[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanpassingen maatregelen vogelgriep en andere onderwerpen diergezondheid

Vogelpest (Aviaire influenza)

Brief regering

Nummer: 2025D31131, datum: 2025-07-01, bijgewerkt: 2025-07-01 13:51, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28807 -308 Vogelpest (Aviaire influenza).

Onderdeel van zaak 2025Z13734:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Met deze brief informeer Uw Kamer over de laatste ontwikkelingen in de vogelgriepsituatie en enkele overige onderwerpen. Ik ga in op de laatste risicobeoordeling van de Deskundigengroep Dierziekten, het intrekken van de ophok- en afschermplicht in de Gelderse Vallei en het versoepelen van het tentoonstellingsverbod. Daarnaast informeer ik de Kamer over de inwerkingtreding van wetgeving voor de bestrijding van IBR, de uitvoering van de gemachtigde instanties voor paardachtigen en de motie over de pilot Piglets Treatment Systems.

Actuele situatie vogelgriep

De laatste uitbraak met hoogpathogene vogelgriep (HPAI) op een commercieel pluimveebedrijf vond plaats op 19 maart 2025 in Putten. In de kustprovincies worden nog besmette wilde vogels gevonden. In Europa is het aantal uitbraken bij commerciële pluimveebedrijven de afgelopen maanden relatief laag. De laatste uitbraak op een commercieel pluimveebedrijf in Europa was op 30 mei 2025 in Letland. De Deskundigengroep Dierziekten heeft op 19 juni een risicobeoordeling1 gegeven van de situatie in Nederland. Daarin geven zij opnieuw aan dat het risico op een vogelgriepbesmetting op een pluimveebedrijf in Nederland “laag tot matig” is, waarbij het risico landinwaarts lager wordt geschat dan in de kustprovincies. Mede op basis van deze beoordeling heb ik besloten mijn beleid aan te passen door een aantal maatregelen op te heffen.

Opheffen ophok- en afschermplicht in de Gelderse Vallei

Op 28 mei jl. heb ik de Tweede Kamer gemeld dat ik de afscherm- en ophokplicht grotendeels heb ingetrokken (Kamerstuk 28807 nr. 307). Er geldt enkel nog een ophokplicht in het pluimveedichte gebied rond de Gelderse Vallei. In ditzelfde gebied geldt ook nog een afschermplicht voor houders met meer dan 250 fazanten, loopvogels of sierwatervogels. Voor een besluit om maatregelen te versoepelen of aan te scherpen maak ik onder andere gebruik van de risicobeoordeling van de Deskundigengroep Dierziekten. Mede op basis van deze risicobeoordeling heb ik besloten de ophok- en afschermplicht nu ook in de Gelderse Vallei in te trekken. Zoals in de eerder genoemde Kamerbrief ook aangegeven, neem ik bij mijn besluit de maatschappelijke wens mee dat er in Nederland ruimte is voor een vrije-uitloopsector voor pluimvee.

We hebben bij eerdere intrekkingen gezien dat de situatie snel kan veranderen en dat vogelgriep onvoorspelbaar is. Om die reden blijft ik de situatie nauwlettend in de gaten houden. Nieuwe ontwikkelingen, zoals uitbraken, kunnen weer vragen om maatregelen aan te scherpen.

Versoepelen tentoonstellingsverbod risicovogels

Sinds 20 november 2024 geldt er een landelijk tentoonstellingsverbod voor risicovogels (hoenderachtigen, watervogels en loopvogels) (Kamerstuk 28807, nr. 305). Voor hobbyfokkers is dit een zware maatregel. Op de tentoonstellingen worden hun dieren gekeurd door erkende keurmeesters. Dit is van belang voor de hobbyfokkerij omdat ze op deze manier bij kunnen dragen aan de instandhouding van (zeldzame) vogelrassen, als ook het behouden van genetische diversiteit binnen rassen. Daarnaast hebben de tentoonstellingen en evenementen ook een sociale en educatieve waarde. De realiteit is dat vogelgriep blijvend aanwezig is in Nederland. Daarom heb ik, nu de Deskundigengroep Dierziekten het risico opnieuw heeft ingeschat als “laag tot matig”, besloten de maatregel te heroverwegen.

De kans op een besmetting tijdens een tentoonstelling is erg klein. Echter, de potentiële gevolgen van een besmetting kunnen erg groot zijn. Op tentoonstellingen komen houders met hun vogels van veel verschillende locaties bij elkaar. Indien er een besmetting is op een tentoonstelling, moeten alle dieren die op die tentoonstelling aanwezig waren worden getraceerd en onderzocht door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Besmettingen leiden daarnaast tot het instellen van beperkingsgebieden en ruiming van besmette dieren. De uitvoering hiervan zou een groot beslag op de capaciteit van de NVWA leggen.

Ik heb het kleine risico op het ontstaan van een uitbraak op een tentoonstelling afgewogen tegen de belangen van de hobbyhouders. Op basis daarvan heb ik besloten om tentoonstellingen alleen onder strikte voorwaarden toe te staan. Die strikte voorwaarden zijn bijvoorbeeld dat er niet meer dan 30 houders mogen deelnemen aan een tentoonstelling. Ook moeten de dieren na terugkomst van een evenement minstens zeven dagen op plaats van herkomst blijven. Daarnaast mogen watervogels niet gelijktijdig met de andere risicovogels (hoenderachtigen of loopvogels) op een evenement aanwezig zijn. Op deze manier worden de potentiële gevolgen van een besmetting op een tentoonstelling zoveel als mogelijk ingeperkt Het overzicht van alle voorwaarden is te vinden in bijgevoegde regeling en op Dierziekteviewer2. Ook hier volg ik de situatie op de voet en zal ik indien nodig de maatregelen aanpassen.

Uitvoering gemachtigde instanties paardachtigen

Uw Kamer is per brief (28286, nr. 1376) geïnformeerd over de geplande wijziging van het proces rondom de uitgifte van paardenpaspoorten per 1 juli 2025, waarmee uitvoering wordt gegeven aan aangescherpte Europese wet- en regelgeving die onder meer voorziet in striktere eisen aan organisaties die paardenpaspoorten mogen uitgeven. In de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat dit proces meer tijd vergt dan was voorzien. Vanuit de reeds gevoerde gesprekken met de organisaties die een aanvraag voor gemachtigde instantie hebben ingediend, blijken de meeste partijen extra tijd nodig te hebben om volledig aan de gestelde Europese eisen te voldoen. Daarnaast hebben ook RVO en de NVWA aangegeven meer tijd nodig te hebben voor het vervolg en afronding van dit proces. Ik vind het van belang dat dit proces zorgvuldig wordt afgerond en zal met de sector en uitvoeringsorganisaties in overleg treden over een passende planning. Mijn inzet is gericht op inwerkingtreding in de eerste helft van 2026. Ik informeer uw Kamer voor eind 2025 over het aangepaste tijdpad.

Inwerkingtreding wetgeving bestrijding IBR

In juli 2024 is de Algemene maatregel van bestuur (Amvb), die de bestrijding van de rundveeziekte Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis (IBR) regelt, ter consultatie gepubliceerd. Ik heb op dat moment ook de Kamer geïnformeerd over het bestrijdingsprogramma en de beoogde inwerkingtreding (Kamerstuk 29683, nr. 301). Zoals ook met uw Kamer besproken tijdens het tweeminutendebat van 22 mei jl., zijn er veel stappen te zetten in een wetgevingsproces, zoals toetsing door de Autoriteit Persoonsgegevens, notificatie bij de Europese Commissie en behandeling door de Raad van State. Dat moet zorgvuldig gebeuren. Het gaat hier immers om eisen en voorwaarden die landen op het boerenerf. Na overleg met sectoren heb ik vastgesteld dat het niet lukt alle stappen te doorlopen om de Amvb IBR op 1 januari 2026 in werking te laten treden. Ik wil ook voldoende tijd nemen tussen publicatie en inwerkingtreding om over de Amvb te communiceren, zodat houders zich goed kunnen voorbereiden. De inwerkingtreding zal daarom 6 maanden opschuiven naar 1 juli 2026.

Motie pilot Piglets Treatment Systems

De NVWA is een pilot gestart met Piglets Treatment Systems. Na de eerste fase van de pilot, waarin de technische haalbaarheid van het systeem werd onderzocht, is nu de tweede fase van start gegaan, waarbij meer veehouders worden betrokken en ook een koppeling wordt gemaakt met slimme stalsensoren waarmee de CO2-voetafdruk kan worden berekend per stal. Hiermee is invulling gegeven aan de motie met kenmerk 29683–272 van het Kamerlid Graus.

Hoogachtend,

Femke Marije Wiersma

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur


  1. Deskundigengroep Dierziekten↩︎

  2. geocontent.rvo.nl/Dierziekteviewer_prod↩︎