Motie van de leden Grinwis en Vedder over samen met melkveehoudersorganisaties komen tot een emissiereductieplan
Toekomst veehouderij
Motie
Nummer: 2025D28901, datum: 2025-06-19, bijgewerkt: 2025-06-20 14:33, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28973-273).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: E.C. Vedder, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van kamerstukdossier 28973 -273 Toekomst veehouderij.
Onderdeel van zaak 2025Z12733:
- Indiener: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.C. Vedder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-06-19 11:40: Tweeminutendebat Stikstof en Mestbeleid (CD 18/6) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2025-06-25 14:10: Aanvang middagvergadering: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (ð origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
28 973 Toekomst veehouderij
Nr. 273 MOTIE VAN DE LEDEN GRINWIS EN VEDDER
Voorgesteld 19Â juni 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat door de Kamer het afgelopen jaar al veel moties zijn aangenomen om snel tot doelsturing over te gaan (35Â 334, nrs. 383, 348 en 309), waaronder specifiek in de melkveehouderij (30Â 252, nr. 184);
overwegende dat mede gelet op de WUR-studie «Verkenning effecten landbouwinnovaties» de «emissiereductievelden» wit zijn om te oogsten en de urgentie groot is deze kans te grijpen;
verzoekt de regering om:
⢠de sectorpartijen, met name de zeven samenwerkende melkveehouderorganisaties, uit te nodigen om op zo kort mogelijke termijn met een plan te komen waarmee melkveehouders wordt gestimuleerd om gerekend vanaf 2025 in vijf jaar tijd de emissies, met name ammoniak, op hun bedrijf met bijvoorbeeld 30% te verlagen, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met bedrijven die in 2025 reeds op een zeer laag emissieniveau zitten;
⢠de melkveehouderorganisaties te ondersteunen bij het ontwikkelen en bepalen van een methode waarmee in het kader van dit plan melkveehouders de werkelijke emissie op hun bedrijven kunnen vaststellen â in 2025 en 2030, en waar nodig tussentijds â en deze methode als overheid vervolgens ook te volgen;
⢠dit emissiereductieplan te «borgen» door zo spoedig mogelijk instrumenten operationeel te hebben waarmee melkveebedrijven die hun doelstelling in 2030 niet halen, kunnen worden gesanctioneerd;
⢠duidelijk te maken hoe de regie, de organisatie en uitvoering van dit plan eruit komen te zien en worden geïnstitutionaliseerd, inclusief de benodigde middelen gedurende de planperiode;
⢠in overleg met de melkveehouderorganisaties, zuivelverwerkers en banken te onderzoeken hoe boeren financieel gestimuleerd kunnen worden tot het treffen van maatregelen ten behoeve van emissiereductie op hun bedrijf;
⢠op Prinsjesdag de Kamer te informeren over de wijze waarop de hierboven gevraagde medewerking en ondersteuning van de regering aan dit plan is ingevuld, en mocht er onverhoopt geen plan zijn gekomen vanuit de sector, voor de begrotingsbehandeling van LVVN zelf met een uitwerking van een emissiereductieplan te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Grinwis
Vedder