Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

In deze brief geef ik u een reactie op de vraag van het lid Kostić (PvdD) over de invulling van open normen tijdens het Commissiedebat van 11 februari over de NVWA. Specifiek heeft het lid Kostić gevraagd aan welke open normen op dit moment wordt gewerkt en of dierenwelzijnsorganisaties daarbij betrokken zijn.

Het ministerie van LVNN werkt samen met de toezichthouders aan de invulling van open normen die lastig handhaafbaar zijn. In het najaar van 2020 hebben het ministerie en de NVWA een interne procesbeschrijving opgesteld voor het nader invullen van open normen. Een verzoek voor invulling van een lastig handhaafbare open norm kan worden ingebracht door de toezichthouders (NVWA, RVO, Landelijke Inspectie Dierenbescherming en de (dieren)politie). Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van toezichthouders, LVVN, en eventueel andere departementen als het een norm betreft die meer departementen raakt, beoordeelt het verzoek. Daarbij zijn de volgende vragen aan de orde: is dit een open norm die nadere invulling behoeft, is nadere invulling daarvan gelet op het Europese kader mogelijk en, zo ja, op welke wijze kan de open norm het beste nader worden ingevuld, zoals een wetenschappelijk onderzoek, verklaring van deskundigen, werkinstructie of aanpassing van de regelgeving. Daartoe zijn tevens de mogelijkheden genoemd waarmee een open norm nader kan worden ingevuld. Ook de vraag welke overige partijen betrokken moeten worden bij het proces voor de invulling van een open norm komt nadrukkelijk aan de orde. In de regel zullen in ieder geval de partijen die aan de regels moeten voldoen, worden betrokken. Maar ook andere belanghebbenden kunnen in verschillende fases van het proces worden betrokken. Daarnaast kunnen onderzoekers in het proces worden betrokken als blijkt dat nadere wetenschappelijke kennis voor de invulling van de open norm gewenst is. Indien een invulling van een open norm effect heeft op ondernemers kan ook een MKB-toets of agrarische praktijktoets worden uitgevoerd.

In onderstaand overzicht is weergegeven aan welke open normen thans wordt gewerkt.

1. Artikel 3 van Verordening (EG) Nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer: “het is verboden dieren te vervoeren of te laten vervoeren op zodanige wijze dat het de dieren waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkent”, in samenhang gelezen met onderdeel b van hetzelfde artikel: “de dieren zijn geschikt voor het voorgenomen transport.”

2. Artikel 3.6 Besluit houders van dieren: verbod en uitzondering voor niet bedrijfsmatig handelen (met gezelschapsdieren).

3. Artikel 1.6 lid 3 Besluit houders van dieren: “een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen […] roofdieren” (cq. de wolf)

4. In artikelen 1.6, 1.7, 1.8 en 3.12 van het Besluit houders van dieren gegeven normen, voor zover het betreft de toepassing van het tijdelijk huisvesten van reptielen op reptielenbeurzen.

5. Artikel 1.6 lid 3 Besluit houders van dieren: “een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden […]” (anders dan hitte).

6. Artikel 2.5 lid 4 Besluit houders van dieren: “….de gasconcentraties in de omgeving van het dier zijn niet schadelijk voor het dier”. Deze open norm wordt nader ingevuld voor de diersoort varkens.

7. Artikel 2.3, onderdeel b Besluit diergeneeskundigen: het verbod op het routinematig couperen van staarten van biggen.

8. Artikel 1,7, onderdeel b Besluit houders van dieren: houder dient te zorgen dat een dier toegang heeft tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan zijn behoefte aan water kan voldoen. Deze open norm wordt nader ingevuld voor reguliere vleeskuikenouderdieren.

9. Artikel 15, bijlage 1.9, van Verordening (EG) Nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden: “Het gebruik van apparaten waarmee elektrische schokken worden toegediend, moet zoveel mogelijk worden vermeden.”

Bij ieder proces voor de invulling van een open norm vindt een weging plaats over de betrokkenheid van externe partijen. In antwoord op de vraag van het lid Kostic zijn bij het merendeel van de processen dierenbeschermingsorganisaties betrokken, zoals dat ook geldt voor andere belangenorganisaties en sectorvertegenwoordigers. Deze organisaties worden op de hoogte gehouden van de stand van zaken en gesprekken worden benut om vanuit hun expertise relevante aspecten in beeld te brengen die behulpzaam zijn om tot een afgewogen en onderbouwde invulling van de desbetreffende open norm te komen.

Voor alle open normen geldt dat, indien de open norm wordt ingevuld via een aanpassing van wetgeving (o.a. een AMvB), een concept hiervan de aangepaste regeling wordt voorgelegd voor internetconsultatie. Eenieder wordt daarmee in de gelegenheid gesteld om te reageren op concept regelingen. De invulling van bovengenoemde normen onder 6 t/m 8 krijgt plaats in de AMvB dierwaardige veehouderij, waarvan het concept op 24 juni jl. in internetconsultatie is gebracht.

Hoogachtend,

Femke Marije Wiersma

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur