Onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de bedrijfsvoering van de NS
Spoor: vervoer- en beheerplan
Brief Algemene Rekenkamer
Nummer: 2025D28523, datum: 2025-06-17, bijgewerkt: 2025-08-11 07:42, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29984-1259).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.J. Duisenberg, president van de Algemene Rekenkamer (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29984 -1259 Spoor: vervoer- en beheerplan.
Onderdeel van zaak 2025Z12514:
- Indiener: P.J. Duisenberg, president van de Algemene Rekenkamer
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-06-19 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-02 09:30: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-07-03 10:00: Procedurevergadering commissie Rijksuitgaven (Wttewaall van Stoetwegenzaal) (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1259 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2025
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in haar vergadering van 11 februari 2025 besloten de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de bedrijfsvoering van de Nederlandse Spoorwegen (NS), met het oog op de periode na 2033.1 Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van de aangenomen motie van het lid Veltman c.s.2 Het verzoek is gericht op de relevante taken en verantwoordelijkheden van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Financiën en hun zicht op de NS.
De Tweede Kamer verzoekt de Algemene Rekenkamer onderzoek te doen naar de mate waarin de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Financiën voor de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheden als concessieverlener, subsidieverstrekker en aandeelhouder binnen het stelsel van gemaakte informatie- en verificatieafspraken voldoende zicht hebben op:
• de efficiëntie van de bedrijfsvoering van de NS, en met name op
• de mogelijkheden die de NS zelf heeft om, zonder negatieve gevolgen voor de afgesproken prestaties van de NS, eventuele negatieve financiële effecten binnen de eigen bedrijfsvoering op te vangen voordat opties als prijsverhoging van treinkaartjes of aanvullende overheidssubsidies in beeld komen.
De Algemene Rekenkamer wordt verzocht om hierbij ook in te gaan op de bevoegdheden en sturingsmogelijkheden die de Staat vanuit haar verschillende taken en verantwoordelijkheden ter beschikking staan ten aanzien van de efficiëntie van de bedrijfsvoering van de NS. Daarnaast wordt de Algemene Rekenkamer verzocht aan te geven welke eventuele andere aspecten de Algemene Rekenkamer van belang acht met het oog op een goede invulling van het aandeelhouderschap, de concessie- en subsidierelatie en een zo goed mogelijk vervoerproduct voor de NS-reiziger.
Op 5 december 2024 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven van de Tweede Kamer advies uitgebracht over het voorstel.3 De commissie voor de Rijksuitgaven heeft geen positief advies geven over het conceptverzoek zoals in de motie geformuleerd omdat de NS als zodanig geen onderzoeksobject van de Algemene Rekenkamer is.
De Algemene Rekenkamer zal in het licht van haar bevoegdheden geen onderzoek doen naar de efficiëntie van de bedrijfsvoering van de NS (gelet op ook hetgeen de commissie voor de Rijksuitgaven in haar advies aan u heeft opgenomen), maar onderzoekt momenteel de mogelijkheid om een breder onderzoek uit te voeren naar de bereikbaarheid en betaalbaarheid van het openbaar vervoer. De taken en verantwoordelijkheden van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Financiën, en onder andere de invulling van hun rollen als beleidsbepaler respectievelijk aandeelhouder ten aanzien van de NS, kunnen deel uitmaken van dit bredere onderzoek.
Wij gaan na of een dergelijk onderzoek past binnen onze strategie en programmering. Wij zullen uw Kamer op de hoogte brengen welk besluit wij nemen over een breder onderzoek naar het openbaar vervoer.
Algemene Rekenkamer
drs. P.J. (Pieter) Duisenberg,
president
drs. C. (Cornelis) van der Werf,
secretaris