Reactie op verzoek commissie over verkeersboetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
Maatregelen verkeersveiligheid
Brief regering
Nummer: 2025D30913, datum: 2025-06-30, bijgewerkt: 2025-07-03 13:50, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -1178 Maatregelen verkeersveiligheid.
Onderdeel van zaak 2025Z13641:
- Indiener: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-07-02 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Op 13 maart jl. verzocht de vaste Kamercommissie van Justitie en Veiligheid de Minister van Justitie en Veiligheid schriftelijk om een reactie op een burgerbrief. Vanwege een organisatorisch gebrek heeft dit verzoek mijn ministerie helaas enkele weken later bereikt. Het inningsbeleid van onder andere de verkeersboetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en de verantwoordelijkheid voor het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) is thans bij mij belegd. Ik zal daarom reageren op het verzoek in plaats van de voormalig Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Kern van de brief
De briefschrijver geeft in zijn brief aan het een goede zaak te vinden dat wordt nagedacht over een verdere verbetering van de persoonsgerichte inning van verkeersboetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). In de brief worden enkele suggesties gedaan voor verdere verbetering van het inningsbeleid, namelijk het verlengen van de initiële betalingstermijn voor verkeersboetes en de mogelijkheid om bij de rechter uitleg te kunnen geven over de redenen voor een te late of afwezige betaling. De rechter zou daarbij de mogelijkheid moeten krijgen een vervangende sanctie, zoals een taakstraf op te kunnen leggen. Tot slot zou het dwangmiddel gijzeling moeten worden afgeschaft.
Reactie op de brief
Ik span mij ervoor in het inningsbeleid verder te verbeteren. Het doet mij dan ook goed te lezen dat deze inspanningen niet onopgemerkt zijn gebleven. Het CJIB heeft de afgelopen jaren al een aantal grote stappen gezet richting een meer persoonsgerichte inning. Daar is onlangs nog een significante aanvulling uit het regeerprogramma bijgekomen: de mogelijkheid om ophogingen van Wahv-boetes bij overmachtsituaties of onevenredig hardvochtige effecten kwijt te kunnen schelden. Het is van groot belang bij de inning van verkeersboetes oog te hebben voor de mensen achter de boetes. Er zullen echter altijd mensen zijn die moeite hebben om hun verkeersboetes te betalen of die dat niet kunnen als gevolg van (problematische) schulden. Het CJIB blijft zich daarom ook de komende tijd inzetten op een persoonsgerichte inning van de Wahv-boetes.
Beleidsinitiatieven regeerprogramma en gevolgen besluitvorming Voorjaarsnota
In het regeerprogramma is aangekondigd dat het CJIB eerst een betalingsherinnering zal gaan sturen als mensen vergeten tijdig te betalen. Op die manier wordt voorkomen dat mensen direct met extra kosten worden geconfronteerd.
Daarnaast is, zoals hierboven aangegeven, aangekondigd dat het CJIB de mogelijkheid krijgt de ophogingen bij verkeersboetes kwijt te kunnen schelden indien sprake is van overmacht of onevenredig hardvochtige effecten.
De structurele middelen voor deze maatregelen zijn evenwel bij de Voorjaarsnota 2025 weggevallen. Het CJIB is zoals eerder aan uw Kamer gemeld op 1 juni jl. gestart met het kwijtschelden van ophogingen. Het is mogelijk hiermee te starten, omdat de benodigde middelen tot en met 2028 zijn geborgd, onder andere door de benodigde middelen op de begroting van mijn ministerie te vinden.1 Voor de invoering van de betalingsherinnering heb ik meer tijd nodig om de consequenties van het wegvallen van de structurele middelen in kaart te brengen. Uw Kamer wordt hierover uiterlijk in het derde kwartaal van dit jaar geïnformeerd.
Suggestie verlenging betaaltermijn
De briefschrijver geeft aan dat de betaaltermijn voor Wahv-boetes om diverse redenen zou moeten worden verlengd naar drie maanden. Zo zou beter achterhaald kunnen worden waarom de betrokkene zijn of haar boete(s) nog niet heeft betaald. Hierover merk ik het volgende op. Als mensen vanwege betalingsproblemen niet tijdig kunnen betalen, kan een betalingsregeling worden getroffen. Het CJIB hanteert een ruim betalingsregelingenbeleid waarvan ook veelvuldig gebruik wordt gemaakt; in 2024 zijn circa 385.000 betalingsregelingen getroffen. De briefschrijver noemt in dit verband nog dat sommige mensen niet binnen de betaaltermijn overgaan tot betaling omdat zij zijn overleden. Als dat het geval is, vervalt de verkeersboete.2 Het CJIB stopt dan vanzelfsprekend met de inning. De huidige betaaltermijn bedraagt acht weken. Een verlenging van de huidige betaaltermijn naar twaalf weken acht ik niet nodig, doordat deze betaaltermijn ruim genoeg is om actie te ondernemen en ofwel de boete te betalen ofwel contact te zoeken met het CJIB voor het treffen van een betalingsregeling.
Verder is het van belang te benoemen dat het CJIB mensen op allerlei manieren aanspoort contact met hen op te nemen als zij moeilijkheden hebben met het betalen van hun verkeersboete(s). Zo staat op de initiële boetebeschikking al vermeld dat mensen in termijnen kunnen betalen. Deze informatie is ook terug te vinden op de website van het CJIB. Mensen kunnen zowel telefonisch, via de chat en via de website een betalingsregeling aanvragen en hun persoonlijke omstandigheden toelichten. Het mogelijk maken van een zitting bij de rechter om persoonlijke omstandigheden toe te lichten, zoals de briefschrijver suggereert, is daarmee niet nodig.
Suggestie opleggen alternatieve sanctie
De briefschrijver doet verder de suggestie om bij het uitblijven van een betaling de rechter de mogelijkheid te geven een vervangende sanctie op te leggen, zoals een taakstraf. Voor het opleggen van een alternatieve sanctie, zoals een taakstraf, biedt de wet geen ruimte. Dat is ook niet zonder reden, omdat de verkeersovertredingen die worden afgehandeld op grond van de Wahv geen strafbaar feit in de zin van het Wetboek van Strafrecht opleveren.
Daarmee is het opleggen van een strafrechtelijke sanctie, zoals een (vervangende) taakstraf, ook niet mogelijk. Ik vind het ook onwenselijk om dit mogelijk te maken, omdat de Wahv-boete daarmee behoorlijk wordt verzwaard en daarmee is de betrokkene zeer waarschijnlijk niet geholpen. Ook verhoudt het opleggen van een alternatieve sanctie aan de beboete persoon zich niet tot de kentekenaansprakelijkheid waar de Wahv op is gebaseerd. Tot slot zou de mogelijkheid tot oplegging van een alternatieve sanctie door de rechter vanwege de grote aantallen verkeersboetes een verzwaring van de werklast in de strafrechtketen, in het bijzonder voor de rechtspraak tot gevolg hebben. Dat vind ik onwenselijk.
Suggestie afschaffen dwangmiddel gijzeling
De briefschrijver doet tot slot de suggestie om het dwangmiddel gijzeling af te schaffen, omdat hij meent dat mensen hierdoor alleen maar verder in de problemen komen. Gijzeling is het allerlaatste dwangmiddel dat kan worden ingezet om iemand tot betaling te bewegen en wordt alleen ingezet indien sprake is van betalingsonwil. Bij betalingsonmacht wordt dus geen gijzeling ingezet.3 Voordat gijzeling wordt toegepast, vindt een persoonsgerichte beoordeling door het CJIB plaats, waarna op basis van een vordering van het openbaar ministerie de rechter een machtiging voor gijzeling kan afgeven.4 Voordat de machtiging wordt afgegeven, wordt de betrokkene altijd opgeroepen om op zitting te verschijnen. Ook daar krijgt betrokkene gelegenheid om zijn of haar persoonlijke situatie toe te lichten. De rechter beslist of gijzeling mag worden ingezet. In de praktijk wordt gijzeling slechts zeer sporadisch toegepast: de afgelopen drie jaar zijn er geen mensen gegijzeld voor het niet betalen van een Wahv-boete. Voor afschaffing van dit dwangmiddel zie ik dan ook geen aanleiding. Het dient als stok achter de deur voor mensen die wel kunnen maar niet willen betalen.
Tot slot
Het is van belang de kans zo groot mogelijk te maken dat bij overtreding van een verkeersregel een boete wordt opgelegd en ook wordt geïnd. Dit vormt immers een belangrijke stimulans voor mensen om zich aan de verkeersregels te houden. Op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan het vergroten van de verkeersveiligheid in Nederland.
De Staatssecretaris Rechtsbescherming,
T.H.D. Struycken
In 2026 is 10 miljoen euro beschikbaar gesteld en in 2027 en 2028 gaat het om 19 miljoen euro voor beide beleidsinitiatieven. Zie ook Kamerstukken II 2024-2025 29279, nrs. 915 en 931.↩︎
Zie in dit verband artikel 25, vierde lid Wahv.↩︎
Artikel 4.3.42 van de Beleidsregel inning Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften van het CJIB.↩︎
Zie ook Kamerstukken II 2024-2025 29398, nr. 1173.↩︎