Vraag 16.

Kunt u inzicht geven in welke IT-systemen de afgelopen twaalf maanden door de rijksoverheid zijn aangeschaft en wat de looptijd van deze overeenkomsten is?

Antwoord

Een volledig inzicht voor de gehele Rijksoverheid is niet zomaar te geven. Dit wordt niet centraal bijgehouden, maar ligt bij de decentrale bedrijfsvoering bij departementen.

Om openheid te geven in de aanschaf van IT-systemen zijn wel verschillende informatiebronnen beschikbaar, zoals het Rijks-inkoopregister5, open datasets waaronder de ICT-uitgaven6 en het Rijks ICT-dashboard7. Mede door de opzet van de begroting focust het budgetrecht van uw Kamer op maatschappelijke opgaven, niet primair op instrumenten (zoals IT-systemen).

Vraag 17.

Kunt u inzicht geven in de looptijden van overeenkomsten die betrekking hebben op de aanschaf van IT-systemen, inclusief gemiddelde looptijden, uitschieters en eventuele trends in de duur van contracten over de afgelopen jaren?

Antwoord

Zie antwoord op vraag 16.

Vraag 18.

Bent u voornemens om in de komende jaren toe te werken naar een integraal overzicht van ICT-uitgaven, met inzicht in de uitgaven over alle verschillende departementen?

Antwoord

ICT/digitalisering is in toenemende mate vervlochten met het primaire proces. Als we naar de Rijksbegroting kijken gaat het daar bijvoorbeeld over het bouwen van bruggen, defensievliegtuigen en/of het invoeren van wetgeving. Een integraal inzicht in wat het aandeel van ICT/digitalisering is in deze begrotingsartikelen is daarom niet eenduidig te ontsluiten uit de Rijksbegroting. Naast de begrotingsverantwoording wordt er separaat via het Rijks ICT-dashboard en via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk meer inzicht gegeven in ICT uitgaven over verschillende departementen.


  1. Ferro, 2024, Kwalitatief (herhaal)onderzoek overheidsbrede loketten – juni 2024 | Rapport | Werk aan Uitvoering↩︎

  2. Zie hiervoor ook de beantwoording van de Kamervragen naar aanleiding van het ARK-focusonderzoek: https://open.overheid.nl/documenten/df80bb9f-2761-4d91-8d3a-29e8369abf0f/file↩︎

  3. https://open.overheid.nl/documenten/bc03ce31-0cf1-4946-9c94-e934a62ebe73/file↩︎

  4. Kamerstuk 2024-2025, 26 643, nr. 1286.↩︎

  5. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2018/12/06/rijkscontracten↩︎

  6. https://www.rijksfinancien.nl/overzicht-datasets↩︎

  7. https://rijksictdashboard.nl/↩︎