[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Implementatie van de Richtlijn Btw in het digitale tijdperk

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2025D30181, datum: 2025-06-26, bijgewerkt: 2025-06-27 08:11, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4090 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2025Z13358:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

De Raad Economische en Financiële Zaken van de Europese Unie (hierna: Ecofin) heeft het pakket btw-regels voor het digitale tijdperk (Vat In the Digital Age, hierna: VIDA-pakket) tijdens de Ecofin van 11 maart 2025 officieel aanvaard. Op 25 maart 2025 is dit pakket aan regels gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.1 Het VIDA-pakket bestaat uit drie onderdelen: elektronisch factureren en digitale rapportage, de platformeconomie en de uitbreiding van de éénloketregelingen.

In deze brief informeer ik u, mede namens de minister van Economische Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het onderdeel elektronisch factureren en digitale rapportage. De andere twee onderdelen van het VIDA-pakket worden elk in een eigen wetstraject voorbereid, waarbij ten aanzien van de éénloketregelingen de verwachting is dat de wetgeving in het derde kwartaal van 2026 aan uw Kamer wordt toegezonden. Voor de platformeconomie is de planning om het wetsvoorstel in het najaar van 2025 in internetconsulatie te brengen.

Het onderdeel platformeconomie bevat onder meer een nieuwe platformfictie. Daardoor wordt een digitaal platform dat faciliteert bij de kortlopende verhuur van accommodatie of bij personenvervoer over de weg, voor de heffing van btw geacht die dienst zelf te hebben verricht. Aldus wordt het platform aangemerkt als de belastingplichtige en moet het de btw over die diensten voldoen, tenzij de feitelijke dienstverrichter bij het platform aangeeft zelf de btw te zullen voldoen. De wetgeving inzake de platformeconomie moet op 30 juni 2028 in de nationale wetgeving geïmplementeerd zijn, waarbij lidstaten de mogelijkheid hebben om de toepassing tot uiterlijk 1 januari 2030 uit te stellen.

Het onderdeel elektronisch factureren (hierna: e-facturatie) en digitale rapportage moet op 1 juli 2030 in werking treden. Dat lijkt nog ver weg maar dit onderdeel betekent voor alle ondernemers, belastingdiensten en betrokken dienstverleners in de Europese Unie (hierna: EU) grote wijzigingen.

Zo zullen ondernemers vanaf 1 juli 2030 verplicht zijn hun grensoverschrijdende handel met andere ondernemers (B2B) binnen de EU per transactie digitaal te rapporteren. Om dit mogelijk te maken worden zij verplicht elektronische facturen te gaan gebruiken die aan een vastgestelde EU-norm moeten voldoen. Dit vraagt dus inspanningen van alle betrokken partijen.

Bij het opleggen van nieuwe verplichtingen aan ondernemers staat het beperken van regeldruk centraal. Ik heb nadrukkelijk oog voor de effecten op (kleinere) ondernemers. E-facturatie biedt echter ook kansen voor ondernemers om hun bedrijfsvoering efficiënter te kunnen maken. Beide zijn uitgangspunten bij het implementeren van VIDA. Met het oog op de invoering van de e-facturatie is daarom de samenwerking gezocht met het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit vanwege de aanwezige kennis en ervaring op het gebied van e-facturatie, onder meer door de bestaande verplichting voor e-facturatie tussen bedrijven en de overheid, de aanpak van regeldruk en de bredere rijksbrede digitaliseringsopgave.

Daarnaast wordt e-facturatie gezien als een kans om administratieve processen te vereenvoudigen en de digitale economie te versterken. E-facturatie raakt dan ook aan andere onderdelen van de administratie van belastingplichtigen en kan een belangrijk instrument vormen in het bredere kader van administratieve vereenvoudiging, fraudepreventie en interoperabiliteit in de digitale economie. Dit kan ook voordelen bieden voor belastingplichtigen om de efficiëntie van hun bedrijfsvoering te verbeteren.

Met deze brief informeren wij u daarom nu al over de aanpak van dit implementatietraject, de beleidskeuzes die voorliggen en de vervolgstappen die wij zullen nemen.

Doel VIDA-pakket

De aanleiding voor deze wijzigingen is tweeledig. De huidige rapportageverplichting van grensoverschrijdende handel in de EU is niet actueel. Dit beperkt de effectiviteit voor de fraudebestrijding aanzienlijk. Daarnaast bestaan er tussen lidstaten verschillen in de nationale digitale rapportageverplichtingen die gelden voor de btw. Deze fragmentatie belemmert een soepele werking van de interne markt en leidt tot extra administratieve lasten voor belastingplichtigen met grensoverschrijdende handel.

Om de bovenstaande knelpunten weg te nemen, biedt het VIDA-pakket meer harmonisatie en standaardisatie. Dit stelt ons in staat de fragmentatie die is ontstaan in Europa te keren én tegelijkertijd het toezicht te verbeteren door meer bij de actualiteit aan te sluiten. Zo worden bepaalde verduidelijkingen en uitbreidingen in de éénloketregelingen doorgevoerd. De huidige regeling inzake voorraad op afroep wordt geleidelijk afgeschaft en vervangen door een nieuwe regeling binnen de éénloketregelingen, namelijk de overbrengingsregeling.

De inzet van e-facturatie en digitale rapportage vormt een belangrijk middel bij het beter aansluiten aan de actualiteit: het stelt lidstaten in staat om sneller en accurater toegang te krijgen tot transactiegegevens. Door deze directe aansluiting op het transactieniveau wordt het mogelijk om de btw efficiënter te innen en effectiever te handhaven en kunnen belastingdiensten beter dan nu zicht krijgen op de juiste btw-afdracht. Dit is essentieel voor het tijdig signaleren en corrigeren van fouten en het bestrijden van btw-fraude.

Wat betekent dit voor de ondernemers?

Ondernemers gaan vanaf 1 juli 2030 in heel Europa hun grensoverschrijdende handel met andere ondernemers binnen de EU per transactie digitaal rapporteren. Om dit mogelijk te maken, is het noodzakelijk om elektronische facturen te gebruiken. Deze facturen moeten voldoen aan een vastgestelde EU-norm.

De belangrijkste wijzigingen voor ondernemers die grensoverschrijdend handelen met ondernemers in andere EU landen zijn als volgt samen te vatten:

  • Ondernemers moeten elektronische facturen gebruiken. De termijn voor het uitreiken van deze facturen wordt verkort naar 10 dagen na het verrichten van de prestatie.

  • Factuurgegevens moeten vrijwel realtime digitaal worden gerapporteerd aan de Belastingdienst.

  • In tegenstelling tot de huidige situatie, waarin per maand of per kwartaal wordt gerapporteerd, zal de rapportage per factuur plaatsvinden.

Hoewel niet verplicht, krijgen lidstaten de mogelijkheid om deze verplichtingen ook toe te passen op nationale transacties.

Hoe pakken we dit aan?

Het implementatieproces is opgedeeld in vier fasen. De eerste fase richt zich op beleidsonderzoek, besluitvorming en voorbereiding. Daarna volgen wetgeving, technische uitwerking en uiteindelijk invoering. We streven ernaar om de wetgeving bij uw kamer in te dienen met het oog op afronding van het parlementair proces minimaal twee jaar vóór de inwerkingtreding. Dit is van belang voor een zorgvuldige voorbereiding, inclusief testfase, voor alle betrokken partijen.

Beleidskeuzes en afwegingen

Tot de eerste fase behoort nadrukkelijk ook het invulling geven aan de beleidskeuzes die lidstaten hebben. Ook in Nederland staan we voor een aantal belangrijke beleidskeuzes, zoals:

  • Gaan we e-facturatie ook verplicht stellen voor nationale B2B-handel?

  • Gaan we rapportageverplichting ook verplicht stellen voor nationale B2B-handel?

  • Welke technische infrastructuur is het meest geschikt voor zowel de e-facturatie tussen ondernemers als de rapportage aan de Belastingdienst?

Bij de afweging is het van belang om een balans te vinden tussen soms tegenstrijdige wensen, zoals:

  • De wens voor volledige vrijheid van digitale infrastructuur versus een uniforme handelwijze door het voorschrijven van een infrastructuur.

  • Het effect op de administratieve last versus het belang van het toezicht.

  • Het effect van additionele nationale verplichting op de regeldruk voor bedrijven en het vereenvoudigen van administratieve processen.

Voor de betrokken ondernemers wordt specifiek aandacht besteed aan de gevolgen voor kleine ondernemers, zoals de mogelijke administratieve lasten, de impact op hun bedrijfsvoering en de benodigde ondersteuning voor een soepele overgang naar e-facturatie en digitale rapportage. Om ervoor te zorgen dat de implementatie haalbaar en praktisch uitvoerbaar blijft, worden de keuzes in dit traject gemaakt met input uit (internet)consultatie van zowel ondernemers als daarbij betrokken dienstverleners. We streven ernaar de regelgeving zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de praktijk en de behoeften van alle betrokken partijen.

Om een weloverwogen keuze te maken, zullen wij ook kijken naar de aanpak van andere lidstaten.

Uitvoeringsaspecten Belastingdienst

De maatregelen en beleidskeuzes die voortvloeien uit het VIDA-pakket dragen wezenlijk bij aan het realiseren van de toekomstvisie van de Belastingdienst en passen bij ontwikkelingen zoals Tax Administration 3.0. De Belastingdienst streeft naar systemen die de juiste gegevens aanleveren die nodig zijn om de heffing en inning van belasting automatisch goed en gemakkelijk te maken. Daarnaast is de wens om de belastingheffing te integreren in het transactieomgeving van de belastingplichtige, waarbij belastingheffing direct aansluit bij de transactie en er toezicht is op de gegevensstromen. Implementatie van VIDA kan daarmee bijdragen aan het verbeteren van dienstverlening en handhaving en sluit aan bij de meerjarenstrategie van de Belastingdienst.

Om bovenstaande doelen te kunnen realiseren, moet er specifiek aandacht worden besteed aan de volgende uitvoeringsaspecten voor de Belastingdienst:

  • de ontwikkeling en aanpassing van het btw-systeem,

  • de systemen om rapportage door de Belastingdienst te kunnen ontvangen en binnen de Europese Unie uit te wisselen, en

  • de handhaving en toezicht door de Belastingdienst

  • Het op basis van wetgeving opstellen van een uitvoeringstoets.

Slot en voortgang

Wij houden uw Kamer middels kamerbrieven op de hoogte van de ontwikkelingen op dit dossier met als eerstvolgende stap het aangekondigde beleidsonderzoek.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane,





T. van Oostenbruggen

  1. Richtlijn (EU) 2025/516 van de Raad van 11 maart 2025 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG (PBEU L 2025/516),
    Verordening (EU) 2025/517 van de Raad van 11 maart 2025 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft de voor het digitale tijdperk noodzakelijke regelingen voor administratieve samenwerking op het gebied van de btw (PBEU L 2025/517),

    Uitvoeringsverordening (EU) 2025/518 van de Raad van 11 maart 2025 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 wat betreft de informatievereisten voor bepaalde btw-regelingen (PBEU L 2025/518).↩︎