[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Evaluatierapport Wet Oneerlijke Handelspraktijken

Regels strekkende tot implementatie van Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen (PbEU 2019, L 111/59) (Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen)

Brief regering

Nummer: 2025D31188, datum: 2025-07-01, bijgewerkt: 2025-07-01 14:20, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35642 -7 Regels strekkende tot implementatie van Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen (PbEU 2019, L 111/59) (Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen).

Onderdeel van zaak 2025Z13763:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Met deze brief bied ik uw Kamer het rapport aan over de evaluatie van de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen (hierna: Wet OHP). Deze evaluatie heeft plaatsgevonden in het kader van de Strategische Evaluatieagenda en is uitgevoerd door het adviesbureau Ecorys. De evaluatie had als doel inzicht te geven in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Wet OHP sinds de inwerkingtreding daarvan. In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aandachtspunten voor de Wet OHP.

Wet OHP

Op 1 november 2021 is de Wet OHP in werking getreden1. Met deze wet is de Europese richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de voedselvoorzieningsketen (Richtlijn (EU) 2019/633) geïmplementeerd. De Wet OHP heeft als doel de onderhandelingspositie van boeren, tuinders en vissers tegenover grotere en geconcentreerde marktpartijen te versterken. Bepaalde handelspraktijken zijn als onrechtmatig aangeduid, waarbij onderscheidt wordt gemaakt tussen twee type praktijken. Handelspraktijken die op de zogenoemde zwarte lijst staan zijn altijd onrechtmatig. Handelspraktijken die op de zogenoemde grijze lijst staan zijn alleen onrechtmatig indien deze niet van tevoren op heldere en ondubbelzinnige wijze zijn overeengekomen. Voorbeelden van handelspraktijken op de zwarte lijst zijn te late betaling van boeren, tuinders en vissers door afnemers voor bederfelijke producten of het kort van tevoren annuleren van bestellingen van deze producten. Een voorbeeld van de grijze lijst is als de afnemer onverkochte landbouw- en voedingsproducten retourneert zonder betaling. De Wet OHP wordt gehandhaafd door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Leveranciers kunnen daarnaast ook geschillen aan de Geschillencommissie (GSC) voorleggen, die dan een bindende uitspraak kan doen. Tot op heden heeft de ACM heeft in drie zaken een besluit genomen en de GSC heeft in een zaak uitspraak gedaan.

Evaluatieopzet:

Hoofdvraag voor de evaluatie was in hoeverre de Wet OHP in de periode van 2021 tot en met 2024 doeltreffend en doelmatig is gebleken. Het adviesbureau heeft een documentenstudie uitgevoerd gezamenlijk met semigestructureerde interviews met verschillende partijen waaronder de ACM, de GSC, het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). Een volledige lijst van partijen is te vinden in het rapport. Daarnaast is vanuit mijn ministerie een enquête uitgezet bij de LVVN-community, een besloten platform van 200 akkerbouwers, tuinders en veehouders voor het versterken van de evaluatie met praktijkinzichten

Doeltreffendheid, doelmatigheid en doelbereik van de Wet OHP

De evaluatie laat zien dat de Wet positief scoort op doeltreffendheid. Tegelijkertijd wordt aangegeven dat agrarische ondernemers terughoudend zijn in het melden van oneerlijke handelspraktijken, omdat ze verwachten dat het doen van een melding de relatie met een afnemer schaadt en omzet kan kosten. Deze terughoudendheid in het melden, maakt dat de Wet OHP vooralsnog minder doeltreffend is dan mogelijk zou zijn. Positief is dat er een normerende en preventieve werking van de Wet OHP uitgaat. Het is voor leveranciers en afnemers in de keten duidelijker dan voorheen wat wel en wat niet is toegestaan. Dit wordt bevestigd door de contractwijzigingen die na invoering van de Wet OHP zijn waargenomen. Het probleem van oneerlijke handelspraktijken is vertaald in een wettelijke aanpak en heeft daarmee status verworven. Verwacht wordt dat er door een grotere bekendheid van de Wet OHP meer klachten worden ingediend, en dat de wet bijdraagt aan meer evenwicht in de machtsverhoudingen in de keten.

De doelmatigheid van de Wet OHP is nog moeilijk te beoordelen doordat er nog weinig uitspraken zijn geweest. Toch wordt ook de doelmatigheid vooralsnog als goed beoordeeld. Er zijn vaste kosten om de capaciteit en beschikbaarheid te garanderen van de organisaties waar leveranciers naartoe kunnen met hun klacht. Op de langere termijn kan scherper naar doelmatigheid worden gekeken, om tot een goede balans te komen tussen de vaste kosten voor de capaciteit en variabele kosten per afhandeling van een case.

De verschillende partijen zijn ook gevraagd of het doelbereik van de wet verhoogd zou worden door handelspraktijken aan de grijze of zwarte lijst toe te voegen. De geïnterviewden kwamen niet met tekortkomingen of suggesties om de lijsten aan te passen.

Aanbevelingen

Naast de bovengenoemde aspecten schetst de evaluator een aantal

aandachtspunten.

  1. De evaluator geeft aan dat de uitvoeringsstructuur met de ACM en de GSC in stand moet worden gehouden. Het geeft de klagers twee verschillende mogelijkheden om een klacht in te dienen, waarmee zowel handhavende als meer bemiddelende oplossingen kunnen worden bereikt. Ook wordt de jurisprudentie rijker als twee instanties naar al dan niet soortgelijke cases kijken.

  2. De evaluator geeft ook het advies om oneerlijke handelspraktijken die nu op de zwarte en grijze lijst uit de Wet OHP staan vooralsnog niet aan te passen. Ze geven wel aan dat er uitgezocht kan worden of een verplichting mogelijk is dat voor extra (duurzaamheid)eisen een meerprijs moet worden betaald die contractueel moet worden vastgelegd. Op deze suggestie zal ik terugkomen in het najaar in de door mij toegezegde Kamerbrief over de bijdrage van ketenpartijen.

  3. Er wordt aanbevolen dat er een soort voorwas mogelijk zou moeten zijn. De ACM en de GSC zouden moeten communiceren dat leveranciers welkom zijn om een mogelijk oneerlijke handelspraktijk laagdrempelig te bespreken, zonder dat het als een ‘formele klantenmelding’ wordt geregistreerd. Hiermee kan worden beoordeeld of de kwestie een oneerlijke handelspraktijk kan zijn of dat het oneerlijk voelt, maar geen overtreding van de wet is.

  4. De anonimiteit van de klager moet worden gewaarborgd. Dit is met name lastig doordat de omzet moet worden aangetoond door betrokken partijen, zodat de ACM kan beoordelen of een leverancier een lagere omzet heeft dan de afnemer en voldoet aan de drempelwaardes. Nu maakt de ACM gebruik van de omzet van enkele van de grootste leveranciers uit een sector om te bepalen of de betrokken partijen binnen de drempelwaardes vallen. De aanbeveling is om uit te gaan van de omzetcijfers van een specifieke sector uit het Bedrijveninformatienet (BIN).

  5. Tenslotte wordt aangegeven dat verschillende brancheorganisaties in de eerdere cases belangrijk waren bij het aankaarten van oneerlijke handelspraktijken. De overheid zou een nieuwe ronde langs brancheorganisaties kunnen maken om ze te stimuleren van de Wet OHP gebruik te maken.

Appreciatie

Deze evaluatie bevat een aantal nuttige conclusies en aanbevelingen, waarbij het voornaamste is dat de Wet OHP doeltreffend is als het gaat om het verbeteren van de positie van de boer in de keten. De Wet OHP is nog relatief kort van kracht en ik zal de werking en uitspraken nauwlettend in de gaten houden om ook de effecten op langere termijn te zien. Wat betreft de aandachtspunten beaam ik het belang van goede toegankelijkheid van de organisaties waar partijen een klacht kunnen indienen. En zie ik naast een handhavende rol van de ACM als toezichthouder ook de meerwaarde van een laagdrempelige GSC, waar het mogelijk is om via vertegenwoordigende partijen anoniem klachten te behandelen. In dat licht omarm ik ook de aandachtspunten rondom anonimiteit, waarbij de evaluatie ook benoemt dat brancheorganisaties een rol zouden kunnen vervullen in de vertegenwoordiging van partijen.

De Wet OHP is ingericht om oneerlijke handelspraktijken tegen te gaan en zo de positie van de boer in de keten te versterken. De Wet OHP kan geen specifieke hoogte van vergoedingen afdwingen of een minimale prijs voor de boer garanderen. Wel zorgt de Wet OHP voor een meer transparante prijsvorming, omdat afnemers verplicht zijn om de producent op een begrijpelijke manier aan te geven hoe de overeengekomen prijs tot stand is gekomen.

Ik verwelkom de aanbevelingen en bespreek deze met de ACM en de GSC. Daarnaast benut ik deze aanbevelingen ook richting de Europese Commissie, waar op dit moment Richtlijn (EU) 2019/633 op Europees niveau wordt geëvalueerd en waar naar verwachting eind dit jaar input kan worden gegeven met het oog op een mogelijke wijziging van die Richtlijn.

Het is waardevol dat voor deze evaluatie partijen in de hele keten zijn benaderd en dat zowel grote als kleine brancheorganisaties hun input hebben gegeven. Hiermee is er een zo volledig mogelijk beeld ontstaan, en wordt bevestigd dat de Wet OHP bijdraagt aan transparantere en eerlijker afspraken in de keten en daarmee bijdraagt aan het versterken van de positie van de boer in de keten.

Hoogachtend,

Femke Marije Wiersma

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur


  1. De Wet OHP Landbouw implementeert de Europese richtlijn 2019/633/EU (de "Richtlijn").↩︎