Amendement van het lid Ceder over een toelatingsgrond introduceren voor in Nederland geworteld geraakte kinderen
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet)
Amendement
Nummer: 2025D29786, datum: 2025-06-25, bijgewerkt: 2025-06-25 10:10, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
Onderdeel van kamerstukdossier 36704 -43 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet).
Onderdeel van zaak 2025Z13137:
- Indiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-07-01 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 704 | Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet) | |
Nr. 43 | AMENDEMENT VAN HET LID ceder | |
Ontvangen 25 juni 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
I
In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15
1. In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 14, tweede lid, wordt bepaald dat de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14, kan worden verleend onder een beperking verband houdend met:
a. verblijf als familie- of gezinslid aan gezinsleden van Nederlanders en van vreemdelingen die rechtmatig verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e of l;
b. niet-tijdelijke humanitaire gronden aan de vreemdeling die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en die:
1°. als minderjarige feitelijk behoort of behoorde tot het gezin van een vreemdeling wiens aanvraag voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 bij onherroepelijk geworden beschikking is afgewezen; en
2°. als minderjarige mede vanwege aan de overheid toe te rekenen handelen of nalaten gedurende ten minste vijf jaren aantoonbaar in Nederland heeft verbleven.
c. niet-tijdelijke humanitaire gronden aan de vreemdeling die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en die als minderjarige vreemdeling mede vanwege aan de overheid toe te rekenen handelen of nalaten gedurende ten minste vijf jaren aantoonbaar in Nederland heeft verbleven.
Toelichting
Het huidige wetsvoorstel biedt onvoldoende ruimte om de aantoonbaar
schrijnende situaties rond kinderen in asielprocedures zonder geldig
verblijf in Nederland gewicht te bieden. Hiermee worden de belangen van
deze kinderen die buiten hun schuld om langdurig in Nederland
verblijven, niet vooropgesteld zoals bepaald in artikel 3 van het
VN-Kinderrechtenverdrag, dat stelt dat bij alle maatregelen die kinderen
aangaan, het belang van het kind de eerste overweging moet zijn.
Ook de Onderzoekscommissie Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder
bestendig verblijfsrecht adviseerde bij afschaffing van de
discretionaire bevoegdheid zo vorm te geven, dat er meer ruimte komt
voor de professional om al vroeg in de procedure te toetsen aan
schrijnendheid. De commissie raadde aan daarbij oog te hebben voor
potentieel lastige en complexe zaken, waaronder de zaken van (gezinnen
met) kinderen. Dit is aantoonbaar niet gerealiseerd.
Geworteldheid bij kinderen met een asielverleden ontstaat onder andere door de lange duur van procedures. Hierbij speelt het handelen of nalaten van de overheid soms een rol. In dergelijke gevallen is er sprake va het uitblijven van tijdige besluitvorming of van beslissingen die achteraf onjuist blijken te zijn. De werkvoorraden bij de IND en de Rechtspraak zijn momenteel al erg opgelopen. Door experts wordt verwacht dat dit alleen maar zal toenemen na het toepassen van de wetsvoorstellen. Dit zal waarschijnlijk leiden tot een nog grotere groep gewortelde kinderen die zich in een onzekere situatie bevinden.
De indiener is van mening dat kinderrechten leidend moeten zijn en gedragingen van ouders in asielprocedures veel minder zwaar toegerekend moeten worden aan kinderen. Deze kinderen hebben immers geen enkele invloed op de duur van hun verblijf in Nederland, noch op de asielprocedure zelf. Het belang van gewortelde kinderen dient zelfstandig meegewogen te worden in het geval er moet worden besloten of zij terug moeten keren naar het land van herkomst dat voor hen vaak onbekend is. Tevens zijn dit kinderen die een bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse maatschappij, Nederlands onderwijs genoten hebben, de cultuur kennen en ook een bijdrage aan de Nederlandse arbeidsmarkt kunnen leveren, dat grote tekorten kent.
De indiener is daarom van men van mening dat met een strengere asielprocedure dat ook voor snellere beslissingen zal moeten zorgen, de regering duidelijker dan nu ook de ruimte moet bieden voor uitvoeringsorganisaties en professional om een eigen afweging te maken op het moment dat er aantoonbaar sprake is van geworteldheid.
De indiener stelt daarom voor om geworteldheid van kinderen een zwaarwegend criterium te laten worden bij de beoordeling van verblijf kinderen, ook als er geen redenen voor vluchten (meer) zijn.
Ceder