Jaarrapportages Nederlands mestbeleid 2025
Mestbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D30953, datum: 2025-06-30, bijgewerkt: 2025-07-01 11:46, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Beslisnota bij Jaarrapportages Nederlands mestbeleid 2025
- Rapportage Nederlands mestbeleid 2024
- Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2023
Onderdeel van kamerstukdossier 33037 -604 Mestbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z13656:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-07-02 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-10 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij informeer ik u over twee jaarlijkse rapportages over het mestbeleid in relatie tot de derogatie. Het rapport «Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie 2023», opgesteld door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen Economic Research (bijlage 1). Daarnaast stuur ik u ook de «Rapportage Nederlands mestbeleid 2024», opgesteld door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) (bijlage 2). Met deze rapporten wordt invulling gegeven aan de rapportageverplichting uit de derogatiebeschikking (2022/2069/EU).
Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2023
Het RIVM-rapport 'Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2023' geeft een analyse over het effect van derogatie op de waterkwaliteit in 2023 en 2024. Een bedrijf met een derogatievergunning mag onder voorwaarden meer dan 170 kg stikstof uit graasdiermest per hectare aanwenden, waarvoor de belangrijkste voorwaarde is dat het areaal van een landbouwbedrijf met derogatie voor minimaal 80% uit grasland bestaat.
In de rapportage komt naar voren dat de kwaliteit van het grondwater onder bedrijven met een derogatievergunning in 2023 verbeterde ten opzichte van voorgaande jaren. In Zand Midden/Zuid had 48 procent van de bedrijven een concentratie hoger dan 50 mg/l. In de andere uitspoelingsgevoelige regio, de lössregio, had in 2023 slechts 9 procent van de bedrijven een concentratie hoger dan de norm. In de veenregio had ongeveer 2 procent van de bedrijven een nitraatconcentratie in het uitspoelingswater die hoger was dan de nitraatnorm van 50 mg/l. In de kleiregio zat 12 procent van de bedrijven boven de norm. In Zand Noord was dat 15 procent van de bedrijven.
In 2024 lag de gemiddelde concentratie nitraat in de bovenste meter van het grondwater op derogatiebedrijven in alle regio’s ruim onder de norm van 50 milligram per liter grondwater. Van de bedrijven in Zand Midden/Zuid had 90 procent een lagere concentratie dan 50 mg/l. Van de bedrijven in Zand Noord was dat ongeveer 96 procent. In de kleiregio daalde de nitraatconcentratie van 17 mg/l in 2023 naar 10 mg/l in 2024. In deze regio had 98 procent van de bedrijven in 2024 een lagere nitraatconcentratie dan 50 mg/l. In de veenregio daalde de nitraatconcentratie van 8,6 naar 5,3 mg/l. Alle bedrijven in de veenregio hadden een nitraatconcentratie onder de 50 mg/l. Naast de ontwikkelingen in de landbouwpraktijk had het weer, met de vele neerslag in 2023 en 2024, invloed op de nitraatconcentraties in het grondwater.
Dit rapport is gebaseerd op metingen van grondwater onder derogatiebedrijven, metingen van grondwater onder andere type landbouwbedrijven (uit het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) maken geen onderdeel uit van dit rapport. Onder een derogatiebedrijf is de grondwaterkwaliteit veelal beter dan onder andere landbouwbedrijven vanwege het hoge aandeel grasland.
Rapportage Nederlands Mestbeleid 2024
Mestproductie
In de ‘Rapportage Nederlands mestbeleid 2024’ zijn de definitieve cijfers opgenomen van de fosfaat- en stikstofexcretie door de Nederlandse veehouderij in 2024, zoals samengesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Uit de cijfers blijkt dat de totale mestproductie in Nederland, uitgedrukt in kilogrammen mest, in 2024 iets is afgenomen ten opzichte van 2023. Daarbij is het gehalte stikstof en fosfaat in de mest verder gedaald.1 De totale stikstofproductie is verder gedaald naar 448,9 miljoen kg en ligt daarmee onder het plafond van 489,4 miljoen kg stikstof als neergelegd in artikel 4, tweede lid, van de derogatiebeschikking (2022/2069/EU). Daarnaast is sprake van een lichte daling van de productie van fosfaat in dierlijke mest naar 146,7 miljoen kg fosfaat. Met deze daling blijft de totale fosfaatproductie onder het niveau van 150,7 miljoen kg fosfaat, als beschreven in de derogatiebeschikking.
De productie van stikstof door melkvee is afgenomen naar 265,2 miljoen kg stikstof. De fosfaatproductie van melkvee is in 2024 gestegen naar 76,7 miljoen kg fosfaat. In 2024 is de stikstof- en fosfaatproductie van varkens verder gedaald naar respectievelijk 80,1 miljoen kg stikstof en 32,3 miljoen kg fosfaat. De stikstofproductie van pluimvee is in 2024 ten opzichte van 2023 gedaald naar 48,7 miljoen kg stikstof. De fosfaatproductie van pluimvee nam in 2024 af naar 20,8 miljoen kg fosfaat.
Definitieve stikstofexcretie per sector (in miljoen kg stikstof)2
Plafond3 | 2018 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|
Melkvee | 281,8 | 289,9 | 269,2 | 273,8 | 265,2 |
Varkens | 99,1 | 96,6 | 88,6 | 81,7 | 80,1 |
Pluimvee | 60,3 | 56,8 | 53,9 | 52,6 | 48,7 |
Overig | 63,2 | 60,2 | 55,4 | 55,5 | 55 |
Totaal | 504,4 | 503,4 | 467,1 | 463,5 | 448,9 |
Definitieve fosfaatexcretie per sector (in miljoen kg fosfaat)4
Plafond5 | 2018 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|
Melkvee | 84,9 | 78,7 | 77,2 | 75,6 | 76,7 |
Varkens | 39,7 | 37,6 | 34,4 | 32,8 | 32,3 |
Pluimvee | 27,4 | 25,8 | 22,5 | 23,0 | 20,8 |
Overig | 20,9 | 19,7 | 16,2 | 16,1 | 17 |
Totaal | 172,9 | 161,8 | 150,4 | 147,5 | 146,7 |
Derogatie deelname
In 2024 nam het aantal aanmeldingen voor een derogatievergunning verder af met 2,4% ten opzichte van 2023. Opvallend is dat het aantal hectares dat onder derogatie valt is toegenomen, evenals het aantal hectares grasland. Het percentage grasland op derogatiebedrijven in 2024 steeg met 2% ten opzichte van voorgaande jaren (naar 90%). In de Rapportage Nederlands mestbeleid 2024 wordt ook verslag gedaan over de resultaten van controles op bedrijven met een derogatievergunning. De toezichtintensiteit in het jaar 2024 is toegenomen naar 4%. Het handhavingspercentage is in 2024 toegenomen tot 22%.
Versterkte Handhavingsstrategie Mest (VHS Mest)
Met de Versterkte Handhavingsstrategie (VHS) Mest wordt controle en handhaving risicogericht ingezet om de naleving te vergroten. In het jaar 2024 verliep de voortgang van de implementatie van de VHS Mest goed in de drie geïdentificeerde risicogebieden – de Peel, de Gelderse Vallei en Twente – en op de meest risicovolle schakels in de mestketen – intermediaire ondernemingen en co-vergisters. Voor de drie regio’s zijn in 2024 de afspraken van voorgaande jaren voortgezet. De NVWA kreeg in 2024 ook meer meldingen voor het uitvoeren van inspecties van de gebiedsgerichte handhaving (GGH) partners. Dit was bijna viermaal zoveel als in 2023. Dit resultaat volgt mede uit de goede samenwerking en inzet van de GGH. De analyse voor uitbreiding van gebiedsgerichte handhaving naar alle risicogebieden is in 2024 gestart en de besluitvorming over deze uitbreiding zal naar verwachting in de zomer van 2025 worden afgerond.
Op 1 januari 2023 is het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Mest (rVDM), het realtime verantwoorden van mesttransporten definitief ingevoerd. Sinds 1 januari 2024 worden ook de mesttransporten voor export en import volgens het rVDM proces afgehandeld. Een volgende stap is om de planning van het nemen van mestmonsters door onafhankelijke monsternemers (verplicht bij vaste mest) te integreren binnen het rVDM-systeem. Daarnaast lopen er acties om de rVDM gegevens over export en import ook meer te gaan delen met de buurlanden.
Daarnaast blijft de inzet van de RVO en de NVWA op inspectie van intermediairs – geïdentificeerd als risicovolle schakel in de VHS – onverminderd hoog (in 2024 was de toezichtsintensiteit op intermediairs vanuit de NVWA 23%). Ook is voldaan aan de derogatievoorwaarde om minimaal 5% van alle derogatiebedrijven fysiek te controleren: in 2024 zijn in totaal 760 derogatiebedrijven geïnspecteerd. Verder is in 2024 6% van alle bedrijven met varkens gecontroleerd.
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
In de tabellen in deze Kamerbrief zijn de cijfers over de fosfaat- en stikstofproductie in 2024 opgenomen. Ten opzichte van 2023 zijn zowel de stikstofproductie als de fosfaatproductie verder gedaald. De totale mestproductie, uitgedrukt in kilogrammen mest, nam af in 2024. Een overzicht hiervan is opgenomen in tabel 2 van de bijgevoegde Rapportage Nederlands mestbeleid 2024.↩︎
Door afronding kan de som van de getallen afwijken van het totaal.↩︎
Plafonds uit de Meststoffenwet zoals deze golden in 2024.↩︎
Door afronding kan de som van de getallen afwijken van het totaal.↩︎
Plafonds uit de Meststoffenwet zoals deze golden in 2024.↩︎