[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toekomst bekostiging financieel toezicht

Toekomst financiële sector

Brief regering

Nummer: 2025D27554, datum: 2025-06-12, bijgewerkt: 2025-06-18 15:43, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32013 -306 Toekomst financiële sector.

Onderdeel van zaak 2025Z12056:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32013 Toekomst financiële sector

Nr. 306 Brief van de ministers van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2025

Zoals de minister van Financiën in de Visie op de financiële sector heeft aangegeven, willen wij zorgen voor goed financieel toezicht.1 Goed toezicht leidt tot een sterke financiële sector en goede bescherming van consumenten en ondernemers. In Nederland betalen de financiële sector en de pensioensector dit toezicht zelf. Dat neemt niet weg dat het gaat om publiek geld, dat doeltreffend en doelmatig moet worden besteed. Het Nederlandse ondernemings- en vestigingsklimaat moet aantrekkelijk blijven en hier gaan wij maatregelen voor nemen.

De afgelopen jaren is het financieel toezicht uitgebreid. De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zijn verantwoordelijk geworden voor nieuwe toezichtterreinen, zoals de cryptomarkten, de cyberweerbaarheid van financiële instellingen en de duurzaamheidsregels. Ook zijn de taken van DNB en de AFM op het gebied van pensioentoezicht uitgebreid door de pensioentransitie. Hierdoor zijn de kosten van het toezicht gestegen. Dat vraagt veel van zowel de toezichthouders als de sector.

Deze ontwikkelingen vergen continu aandacht gelet op de omvang en stabiliteit van de toezichtkosten. Daarom nemen wij een aantal concrete maatregelen. Daarmee stimuleren wij het vestigingsklimaat voor startende en kleine instellingen, de doelmatigheid van de toezichthouders, en de stabiliteit van de toezichtheffingen. Zo kunnen wij ook de komende jaren goed financieel toezicht mogelijk maken en tegelijkertijd de lastenstijging voor de sector beperken.

De aanleiding voor deze brief is de bijgevoegde evaluatie van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (Wbft), uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek. Ook gaan wij in deze brief in op de toezegging van de minister van Financiën aan het lid Aukje de Vries (VVD) en de aangenomen motie Aukje de Vries over de toezichtkosten.2 De bijlage bij deze brief gaat verder in op de appreciatie van het evaluatierapport, de toezegging en de motie.

Vestigingsklimaat

Wij hechten waarde aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in Nederland, ook voor startende ondernemingen. De evaluatie van de bekostigingssystematiek laat zien dat toezichtkosten van invloed kunnen zijn op de vestigingsbeslissing van met name kleine en mobiele ondernemingen, maar er zijn ook andere factoren die een rol spelen in de keuze van ondernemingen om zich in een land te vestigen.

Wij hebben de verdeling van de tarieven tussen grotere en kleinere instellingen opnieuw bekeken. De basis van het tariefsysteem leidt volgens ons nog steeds tot eerlijke uitkomsten. Bij het opstellen van de tarieven blijven wij bijzondere aandacht hebben voor de draagkracht van kleinere instellingen.3 Kleine en mobiele ondernemingen betalen bijvoorbeeld momenteel in het eerste jaar van hun vergunning al veel minder aan het doorlopend toezicht.

Wij willen hen blijven stimuleren om zich in Nederland te blijven vestigen. Om die reden zullen we ook breder kijken naar de wijze waarop het vestigingsklimaat in Nederland het beste kan worden gestimuleerd. Daarbij gaan we bijvoorbeeld voor de middellange termijn de hoogte van de Nederlandse toezichtkosten en de nalevingskosten specifiek voor kleine, startende en mobiele instellingen, vergelijken met andere Europese lidstaten.4

Daarnaast zal ook worden gekeken naar andere mogelijke belemmeringen voor startende en doorgroeiende instellingen, zoals bijvoorbeeld de wijze waarop het depositogarantiestelsel (DGS) wordt bekostigd. Ik informeer uw Kamer hier op een later moment separaat over.5

Bekostiging toezichthouders

Daarnaast hechten wij belang aan de doelmatigheid van het toezicht. Daarom wordt de eerstvolgende evaluatie in het licht van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen al dit najaar gestart. Daarmee doen wij gericht onderzoek naar de doelmatigheid en naar mogelijkheden om de doelmatigheid te stimuleren. De uitkomsten kunnen meegenomen worden bij de vaststelling van de tarieven in 2026, de begroting 2027 of het opvolgende kostenkader.6

Stabiele en voorspelbare heffingen

Wij vinden stabiele en voorspelbare toezichtkosten van belang en daarom gaan wij ervoor zorgen dat de verdeling van de toezichtkosten eerlijker wordt tussen toetredende partijen en de bestaande sector.

De ontwikkeling van de toezichtheffingen is niet altijd stabiel of goed te voorspellen. Soms kunnen instellingen in de bestaande sector lasten ervaren van toetredende ondernemingen, omdat de tarieven die gehanteerd worden voor toetredende partijen uitgespreid worden over de gehele onder toezicht staande sector. De tarieven voor eenmalige handelingen – zoals vergunningsaanvragen en toetsingen – zijn op dit moment niet volledig kostendekkend. Hierdoor worden deze kosten deels gedragen door bestaande instellingen in de sector, en niet door de aanvragers. Daarom indexeren wij de leges, wat betekent dat wij aanpassingen doorvoeren voor bijvoorbeeld inflatie. De tarieven voor eenmalige handelingen worden verhoogd, waardoor de kosten meer bij de aanvrager terecht gaan komen. Bij DNB doen wij dit eerst met terugwerkende kracht en daarna jaarlijks bij zowel DNB als de AFM. Dit betekent dat toetredende ondernemingen hogere toetredingskosten gaan betalen. Ook maken wij bepaalde leges bij DNB en de AFM meer kostendekkend. Daarmee komen de kosten van een aanvraag zoveel mogelijk bij de aanvrager terecht, in plaats van bij andere instellingen in de deelsector.7

Tot slot

Wij beogen om het vestigingsklimaat voor startende en kleine instellingen te stimuleren, de doelmatigheid van de toezichthouders te benadrukken, en de stabiliteit en voorspelbaarheid van de heffingen te bevorderen. Goed toezicht is daarbij een noodzakelijke voorwaarde voor een sterke financiële sector. Wij informeren uw Kamer binnen een jaar over de uitkomsten van de aangekondigde onderzoeken en maatregelen.

De minister van Financiën,

E. Heinen

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Y.J van Hijum


  1. Kamerstukken II 2024/25, 32 013, nr. 302.↩︎

  2. Toezegging gedaan tijdens het wetgevingsoverleg Uitvoeringswet verordeningen inzake cryptoactiva en cryptoactivamarkten van 18 november 2024; Kamerstukken II 2024/25, 32 545, nr. 220.↩︎

  3. Hiermee geeft de minister van Financiën opvolging aan de toezegging aan het lid De Vries (VVD).↩︎

  4. Hiermee geven wij opvolging aan de motie Aukje de Vries (eerder aangehaald).↩︎

  5. Daar waar de uitkomsten van deze verkenning raken aan de aanbevelingen uit het ACM-rapport over concurrentie in de Nederlandse spaarmarkt, zullen deze waar mogelijk worden meegenomen in de voortgangsbrief die naar aanleiding hiervan al eerder aan uw Kamer is toegezegd.↩︎

  6. Hiermee geven wij opvolging aan de motie Aukje de Vries (eerder aangehaald).↩︎

  7. De Regeling verhoging leges DNB staat open voor consultatie, zie https://internetconsultatie.nl/legesverhogingdnb. De Regeling verhoging leges AFM wordt in de eerste helft van 2026 verwacht.↩︎