Preview document (🔗 origineel)

---

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

29 240 Veiligheid op school

Nr. 1208 Brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2025

Met mijn brief van 28 januari 2025¹ heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) naar de naleving van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) door ArtEZ hogeschool voor de kunsten (ArtEZ). De inspectie concludeerde op basis van dit onderzoek dat er bij ArtEZ sprake was van wanbeheer op twee gronden, namelijk op grond van de borging van de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs en op grond van de omgang met betrokkenen.² Daarnaast concludeerde de inspectie dat bij ArtEZ een aantal wettelijke vereisten op het gebied van medezeggenschap en examinering niet of onvoldoende werd nageleefd.

De conclusies van het onderzoek van de inspectie zijn ernstig. Studenten en medewerkers moeten immers kunnen rekenen op goed onderwijs in een veilige leer- en werkomgeving. De inspectie heeft ArtEZ daarom gevraagd om een actieplan op te stellen voor herstel van de geconstateerde tekortkomingen. Dit is ook gebeurd en de inspectie heeft dit plan inmiddels beoordeeld. Zoals in mijn eerdere brief gemeld kan ik, wegens de conclusie van wanbeheer, als ultimum remedium overgaan tot het geven van een aanwijzing aan de Raad van Toezicht (RvT) van ArtEZ. Daarbij vereist de wet dat ik eerst probeer om de verbetering van de situatie bij ArtEZ te bereiken met een minder zwaar bestuurlijk middel. Ik voer daarom gesprekken met de RvT van ArtEZ over de wijze waarop ze de situatie verbeteren. Met deze brief informeer ik uw Kamer over deze beoordeling, mijn gesprekken met de RvT en over het vervolg.

Beoordeling inspectie

De inspectie is over het algemeen positief over het door ArtEZ opgestelde actieplan. Zij geeft aan dat het actieplan goed ingaat op alle door haar geconstateerde problemen, zoals de borging van de kwaliteit van het onderwijs bij AKI Fine Art, de zorg voor medewerkers en studenten en de besturingsvisie en organisatiestructuur. Ook koppelt het actieplan concrete verbeteracties aan de gesignaleerde problemen. Wel geeft de inspectie aan dat bepaalde risico’s niet worden benoemd, zoals specifieke risico’s ten aanzien van de sociale veiligheid binnen kunstopleidingen. Daarnaast geeft de inspectie mee dat aan het actieplan nog geen financiële middelen worden verbonden om de acties uit te voeren.

De inspectie heeft de beoordeling van het actieplan besproken met het College van Bestuur (CvB) van ArtEZ. Uit dit gesprek met de inspectie bleek dat het CvB grip heeft op de situatie en ook aan de slag is met de aandachtspunten die de inspectie heeft meegegeven ten aanzien van het actieplan. Daarnaast is in het gesprek een aantal van de zorgen die de inspectie had geadresseerd, aangaande risico’s omtrent financiën en sociale veiligheid. Dit maakt dat de inspectie er vertrouwen in heeft dat het CvB ook grip heeft op deze risico’s.

De inspectie heeft aangegeven dat het actieplan niet hoeft te worden aangepast of verbeterd. ArtEZ kan daarmee overgaan tot uitvoering. De inspectie gaat in het najaar nogmaals in gesprek met het CvB om een vinger aan de pols te houden ten aanzien van de voortgang. Tevens zal de inspectie een jaar na publicatie van het rapport, in januari 2026, een herstelonderzoek starten, waarmee wordt nagegaan of ArtEZ de geconstateerde tekortkomingen heeft hersteld.

Gesprekken RvT en vervolg

Zoals in mijn eerdere brief aangegeven, ben ik op verschillende momenten in gesprek gegaan met de RvT. De beoordeling van de inspectie van het actieplan en mijn eigen ervaringen uit de gesprekken, stemmen mij positief. Uit mijn gesprekken met de RvT blijkt dat zij het verbeteren van de situatie met urgentie oppakt en daarbij ook nadenkt over haar eigen rol, zowel in het verbeteren van de huidige situatie als het voorkomen van misstanden in de toekomst.

Het is nu aan ArtEZ om de uitvoering van het actieplan voortvarend ter hand te nemen. Ik heb de urgentie hiervan benadrukt in mijn gesprekken met de voorzitter en leden van de RvT van ArtEZ en ik zal tijdens de uitvoering van het actieplan met hen in gesprek blijven. Ik wacht de uitkomsten van het herstelonderzoek van de inspectie af.

Tot slot wil ik mijn waardering uitspreken voor alle medewerkers en studenten binnen ArtEZ die een bijdrage leveren (of hebben geleverd) aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het verbeteren van de sociale veiligheid.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

E.E.W. Bruins

---

1. Kamerstukken II 2024-2025, 31 288, nr. 1177↩︎

2. Wanbeheer, zoals gedefinieerd in artikel 9.9a, tweede lid, onderdeel b en onderdeel e, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De inspectie constateerde wanbeheer op twee gronden. Ten eerste trof ArtEZ niet de juiste maatregelen om de kwaliteit en goede voortgang van het onderwijs te waarborgen. Ten tweede werd de zorg voor betrokkenen binnen de instelling ernstig verwaarloosd, waardoor de sociale veiligheid van studenten en medewerkers in het geding is gekomen.↩︎