[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inzet op het nieuwe GLB post 2027 en appreciatie 'single plan'

Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D31009, datum: 2025-06-30, bijgewerkt: 2025-07-01 12:54, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28625 -375 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z13675:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Geachte Voorzitter,

Uw Kamer heeft mij gevraagd mijn inzet richting de aankomende voorstellen voor het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) post 2027 te beschrijven en daarbij specifiek in te gaan op de ideeĆ«n voor een ā€œsingle fundā€ (kenmerk: 2025Z11104/2025D30165). Ik voldoe hier graag aan met deze brief. Daarbij wil ik aangeven dat er nog geen concrete voorstellen beschikbaar zijn en dat ik daarmee werk op basis van de huidige aannames over de voorstellen.

Single Plan

Op 12 februari jl. heeft de Europese Commissie de mededeling ā€˜De weg naar het volgende Meerjarig Financieel Kader’ gepresenteerd. Hierin heeft de Commissie aangegeven te willen gaan werken met een ā€˜single plan’, oftewel een plan voor iedere lidstaat met hervormingen en investeringen, dat is opgesteld in samenwerking met nationale, regionale en lokale autoriteiten. Dit ā€˜single plan’ wordt het National and Regional Partnerships for investment and reform (NRP) genoemd. Het weerspiegelt het voornemen van de Commissie om verschillende EU-programma's - waaronder het GLB, het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en het cohesiebeleid - samen te voegen tot een enkel financieringsinstrument en nationale plannen van lidstatenĀ als uitgangspunt te nemen voor de uitgaven van de lidstaten.

In aanloop naar de publicatie van de MFK-voorstellen door de Europese Commissie op 16 juli a.s., worden door zowel het Europees Parlement als de Landbouw- en Visserijraad al posities ingenomen. Op 7 mei 2025 nam het Europees ParlementĀ een resolutieĀ aan waarin het idee van een ā€˜single plan’ werd afgewezen. Op 26 mei 2025 werd op de Landbouw- en Visserijraad door een groot aantal lidstaten een duidelijk signaal afgegeven richting de Commissie dat stelt dat ook na 2027 de huidige structuur van het GLB met twee pijlers behouden moet blijven en er voldoende geld beschikbaar moet zijn voor het GLB en GVB.

De Nederlandse regering heeft nog geen positie ingenomen. Het kabinet wacht de Commissievoorstellen af. Uw Kamer zal zo spoedig mogelijk na het zomerreces een kabinetsappreciatie van de voorstellen ontvangen.

Een marktgericht GLB voor een weerbare sector

Voor het GLB zet ik in op voedselzekerheid. Daarvoor is het nodig dat boeren ook op langere termijn voedsel kunnen produceren en hierdoor een inkomen kunnen verwerven. Het GLB moet daaraan ondersteunend zijn. Dit kan door het versterken van de economische weerbaarheid door naast een zekere basisbetaling in te zetten op onder andere innovatie en kennisdeling, stimulering voor de inzet voor ecosysteemdiensten via de ecoregeling en het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) en door het versterken van de positie in de keten door steun aan operationele programma’s van producentenorganisaties. De stimulering is daarbij gericht op de actieve boerenondernemers die individueel en samen bewust met hun vak bezig zijn en zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Daarmee richt het GLB zich primair op boeren die hun inkomen uit de markt halen, waarbij het GLB ondersteuning biedt voor verdere ontwikkeling of beloning van diensten die niet goed via de markt worden vergoed. Ik zet daarbij in op goed op elkaar afgestemde regelingen voor de basisbetaling, ecoregeling en de Agromilieuklimaatverbintenissen, deze laatste verbintenissen zijn in Nederland de basis voor het ANLb.

Afhankelijk van de beschikbare systematiek en mogelijke regelingen zal ik streven naar een evenwichtige inzet op alle GLB-doelen met behoud van het gelijke Europees speelveld. Daarbij zal ik mij in het bijzonder inzetten voor de inkomenspositie van boeren door onder meer een goede beloning voor het leveren van ecosysteemdiensten en inzet op een goed concurrentievermogen. Het GLB kan daarbij helpen bij het behalen van (inter)nationale verplichtingen rond bijvoorbeeld klimaat, water en natuur. Ook het stimuleren van de aanpassing aan de verandering in het klimaat zal in het GLB weer aandacht krijgen. Daarnaast verwacht ik vanuit de Europese Commissie voorstellen om generatievernieuwing te stimuleren; een onderwerp dat ik ook nationaal veel aandacht geef. Ook zal ik me onder meer richten op kennis en innovatie en een vitaal platteland, waarover ik eerder Europees heb aangegeven dat het beleid hiervoor moet aansluiten bij de Nederlandse situatie. In de Landbouw- en Visserijraad heb ik daarnaast herhaaldelijk aandacht gevraagd voor de mogelijkheden van en voor doelsturing in het GLB en ik zal me daarvoor blijven inzetten.

Inzet op behoud en doorontwikkeling

Omdat de voorstellen van de Commissie nog niet zijn gepubliceerd is het onduidelijk welke mogelijkheden geboden gaan worden. In de Landbouw- en Visserijraad heb ik eerder aangegeven dat ik voorstander ben van een doorontwikkeling van het huidige prestatiemodel voor de strategische GLB-plannen. Geen revolutie maar evolutie zodat het GLB nog meer prestatiegericht wordt. Daarbij geven de huidige in het GLB beschikbare regelingen al ruime mogelijkheden om het GLB op de Nederlandse behoeften in te richten. Het in stand houden van dit instrumentarium heeft dan ook mijn voorkeur, waarbij verbeteringen in regelgeving uiteraard mogelijk zijn.

In de visie op Landbouw en Voedsel van Commissaris Hansen en het onlangs uitgekomen vereenvoudigingsvoorstel voor het huidige GLB wordt voorgesorteerd op een verandering van de werkwijze met conditionaliteiten voor areaalgebonden regelingen. Ik verwacht dat deze nieuwe werkwijze wordt voortgezet in het nieuwe voorstel voor het GLB na 2027. Dit zou betekenen dat de hierbij beoogde doelen worden gerealiseerd via stimulering in plaats van via een verplichting. Ik wacht de voorstellen daarover af, maar deze richting klinkt sympathiek.

Daarnaast zet ik in op meer subsidiariteit voor de lidstaten waardoor het GLB gericht kan worden op de nationale situatie en behoeften. Daarbij is vereenvoudiging een belangrijk uitgangspunt. Om dat te realiseren zullen besluiten nodig zijn om de complexiteit te verminderen. Dit kan door bepaalde onderdelen of stimulering in een nieuwe GLB niet meer aan te bieden, wat gerichte keuzen vraagt.

Hoogachtend,

Femke Marije Wiersma

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur