De prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Brief regering
Nummer: 2025D29739, datum: 2025-06-24, bijgewerkt: 2025-06-25 11:26, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36725 VIII-17 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2025Z13118:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-06-26 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-03 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 24 juni 2025 |
---|---|
Betreft | Uw verzoek in de procedurevergadering 24 juni inzake de prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs |
Aanleiding
Financieel-Economische Zalem Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Onze referentie 53060646 |
Uw referentie 36725-VIII-15/2025D29660 |
Vanuit de extra procedurevergadering van de commissie van OCW vandaag is gevraagd om op zeer korte termijn extra informatie te ontvangen.
Motivering
Het kabinet wil de prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs, in lijn met het primair onderwijs, uitkeren en daarmee de materiële budgetten indexeren. Daarmee is er één lijn ten aanzien van de prijsbijstelling in het hele funderend onderwijs. Dat heeft spoed omdat de prijsbijstelling moet worden verwerkt in de bekostigingsregeling die zo snel mogelijk moet worden gepubliceerd. Scholen baseren daar hun planning, personele bezetting en begroting op.
Voorstel kabinet dekking
Zoals in de Eerste suppletoire begroting en in de brief van 12 juni jl. aangegeven is het voorstel om de prijsbijstelling voortgezet onderwijs toch (geheel) uit te keren en die te dekken uit andere bezuinigingen op artikel 1, 3 en 9 van de OCW begroting. De dekking wordt gevonden in de posten zoals die zijn benoemd in onderstaande tabel, zoals ook opgenomen in hiervoor genoemde brief en de beantwoording op vraag 27 van de feitelijke vragen bij de Eerste suppletoire begroting 2025. De maatregelen worden onder de tabel nader toegelicht.
Bedragen x € 1 miljoen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
1. | Arbeidsmarkttoelage vo | -10,0 | -10,0 | -10,0 | -10,0 | -10,0 |
2. | Nationaal programma leefbaarheid en veiligheid (vrijval deel vve) | -4,4 | -4,4 | -4,4 | -4,4 | -4,4 |
3. | Loonbijstelling subsidies (m.n. onderwijsregio’s) | -13,9 | -14,6 | -14,6 | -14,7 | -14,7 |
4. | Loonbijstelling GOAB | -0,4 | -8,2 | -12,2 | -5,8 | -11,7 |
Totaal | -28,6 | -37,2 | -41,2 | -34,9 | -40,8 |
1) Er is in 2026 nog circa € 86 miljoen beschikbaar voor een arbeidsmarkttoelage in het voortgezet onderwijs. Deze middelen worden toegekend aan 15% van de vestigingen die de meeste kwetsbare leerlingen hebben. Deze vestigingen kunnen de middelen gebruiken om een toelage aan hun onderwijspersoneel te bieden van naar inschatting ca. 9%. Door de verlaging van het budget met € 10 miljoen zal dit – bij een onveranderde vormgeving – licht afnemen tot ongeveer 8%.
2) OCW draagt de komende drie jaar circa € 330 miljoen bij aan het nationaal programma leefbaarheid en veiligheid. De genoemde € 4,4 miljoen aan resterende VVE middelen waren niet nodig. Deze konden daardoor worden ingezet als onderdeel van de dekking.
3) Het budget voor de subsidieregeling voor de onderwijsregio’s van 2026 - 2029 bedraagt circa € 1,1 miljard. Lopende subsidieregelingen worden in de meeste gevallen niet geïndexeerd. Daarom is voorgesteld om de loonbijstelling van tranche 2025 voor de subsidie onderwijsregio’s in te zetten als onderdeel van de dekking.
4) Het totale budget voor GOAB (gemeentelijke onderwijsachterstanden beleid) bedraagt vanaf 2026 circa € 575 miljoen per jaar. Voorstel is om een deel van de ontvangen loonbijstelling voor het GOAB-budget niet uit te keren. Deze verlaging van structureel €11,7 miljoen betreft circa 2% van het totale GOAB-budget.
Alternatieve dekkingsmogelijkheden
Op verzoek van de vaste commissie van OCW brengen wij hierbij ook een aantal alternatieven in beeld.
Allereerst is het een mogelijkheid om de prijsbijstelling in het vo niet uit te keren. Wanneer de prijsbijstelling in het vo niet wordt uitgekeerd, dan heeft dit tot gevolg dat de genoemde dekking vervalt en dat deze voor het oorspronkelijke doel kan worden ingezet. In 2019 is het eerder voorgekomen dat de prijsbijstelling in het po wel is uitgekeerd en niet in het vo. De prijsbijstelling is in het po namelijk juridisch verplicht om uit te keren en in het vo is dit niet het geval. Het kabinet heeft ervoor gekozen om voor te stellen de prijsbijstelling in het vo wel uit te keren, omdat belang wordt gehecht aan het indexeren van materiële budgetten van vo-scholen. Er zijn schoolbesturen waar zowel po- als vo-scholen onder vallen, voor hen is het van belang dat de volledige bekostiging die zij ontvangen wordt geïndexeerd.
Naast de genoemde dekking zijn er weinig andere dekkingsmogelijkheden op de OCW-begroting. De ruimte op de OCW-begroting voor alternatieve dekking is begrensd. Met eerdere amendementen zoals het amendement Bontenbal1 heeft uw Kamer duidelijk gemaakt welke budgetten in stand moeten worden gehouden. Daarnaast zijn er weinig budgetten van substantiële omvang waar vanaf 2026 nog geen juridische verplichtingen op zijn aangegaan. Gegeven de politieke oproep van eerdere amendementen en de juridische ruimte om middelen alternatief in te zetten kan alternatieve dekking voor de prijsbijstelling in het voortgezet onderwijs eventueel worden gevonden in het programma Schoolmaaltijden en in de arbeidsmarkttoelage. Voor het programma Schoolmaaltijden zal de consequentie zijn dat minder maaltijden kunnen worden verstrekt aan leerlingen uit een huishouden met een laag inkomen. De consequentie van een korting op de arbeidsmarkttoelage is dat de toelage aan een kleinere doelgroep kan worden verstrekt of dat de toelage wordt verlaagd.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Eppo Bruins
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Mariëlle Paul
Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 141↩︎