[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Fiche: Mededeling horizontale interne-marktstrategie

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2025D31105, datum: 2025-07-01, bijgewerkt: 2025-07-02 16:01, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4096 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2025Z13722:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Fiche 1: Mededeling horizontale interne-marktstrategie

  1. Algemene gegevens

  1. Titel voorstel

De eengemaakte markt: onze Europese thuismarkt in een onzekere wereld. Een strategie om de eengemaakte markt eenvoudig, naadloos en sterk te maken

  1. Datum ontvangst Commissiedocument

21 mei 2025

  1. Nr. Commissiedocument

COM(2025) 500

  1. EUR-Lex

EUR-Lex - 52025DC0500 - NL - EUR-Lex

  1. Nr. impact assessment Commissie en Opinie

Niet opgesteld

  1. Behandelingstraject Raad

Raad voor Concurrentievermogen

  1. Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken

  1. Essentie voorstel

De Europese Commissie (hierna: Commissie) heeft op 21 mei 2025 de horizontale interne-marktstrategie (hierna: strategie) gepubliceerd. In deze strategie benadrukt de Commissie de noodzaak om de Europese interne markt te versterken, als fundament van Europese economische stabiliteit, weerbaarheid en concurrentievermogen. De Commissie stelt 58 concrete acties voor om de interne markt verder te vereenvoudigen, versterken en stroomlijnen. De strategie bouwt voort op de aanbevelingen uit de rapporten van Enrico Letta1 en Mario Draghi.2 Daarin staat op urgente wijze beschreven dat het economisch gewicht van de EU en interne markt aanzienlijk is afgenomen ten opzichte van de rest van de wereld. Er is onmiddellijk stevige Europese inzet en actie nodig op alle fronten van de interne markt.

De strategie bestaat uit vijf hoofdstukken met in ieder een probleemanalyse en vervolgens concrete acties om deze problematiek op de interne markt aan te pakken. De strategie bevat zelf geen nieuwe wetgeving, maar kondigt verschillende (wetgevende) voorstellen aan die in 2025, 2026 en 2027 worden verwacht. Uw Kamer zal over de hierna beschreven individuele voorstellen te zijner tijd via de geëigende wegen worden geïnformeerd.

In het eerste hoofdstuk identificeert de Commissie de volgens haar tien meest schadelijke belemmeringen (‘terrible ten’) voor bedrijven en burgers op de interne markt, die zij met voorrang wil aanpakken: 1) complexe EU-regels; 2) gebrek aan betrokkenheid en politiek eigenaarschap van de EU-lidstaten; 3) ingewikkelde vestiging en exploitatie van bedrijven; 4) beperkte erkenning van beroepskwalificaties; 5) gebrek aan geharmoniseerde normen; 6) versnipperde regels voor verpakkingen, etikettering en afval; 7) gebrek aan productconformiteit; 8) restrictieve en uiteenlopende nationale dienstenregelgeving; 9) belastende regels voor de detachering van werknemers; 10) ongerechtvaardigde territoriale leveringsbeperkingen. Het wegnemen van deze belemmeringen zal het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal in de EU ten goede komen.

Met het tweede hoofdstuk beoogt de Commissie de Europese dienstensector nieuw leven in te blazen, omdat de interne markt voor diensten tot op heden onderontwikkeld is. De strategie richt zich op specifieke dienstensectoren en kondigt een wetsvoorstel aan voor bouwdiensten, een wetsvoorstel inzake digitale netwerken en een wetsvoorstel over de EU-bezorgmarkt om de regels voor de post- en pakketsector te moderniseren. Daarnaast komen er initiatieven voor een uniform boekingssysteem voor treinreizen, grensoverschrijdende autoverhuur, en papierloze mobiliteit van passagiers en goederen. Ook zal de Commissie de lidstaten ondersteunen bij de vrijwaren van gereguleerde zakelijke diensten van onnodige regelgeving. Verder wil zij grensoverschrijdende diensten in de industrie, zoals installatie, onderhoud en reparatie, meer faciliteren.

Het derde hoofdstuk richt zich op het midden- en kleinbedrijf (mkb). De Commissie beoogt het mkb beter te ondersteunen en opschaling aan te moedigen en te belonen. De Commissie verwijst naar de voorgestelde nieuwe definitie van kleine midcaps.3 Met deze nieuwe definitie moet het makkelijker worden om enkele van de voordelen voor het mkb uit te breiden tot deze kleine midcaps. Ook is tegelijkertijd met de strategie een mkb-ID-instrument gepresenteerd. Dat is een online-instrument waarmee een mkb-status eenvoudig kan worden gecontroleerd. De Commissie zal daarnaast ook het netwerk van mkb-gezanten versterken en het huidige mkb-fonds verlengen tot 2026.

Het vierde hoofdstuk ziet op de digitalisering van de interne markt. De Commissie zal een (digitale) Europese portemonnee voor ondernemingen (‘European Business Wallet’) introduceren, de Interne Markt Informatiesysteem (IMI) verordening herzien, EU-wetgeving herzien om het gebruik van het digitale productpaspoort uit te breiden en e-facturering bij overheidsaanbestedingen te verplichten. Ook heeft de Commissie als onderdeel van het vierde omnibuspakket twee voorstellen gepubliceerd waardoor bedrijven onder meer documenten digitaal kunnen indienen om te voldoen aan verplichtingen uit bepaalde geharmoniseerde EU-productwetgeving.

Het vijfde hoofdstuk richt zich op betere toepassing en handhaving van interne-marktregels en politieke betrokkenheid bij de interne markt. De Commissie roept de lidstaten op om een vertegenwoordiger op hoog niveau (‘Single Market Sherpa’) aan te wijzen om toezicht te houden op de toepassing van interne-marktregels en het voorkomen en adresseren van interne-marktbelemmeringen, bij voorkeur te positioneren in het kantoor van de president of premier. Daarnaast zal de Commissie een jaarlijkse bijeenkomst op hoog politiek niveau organiseren om de Europese taskforce interne-markthandhaving (SMET) en het werk in SMET te versterken en zal zij de nationale SOLVIT-centra versterken en ook systematisch vervolg geven op structurele problemen geïdentificeerd door SOLVIT.4 De Commissie zal ook jaarlijks een interne markthandhavingsagenda presenteren, gelinkt aan het jaarlijkse interne-markt- en concurrentievermogenrapport.

  1. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

  1. Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland haalt bijna 80% van zijn handelsbaten uit de interne markt.5 De interne markt vormt de hoeksteen van het Europese concurrentievermogen. In zowel het Letta- als Draghi-rapport wordt gepleit voor verdere versterking van de interne markt en gesteld dat niets doen geen optie is. De interne markt vergt continu onderhoud. Het kabinet blijft conform het Regeerprogramma werken aan de versterking van de interne markt op grond van de kabinetsbrede actieagenda6 en kabinetsvisie EU-concurrentievermogen.7 Het kabinet hanteert daarbij de volgende uitgangspunten: 1) het interne-marktbeleid moet zoveel mogelijk worden gebaseerd op en regelmatig worden getoetst aan feiten en behoeften van Nederlandse ondernemers, burgers en werknemers; 2) deze feiten en behoeften moeten uitmonden in maatwerk, bijvoorbeeld via verbetering van informatievoorziening en digitalisering en vereenvoudiging van procedures om zo de regeldruk te verminderen; 3) het streven is naar meer doelgerichte en uniforme toepassing waaronder handhaving van interne-marktregels in alle EU-landen.

Volgens het kabinet is de kern van de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen met vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. Het goed functioneren van de interne markt vergt doorlopend aandacht en is essentieel voor een aantrekkelijk ondernemingsklimaat, economische groei en brede welvaart in Nederland en de EU. Daarom zet het kabinet in op het wegnemen en voorkomen van ongerechtvaardigde belemmeringen en voor betere toepassing van huidige interne-marktregels. Zo kunnen ondernemers en burgers kansen benutten en ervaren zij zo min mogelijk regeldruk. Daarbij is een goed functionerende interne markt ook een voorwaarde voor de realisatie van andere ambities, zoals de Clean Industrial Deal,8 de klimaatdoelen en het EU-kompas voor concurrentievermogen.9

Nederland heeft samen met andere lidstaten de Commissie opgeroepen om met een horizontale interne-marktstrategie te komen voor een goed werkende, sterke, eerlijke, circulaire en duurzame interne markt. Daarbij is het belang van politiek eigenaarschap onderstreept om op alle beleidsterreinen ongerechtvaardigde belemmeringen weg te nemen en te voorkomen. Verder is onder meer ingezet op een sectorspecifieke benadering bij het wegnemen van belemmeringen op de dienstenmarkt en op meer transparantie over de handhavingsprioriteiten van de Commissie. Het kabinet heeft vervolgens tien concrete suggesties voor belemmeringen en onderwerpen gepresenteerd die de strategie zou moet adresseren.10 Nederland heeft als één van de trekkers, samen met vijftien andere lidstaten, de Commissie concrete input gegeven voor de strategie via een non-paper.11

  1. Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet is positief over de strategie en verwelkomt de nadruk van de Commissie op de versterking, vereenvoudiging en stroomlijning van de interne markt. Het kabinet verwelkomt de inventarisatie door de Commissie van de tien meest schadelijke belemmeringen voor bedrijven en burgers op de interne markt, zonder afbreuk te doen aan de inzet op hoge sociale en milieustandaarden. Het kabinet vindt het positief dat het acht van de eigen tien punten terugziet in deze lijst van belemmeringen. Het zal zich actief inzetten voor een ambitieuze uitvoering van de strategie.

Het kabinet steunt de aandacht van de Commissie voor het verlagen van administratieve lasten en de nalevingskosten van regels. Het kabinet is voorstander van ambitieuze voorstellen op dit gebied en verwelkomt dan ook in algemene zin de omnibusvoorstellen die voor vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven zorgen, zonder de daarmee verband houdende beleidsdoelstellingen te ondermijnen. Het kabinet verwelkomt toetsing van het concurrentievermogen als onderdeel van de beoordelingsfase over de effecten van nieuwe wetgeving. Deze check zou de bescherming en versterking van de interne markt moeten waarborgen. Het kabinet ziet op dit gebied graag een sterke inzet van de Commissie, over alle relevante directoraten-generaal.

Daarnaast komt de Commissie met een herziening van de aanbestedingsrichtlijnen en wil zij het Europees voorkeursprincipe bij publieke aanbestedingen invoeren. Het kabinet erkent dat een Europees voorkeursprincipe in bepaalde gevallen wenselijk kan zijn. Een dergelijke maatregel kan echter ook negatieve effecten met zich meebrengen zoals prijsopdrijvende effecten, ondermijning van de Europese inzet op betere aanbestedingsmarkttoegang in derde landen en extra administratieve lasten. Het kabinet geeft daarom vooralsnog de voorkeur aan een gerichte inzet van kwalitatieve eisen in strategische sectoren. Het kabinet staat positief tegenover voorstellen om de regels en procedures voor defensieaanbestedingen te vereenvoudigen en harmoniseren en zal concrete voorstellen met belangstelling bekijken. Ook in de herziening van de aanbestedingsrichtlijnen moeten volgens het kabinet goede elementen van de EU-richtlijn over defensie- en gevoelige veiligheidsaanbestedingen worden overgenomen, zoals extra uitsluitingsgronden en meer aandacht voor beveiligingseisen.

Het kabinet steunt de oproep van de Commissie voor meer betrokkenheid en politiek eigenaarschap van de EU-lidstaten bij de interne markt. Het kabinet zet zich hier via de interne-marktactieagenda kabinetsbreed voor in en ziet deze interdepartementale aanpak graag terug op EU-niveau binnen de Raadsformaties en de verschillende directoraten-generaal van de Commissie. Het kabinet is positief over een jaarlijkse bijeenkomst op hoog politiek niveau om (het werk in) SMET te versterken, maar heeft vragen over hoe deze bijeenkomst zich zal verhouden tot de jaarlijkse cyclus voor interne markt en concurrentievermogen en de Raad van Concurrentievermogen en of de Commissie voorstellen doet om dan concreet tot besluitvorming op hoog politiek niveau te komen zodat de bijeenkomst ook daadwerkelijk tot actie leidt. Het kabinet steunt versterking van SMET, bijvoorbeeld door duidelijke opvolging van en transparantie over gekozen SMET-projecten. De oproep van de Commissie aan de lidstaten om een vertegenwoordiger op hoog niveau (‘Single Market Sherpa’) aan te wijzen roept bij het kabinet vragen op. Het kabinet ziet graag ruimte voor lidstaten voor een passende invulling hiervan, zonder afbreuk te doen aan het ambitieniveau.

Dat de Commissie, indien nodig, met een wet ter voorkoming van interne-marktbelemmeringen komt (de ‘Single Market Barriers Prevention Act’) is een aandachtspunt voor het kabinet. Het kabinet staat achter het doel van meer transparantie op de interne markt, maar kan zich niet vinden in dit mogelijke wetsvoorstel. Zo leidt het verbreden van de notificatiepraktijk binnen die Dienstenrichtlijn en het aanscherpen van de proportionaliteitstoets tot hogere administratieve lasten voor (decentrale) overheden. Het is niet zeker dat dit potentiële voorstel gaat bijdragen aan het wegnemen van daadwerkelijk in de praktijk ervaren belemmeringen. Toepassing en handhaving moeten doelgericht zijn en zich richten op regels met echte impact op het vrij verkeer. Het is zeer de vraag of genoemd voorstel daaraan bijdraagt. Het kabinet zal de ontwikkelingen op dit gebied nauw blijven volgen en, waar nodig, proberen te beïnvloeden.

Bij het voorstel van de Commissie voor een 28ste regelgevend regime ziet het kabinet kansen voor de groei van innovatieve bedrijven, omdat deze bedrijven op de interne markt nu belemmeringen ervaren. Wel zijn er zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie van het EU-kompas voor concurrentievermogen en de kabinetsinzet kapitaalmarktunie12 bij de vormgeving van een 28e regime, vraagpunten op bijvoorbeeld het gebied van eventuele fiscaliteit, rechtszekerheid en arbeidsrechtelijke harmonisatievoorstellen. Voor het succes van het 28ste regime, acht het kabinet het van doorslaggevend belang dat een dergelijk regelgevend kader in de behoeften van belanghebbenden voorziet. Het EU-raamwerk dient juridisch duidelijk vormgegeven te worden, met een heldere status en juridische basis. Ook dient het regime zoveel mogelijk aspecten die relevant zijn voor het ondernemerschap te regelen.

Het kabinet heeft een positieve grondhouding tegenover het voornemen en nadere acties van de Commissie ter verbetering van erkenningsprocedures voor beroepskwalificaties. Het kabinet vindt het van belang dat lidstaten bevoegd blijven om te beoordelen of en in hoeverre een aanvrager van een erkenning van kwalificaties voor een gereglementeerd beroep aan de inhoudelijke nationale vereisten voldoet. Ook het voorstel van de Commissie om de erkenning van beroepskwalificaties te vergemakkelijken door automatische erkenningsregelingen uit te breiden vindt het kabinet positief. Het kabinet wijst er wel op dat het uiteindelijk aan de lidstaten is om in te stemmen met de invoering van automatische erkenningsregelingen. Een belangrijke voorwaarde van het kabinet is dat, ten behoeve van de volksgezondheid, de openbare orde en veiligheid, er voldoende vertrouwen is in de kwaliteit van de aan de betreffende beroepskwalificaties gerelateerde (beroeps)opleidingen in andere EU-lidstaten.

Met de komst van veel nieuwe EU-wet- en regelgeving zijn volgens het kabinet snel meer werkbare en nieuwe Europees geharmoniseerde normen voor producten, processen en diensten nodig. Deze normen geven bedrijven toegang tot de interne markt tegen relatief lage kosten. Het voorstel van de Commissie om, indien nodig, gemeenschappelijke specificaties vast te stellen, vindt het kabinet een noodoplossing in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden. Hierover (het vierde omnibusvoorstel over digitalisering productinformatie en gemeenschappelijke specificaties) is een separaat BNC-fiche opgesteld.13 Daarnaast is het kabinet positief over de voorgenomen herziening en modernisering van de Normalisatieverordening en het Nieuw Wetgevend Kader (NWK). Het kabinet zal onder andere pleiten voor een toekomstbestendig normalisatiesysteem met transparante en snellere procedures, gebalanceerde representatie van belanghebbenden, versterking van de digitale infrastructuur en voldoende experts om geharmoniseerde normen tijdig te ontwikkelen. Daarnaast onderschrijft het kabinet de lezing van de Commissie dat het verbinden van standaardisering met EU-onderzoeks- en innovatieactiviteiten, inclusief het metrologie-initiatief en bijbehorende meetstandaarden, het vrije verkeer van diensten en producten bevordert.

Het kabinet zet zich in voor geharmoniseerde regels en meer eenduidige toepassing van regels over etikettering, zodat het makkelijker wordt om producten over de grens te verhandelen. Het is voor het kabinet wenselijk om concrete belemmeringen nader in kaart te brengen die voortvloeien uit diverse, specifieke Europese regels over etikettering. Het kabinet steunt de aankondiging van de Commissie om de fragmentatie door nationale uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) aan te pakken door verdere harmonisatie, vereenvoudiging en digitalisering via een éénloketsysteem voor informatie, registratie en rapportage, met behoud van de effectiviteit van het UPV-instrument. Ook steunt het kabinet het voorstel om ongerechtvaardigde eisen aan gemachtigde vertegenwoordigers op basis van UPV-regelgeving aan te passen, met een voorkeur om dit te doen via het aankomende wetsvoorstel over de Europese circulaire economie om zo samenhang met andere UPV-verplichtingen te waarborgen.

Het voorstel voor harmonisatie van etiketteringsregels via sectorale wetgeving en het faciliteren van de uitrol van digitale etiketteringsoplossingen via het digitale productpaspoort, vindt het kabinet een goede zaak, mits rekening gehouden wordt met de mate van digitale vaardigheden van gebruikers en eventuele gezondheidsrisico’s. Ook de ontwikkeling van één Europese markt voor hoogwaardige afval, recycling en veilige toepassing van recyclaat in nieuwe producten is voor het kabinet één van de benodigde stappen om tot een circulaire economie te komen en export/weglek van afval of, specifiek voor de staal- en metaalsector, schroot te voorkomen. Het voorstel om de criteria voor einde-afval en bijproducten te verduidelijken en tot een meer geharmoniseerd kader te komen, kan volgens het kabinet helpen met het uitvoeren van juiste einde-afval- en bijproductbeoordelingen.

Voor het kabinet is het van belang dat het verkeer van goederen in de EU zonder belemmeringen verloopt. Het kabinet pleit er voor om het digitale productpaspoort versneld op te nemen in alle productregelgeving, waarmee voor markttoezichthouders toegang komt tot alle essentiële documenten die vereist zijn onder EU-productregelgeving. Het kabinet is verder positief over het voorstel om effectieve maatregelen te nemen om de naleving van productvoorschriften te verbeteren, door bijvoorbeeld de samenwerking tussen de EU en nationale douane- en markttoezichtautoriteiten te versterken. Het kabinet ziet vooral meerwaarde in Europese samenwerking als het gaat om gezamenlijke en gecoördineerde toezichtcontroles, het uitwisselen van data en gebruik van nieuwe technologieën, zoals AI en scantechnologieën. Het is echter nog niet duidelijk wat de rol en toegevoegde waarde van de eventueel op te richten EU-markttoezichtautoriteit is. Het is belangrijk dat de Commissie hier meer duidelijkheid over geeft.

Het kabinet herkent de zorgen van de Commissie over restrictieve en uiteenlopende nationale dienstenregelgeving. De aangekondigde initiatieven van de Commissie op dit gebied roepen echter vragen op bij het kabinet. Zo is onduidelijk in hoeverre het initiatief om het bieden van diensten die in één lidstaat zijn geautoriseerd of gecertificeerd op basis van EU-wetgeving te vergemakkelijken in de gehele EU aansluit bij behoeften uit de praktijk. Ook is de vraag welke diensten hieronder zouden vallen en wat de raakvlakken zijn met het NWK. Specifiek is voor het kabinet onduidelijk of dit initiatief ook betrekking heeft op bedrijven die werknemers uitzenden of detacheren naar een andere lidstaat en daarmee mogelijk invloed heeft op het wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling arbeidsmigranten (Wtta). Voor het kabinet is het belangrijk dat de Wtta zonder vertraging kan worden ingevoerd en dat het beschermingsniveau daarvan niet wordt ondermijnd. Dezelfde vragen heeft het kabinet over de ontwikkeling door de Commissie van juridische richtsnoeren en aanbevelingen aan lidstaten om duidelijkheid te geven over het recht om tijdelijk grensoverschrijdende diensten te verlenen. Conform de beantwoording van uw Kamervragen op 10 juni 202514 zal het kabinet bij de Commissie hier aandacht voor vragen.

De Commissie wijst op het belang om het proces van nieuwe wetsvoorstellen over coördinatie van de sociale zekerheid en een openbare interface voor de verklaring van de detachering van werknemers15 af te ronden. Het kabinet zet in op modernisering van de sociale zekerheidsverordening en heeft hierover in januari 2025 een non-paper16 gedeeld met de Commissie. Daarnaast moeten administratieve lasten voor ondernemers die werknemers detacheren in een andere lidstaat volgens het kabinet waar mogelijk worden verminderd. Daarvoor is de inzet van het kabinet gericht op het wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen bij de meldplicht voor detacheringen en het verbeteren van de informatievoorziening over de meldplicht. Het kabinet staat daarom ook positief tegenover het doel van een gezamenlijk vrijwillig formulier voor het melden van grensoverschrijdende detacheringen. Uitgangspunt voor het kabinet is dat het initiatief geen afbreuk mag doen aan effectieve handhaving en daarmee de bescherming van gedetacheerde werknemers. Uw Kamer is via het verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 22 mei 2025 geïnformeerd over de algemene oriëntatie die is bereikt in de Raad.17

Daarnaast kondigt de Commissie de lancering van een pakket voor eerlijke arbeidsmobiliteit aan, inclusief een voorstel voor een Europese socialezekerheidspas (ESSPASS)18 en een voorstel voor het versterken van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA). Het kabinet pleit actief voor meer aandacht voor eerlijke arbeidsmobiliteit en verwelkomt de ambitie van de Commissie op dit punt. Ten aanzien van de ELA, wordt het eventueel versterken van het mandaat op specifieke onderdelen genoemd, zoals verbeterde competenties in gegevensverwerking, de rol van de ELA ten aanzien van derdelanders en informatievoorziening. Deze punten sluiten aan bij de Nederlandse prioriteiten die in een non-paper kenbaar zijn gemaakt aan de Commissie.19

Het kabinet is positief over het voorstel om ongerechtvaardigde territoriale leveringsbeperkingen prioritair aan te pakken. Dit sluit aan bij de sterke inzet van het kabinet als drijvende kracht om dit in Brussel op de agenda te krijgen. Het kabinet zal inzetten op een ambitieuze invulling en tijdlijn: een wetgevend voorstel dat proportioneel is en werkt in de praktijk. Het kabinet beschouwt hiermee de relevante moties20, die zijn ingediend tijdens het debat over de positie van de middenklasse op 6 maart 2025, als afgedaan met dit fiche.

Het kabinet verwelkomt de sectorspecifieke aanpak van de Commissie om de Europese dienstensector nieuw leven in te blazen. Het benadrukt dat de voorstellen moeten aansluiten bij de feiten en behoeften uit de praktijk. Het kabinet kijkt uit naar het wetsvoorstel inzake digitale netwerken, maar benadrukt dat een relatief groot aantal telecombedrijven niet noodzakelijk als problematisch wordt gezien.21 Het wetsvoorstel voor de EU-bezorgmarkt om de regels voor de post- en pakketsector te moderniseren moet ertoe leiden dat lidstaten meer ruimte krijgen bij de invulling van verplichting tot het waarborgen van de universele bezorgdienst. Het kabinet ziet geen noodzaak voor regulering van de pakketmarkt, want deze voorziet al in diensten van hoge kwaliteit tegen concurrerende prijzen.

Het kabinet is positief over het plan van de Commissie om onnodige technische barrières in het goederenvervoer weg te nemen. Verbeterde data-uitwisseling maakt het mogelijk om van papieren documenten af te komen. Het kabinet verwelkomt het initiatief voor papierloos goederenvervoer, maar roept de Commissie op om hierbij aansluiting te zoeken bij bestaande wetgeving. Bij de aankondiging dat de Commissie lidstaten zal ondersteunen bij het vrijstellen van gereguleerde zakelijke diensten van onnodige regelgeving, is voor het kabinet nog onduidelijk over welke specifieke diensten dit gaat. Financiële diensten zijn namelijk uitgesloten van de Dienstenrichtlijn en de markt voor zakelijke dienstverlening omvat een breed en divers palet aan subsectoren. Het doel van het initiatief van de Commissie om grensoverschrijdende diensten in de industrie verder te faciliteren, zoals installatie, onderhoud en reparatie, ziet het kabinet als positief.

Het kabinet verwelkomt eveneens de expliciete aandacht voor het mkb. Het kabinet blijft zich actief inzetten om onnodige regeldruk en ongerechtvaardigde belemmeringen voor het mkb weg te nemen en onderzoekt daarbij zorgvuldig hoe Europese wetgeving uitpakt voor kleinere ondernemers, zodat bij EU-regelgeving rekening kan worden gehouden met de concurrentiekracht en positie van het mkb. Het voornemen van de Commissie om het netwerk van mkb-gezanten te versterken sluit goed aan bij het doel van het netwerk om het overlegproces te verbeteren en mkb-vriendelijke regelgeving te bevorderen. Het kabinet verwelkomt in het bijzonder de focus op het verminderen van administratieve lasten.

Het kabinet steunt de focus op digitalisering van de interne markt. Zo is het kabinet positief over het voorstel van de Commissie om een (digitale) Europese portemonnee voor ondernemingen (‘European Business Wallet’) te introduceren, in acht nemend dat de inhoudelijke invulling van de nieuwe wetgeving nog niet bekend is. Het kabinet gaat ervan uit dat onder meer het bedrijfsleven actief wordt betrokken in de voorbereiding van de hiervoor benodigde nieuwe wetgeving en dat deze voort zal borduren op de herziening van de eIDAS-verordening. Ook verwelkomt het kabinet de herziening van EU-wetgeving om het gebruik van het digitale productpaspoort uit te breiden voor verschillende productgroepen en het digitale productpaspoort in te zetten voor productgerelateerde informatie over veiligheid, duurzaamheid en andere te beschermen publieke belangen. Over het gebruik van het IMI is het kabinet in algemene zin positief. De voorgestelde generieke wijziging van de IMI-verordening door de Commissie is slechts een juridische aanpassing om toepassing op nieuwe beleidsterreinen mogelijk te maken. Bij het voorstel van de Commissie om e-facturering bij overheidsaanbestedingen te verplichten, is de inschatting van het kabinet dat op Europese schaal harmoniseren van processen en standaarden meer tijd nodig heeft dan de geplande herziening van wetgeving in 2026 door het ontbreken van softwareoplossingen, de lange doorlooptijd bij het ontwikkelen van standaarden en de voorgeschiedenis met de implementatie en adoptie van e-facturatie.

De focus van de Commissie op betere toepassing en handhaving van interne-marktregels en politieke betrokkenheid bij de interne markt, sluit goed aan bij de kabinetsinzet. Het kabinet steunt het voorstel om nationale SOLVIT-centra te versterken en ook om meer systematisch en transparant vervolg te geven op structurele problemen geïdentificeerd door SOLVIT. Het is wenselijk om duidelijke criteria en structurele terugkoppeling in dit proces te ontvangen. Het kabinet ziet graag meer transparantie op het gebied van handhavingsprioriteiten van de Commissie en kijkt daarom uit naar de voorgestelde jaarlijkse presentatie van haar interne markt handhavingsagenda, gelinkt aan het jaarlijkse interne markt en concurrentievermogenrapport. Deze agenda maakt het mogelijk om de dialoog met de Commissie aan te gaan over haar handhavingsprioriteiten en in te zetten op meer doelgerichte toepassing van interne-marktregels.

  1. Eerste inschatting van krachtenveld

De meerderheid van lidstaten heeft tijdens de Raad van Concurrentievermogen van 22 mei 2025 de strategie verwelkomd. Lidstaten riepen bijna unaniem op tot snelle uitvoering van de strategie en verlaging van administratieve lasten voor bedrijven. Er zijn wel lidstaten die waarschuwen voor verdubbeling van wetgeving, die meer ambitie willen op het gebied van digitalisering, of die meer aandacht willen voor Europese voorkeursprincipes in de strategie. Het Europees Parlement heeft op 21 mei 2025 plenair gedebatteerd over de strategie. Het Parlement heeft plenair met grote meerderheid op 8 mei 2025 een resolutie aangenomen waarin het belang van de versterking van de interne markt werd benadrukt en het Parlement input geeft voor de strategie.22

  1. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

  1. Bevoegdheid

De grondhouding van het kabinet is positief. Het voorstel heeft betrekking op de interne markt. Op dit terrein is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten conform artikel 4, lid 2 onder a), EU-Werkingsverdrag (VWEU).

  1. Subsidiariteit

De grondhouding van het kabinet is positief. De strategie heeft tot doel de interne markt te versterken door onder meer interne-marktbelemmeringen aan te pakken en te voorkomen. Gezien deze grensoverschrijdende problematiek kan dit onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt. Daarom is een EU-aanpak nodig. Door de aangekondigde acties in de strategie wordt onder andere het gelijk speelveld op de interne markt verbeterd en worden belemmeringen op de interne markt en voor het grensoverschrijdende (vrij) verkeer weggenomen en voorkomen. Om die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.

  1. Proportionaliteit

De grondhouding van het kabinet is positief. De strategie heeft tot doel de interne markt te versterken door onder meer interne-marktbelemmeringen aan te pakken en te voorkomen. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat de strategie met concrete acties komt om de interne markt te vereenvoudigen, versterken en stroomlijnen. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat de strategie nog voldoende ruimte laat aan de EU-lidstaten om hier op bepaalde punten individueel invulling aan te geven en verdere uitwerking daarvan mede vorm te geven mits gerechtvaardigd en zorgvuldig gemotiveerd.

  1. Financiële gevolgen

De strategie zelf heeft geen directe financiële consequenties voor de EU-begroting of de nationale begroting. Tegelijkertijd worden er nieuwe voorstellen, plannen en initiatieven aangekondigd. Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting. Het kabinet wil in het kader van de MFK-onderhandelingen niet vooruitlopen op de integrale afweging van middelen na 2027. Eventuele budgettaire gevolgen voor het Rijk worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijk departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

  1. Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

Het verminderen van regeldruk, vereenvoudigen van bestaande regels en beter toepassen en handhaven van interne-marktregels zijn een belangrijk onderdeel van de strategie. Het kabinet beschouwt het verminderen van regeldruk als een van zijn speerpunten en verwelkomt daarom deze inzet van de Commissie. Tegelijkertijd worden er wel nieuwe voorstellen, plannen en initiatieven aangekondigd. De regeldrukeffecten hiervan zullen op zichzelf moeten worden beoordeeld.

Het doel van de strategie is om de Europese interne markt te versterken, als het anker van Europese economische stabiliteit, weerbaarheid en concurrentievermogen. De verwachte effecten op de concurrentiekracht van de EU zijn in potentie positief en worden door het kabinet gesteund.

De huidige geopolitieke uitdagingen moedigen aan om de volledige potentie van de interne markt te gebruiken, waar deze strategie aan bij kan dragen. De uitwerking van de acties heeft mogelijk geopolitieke gevolgen, omdat het doel van de strategie is om de positie van de Europese interne markt te versterken, om onder meer zich met andere economische grootmachten te meten. Het kabinet staat hier positief tegenover, omdat dit bijdraagt aan het versterken van de weerbaarheid en internationale slagkracht van de EU en Nederland als geopolitieke en economische speler. Tot slot vindt het kabinet het belangrijk dat de EU bij de nadere uitwerking van de voorgestelde plannen voldoende rekening houdt met de impact daarvan op (de handelsrelatie met) derde landen.


  1. Enrico Letta - Much more than a market (April 2024) en Kabinetsreactie Draghi-rapport | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  2. EU competitiveness: Looking ahead - European Commission (europa.eu) en Appreciatie Letta Rapport “Much more than a Market” | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  3. De voorstellen rondom kleine midcaps zijn onderdeel van het vierde omnibuspakket dat tegelijk met deze strategie is gepubliceerd. Hiervoor is een separaat BNC-fiche opgesteld: Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  4. Zie voor meer informatie over het SOLVIT-netwerk waar ondernemers en burgers terecht kunnen met problemen op de interne markt: https://ec.europa.eu/solvit/index_nl.htm↩︎

  5. CPB-notitie ‘Handelsbaten van de EU en de interne markt’, Daan Freeman, Gerdien Meijerink, Rutger Teulings, januari 2022.↩︎

  6. Kamerstuk 22 112, nr. 3437 (interne-marktactieagenda), bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96.↩︎

  7. Kamerstuk 21 501-30, nr. 621.↩︎

  8. Beoordeling Mededeling Clean Industrial Deal | Publicatie | Rijksoverheid.nl↩︎

  9. Beoordeling Mededeling over het EU-kompas voor concurrentievermogen | Publicatie | Rijksoverheid.nl↩︎

  10. Kamerstuk 21 501-30, nr. 621, bijlage «Tien suggesties van belemmeringen en onderwerpen voor de horizontale interne-marktstrategie»↩︎

  11. Nonpaper on a new horizontal Single Market Strategy | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  12. Kamerstuk 22 112, nr. 2099.↩︎

  13. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  14. Antwoorden op Kamervragen over plannen van de Europese Commissie om de rechten van gedetacheerde werknemers in te perken door de 'Single Market Strategy' | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  15. COM 2024/531↩︎

  16. Position paper - Modernisation of social security coordination in the EU | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  17. Aanbiedingsbrief bij verslag van de Raad voor Concurrentievermogen 22 en 23 mei 2025 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  18. Beknopte appreciatie ESSPASS: Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  19. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/01/10/bijlage-2-dutch-priorities-for-the-evaluation-of-the-european-labour-authority-ela↩︎

  20. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 600 XV, nr. 98 en Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 600 XV, nr. 101.↩︎

  21. Kabinetsappreciatie witboek over digitale infrastructuur | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  22. https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/TA-10-2025-0107_NL.html | Aangenomen teksten - Bekende uitdagingen en nieuwe handelspraktijken op de interne markt - Donderdag 8 mei 2025↩︎