[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Diverse visserijonderwerpen

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2025D30871, datum: 2025-06-30, bijgewerkt: 2025-07-01 11:17, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1719 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2025Z13622:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Geachte Voorzitter,

Hierbij informeer ik u over een aantal onderwerpen aangaande het visserijbeleid.

Het gaat om de ingangsdatum van de wijziging in VMS-kosten, het toesturen van het rapport ā€œhet gebruik van vispluis in de Nederlandse visserij en aanbeveling voor vervolgstappen om dit gebruik te reducerenā€, het rapport over de verdere ontwikkeling van de routekaart verduurzaming netbescherming en het toesturen van het rapport ā€˜sociaal economische impacanalyse’.

Wijziging VMS-kosten

Zoals ik eerder aan de Tweede Kamer heb medegedeeld, is Nederland de enige lidstaat die de kosten van het vaartuigmonitoringssysteem (VMS) voor de individuele vissersvaartuigen betaalt, wat bijt met het principe van een gelijk Europees speelveld. Daarom is besloten om de VMS-kosten bij de sector te leggen en hen te verplichten per 1Ā januari 2026 de beschikking te hebben over een operationeel VMS-contract met een betrokken provider (Kamerstuk 21501-32, nr. 1672). De uitvoering van deze kostenverplaatsing lijkt meer tijd te vragen dan voorzien. De publicatie van de gewijzigde regelgeving zal daarom niet meer voor de zomer rond zijn en wordt verplaatst naar het najaar. Daarom zal de verplichting te beschikken over een operationeel VMS-contract met een betrokken provider ingaan per 1 april 2026 in plaats van 1 januari 2026. Dit geeft ook de sector voldoende mogelijkheid om zich op basis van de te publiceren regelgeving voor te bereiden op deze nieuwe realiteit. De Producentenorganisaties zijn hier reeds van op de hoogte gesteld.

Stand van zaken motie van het lid De Groot uit 2021 inzake uitfasering van vispluis (Kamerstuk 29 675, nr. 203).

De motie vraagt om de ontwikkeling van een routekaart voor de uitfasering van vispluis. In de afgelopen periode is gewerkt aan de ontwikkeling van de routekaart voor het geleidelijk toewerken naar de uitfasering van conventioneel vispluis. Als onderdeel van de routekaart is het gebruik van pluis in de Nederlandse visserijsector in kaart gebracht. Hierbij stuur ik de Tweede Kamer dit rapport dat een overzicht geeft van vispluis gebruik per visserij type en de mogelijke toepassing en huidige inzet van alternatieven toe. Tevens deel ik het rapport over de verdere ontwikkeling van de routekaart, als onderdeel hiervan zijn er gesprekken gevoerd met betrokken partijen. Vertegenwoordigers van de visserijsector hebben aangegeven positief te zijn over het vastleggen van afspraken in een mogelijk gezamenlijk convenant zoals voorgesteld in het rapport. Ik zal hierover met de sector en andere betrokkenen in gesprek gaan en de Tweede Kamer op de hoogte houden van de ontwikkeling hiervan. Tevens vindt er op regionaal niveau via OSPAR afstemming plaats over ontwikkeling en inzet van duurzame alternatieven voor netbescherming in de internationale Noordzee met landen waaronder Belgiƫ, Duitsland en Noorwegen. Hier hecht ik belang aan voor het creƫren van een level playing field voor de Nederlandse visserij sector.

Toezending resultaten vervolgonderzoek sociaaleconomische impactanalyse

Met deze brief stuur ik de Tweede Kamer het rapport: ā€œMonitoring effecten en afhankelijkheden visketen van Noordzeevisserij: Impactanalyse beleidsbeslissingen op de keten van Nederlandse visserijregio’sā€ (hierna genoemd Monitoring).Dit rapport is het resultaat van een vervolgstudie op het rapport ā€œVisclusters in Nederland (nulmeting): omvang en afhankelijkheid voor de keten en toeleverende industrie van Noordzeevisserijā€, dat de Tweede Kamer op 13 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1553) heeft ontvangen. Het eerste rapport (nulmeting) gaf antwoord op de vraag wat de sociaal-economische omvang van de visclusters is per visserijregio in 2021. In het tweede rapport (monitoring) wordt ingegaan op de effecten van beleidsbeslissingen en marktontwikkelingen in de periode 2022-2023. Het rapport bevat een kwantitatief en een kwalitatief deel. De kernvraag van het onderzoek is: wat is de sociaal-economische omvang van de visclusters per visserijregio en in welke mate zijn deze visclusters afhankelijk van de Nederlandse visserij?

Voor bijna alle visserijregio’s hebben de landzijdige bedrijven in de visclusters een daling in omzet gehad over 2022-2023, met name in de visserijregio’s Waddenkust, Kop van Noord-Holland en Zuidwest Nederland. De werkgelegenheid is echter minimaal gedaald of zelfs stabiel gebleven, gemiddeld per bedrijf in de diverse visserijregio’s. De regio’s Katwijk-Scheveningen, IJmuiden en Urk lieten de kleinste daling of zelfs stabilisatie zien in omzet. In 2022-2023 zagen met name visafslagen, transporteurs en toeleveranciers de grootste omzet daling. Deze schakels ondervinden effecten voor de omzet van een krimpende kottervloot en dalende aanvoervolumes van Noordzeevis. Nederlandse bedrijven importeren meer vis en richten zich meer op buitenlandse afnemers. Nederland heeft een belangrijke functie in de verwerking van visproducten voor de Europese consumentenmarkt.

De Noordzeevisserij neemt af, maar vervult nog steeds een belangrijke functie voor de visserijregio’s. Volgens geĆÆnterviewde bedrijven en sleutelfiguren blijft het belangrijk dat de landzijdige visclusters voldoende economische activiteiten behouden om een vitale functie te kunnen vervullen rondom visserijhavens en in de regio’s van landzijdige visclusters. De ontwikkelingen in de Noordzeevisserij en de gevolgen van beleid op de visclusters in Nederland heeft mijn voortdurende aandacht. Zoals aan u gemeld in de brief van 20 maart 2024 (Kamerstuk 26 737, nr. 12) is vanuit LVVN 30 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het Visserij Ontwikkel Plan (VOP). Daarmee steun ik de visclusters bij de aanpassingen die zij moeten doen als gevolg van een kleinere, meer duurzame en diverse aanvoersector en bij het behoud en ontwikkeling van het sociaal-cultureel erfgoed van de visserijgemeenschappen. De resultaten van het onderhavige WUR-onderzoek zullen meegenomen worden in vervolgonderzoek in het kader van de sociaaleconomische impactanalyse. WUR zal hierbij een visserijmodel ontwikkelen, dat de effecten van overheidsbeleid, bijvoorbeeld gericht op gebiedssluitingen of ruimtelijke beperkingen op zee, op de sociaaleconomische prestaties van de visserij en de visserijketen kan simuleren. De resultaten van deze simulaties kunnen gebruikt worden bij te maken keuzes bij het ontwikkelen van beleid. De toekomst van visserijgemeenschappen blijft daarbij bij mij hoog op de agenda staan.

Jean Rummenie

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur