[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Meerjarenplan instandhouding Rijkswaterstaat- netwerken 2025-2030

Aanleg en de aanpassing van hoofdinfrastructuur

Brief regering

Nummer: 2025D31342, datum: 2025-07-01, bijgewerkt: 2025-07-03 14:19, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29385 -143 Aanleg en de aanpassing van hoofdinfrastructuur.

Onderdeel van zaak 2025Z13825:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u het meerjarenplan instandhouding voor de infrastructuur in beheer bij Rijkswaterstaat. Het meerjarenplan geeft invulling aan de toezegging van mijn voorganger tijdens het commissiedebat Strategische Keuzes Bereikbaarheid op 2 april jl. om de Kamer nader te informeren over de meerjarige opgave en aanpak.

Ik hecht er waarde aan invulling te geven aan deze toezegging van mijn voorganger en het meerjarenplan instandhouding voor het commissiedebat MIRT van 2 juli met de Kamer te delen. Het belang en de urgentie van de instandhoudingsopgave en de stappen die hiervoor recent zijn gezet, zijn mij helder. In het belang van de opgave geef ik hier prioriteit aan. Gezien mijn recente aantreden, verdiep ik mij nog in deze veelomvattende opgave.

Het demissionaire kabinet geeft veel aandacht aan de opgave om onze infrastructuur, ook op lange termijn, op orde te houden. Bij Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet daarom ca. 300 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de instandhoudingsopgave bij Rijkswaterstaat voor de jaren tot en met 2030. Het doel van het demissionaire kabinet is om een basiskwaliteit te bieden waar we als samenleving langjarig op kunnen vertrouwen. Dit is ook nodig. De Staat van de Infrastructuur rapportage die uw Kamer jaarlijks ontvangt, laat zien dat de conditie van de netwerken zichtbaar en meetbaar verslechtert.

Het is daarom van belang dat het maakbare productievolume op instandhouding omhoog gaat. In de volle breedte van het werk: van het één op één vernieuwen van objecten (stalen en betonnen bruggen, sluizen, stuwen en gemalen), onderhoud aan kanaalbodems, sifons en duikers, aan de stormvloedkeringen tot en met het verhardingsonderhoud op het wegennet (asfalt en belijning). Het meerjarenplan instandhouding 2025-2030 geeft inzicht in de noodzakelijke aanpak van Rijkswaterstaat om dit doel te bereiken. Deze aanpak is in lijn met de hoofdlijnen uit eerdere Kamerbrieven over het basiskwaliteitsniveau1 en de verhoging van het productievermogen2.

Een programmatische aanpak

Het meerjarenplan zet uiteen hoe Rijkswaterstaat de productie op instandhouding verhoogt naar ruim 3 miljard euro per jaar in de periode tot en met 2030, in lijn met de groeiende budgetten. Dit bedrag representeert zowel de groei van de materiële productie als die van de prijsverhogingen. De rapportages over instandhouding worden zo snel mogelijk doorontwikkeld om onderscheid te kunnen maken tussen de materiële groei van de productie en prijsstijgingen.

In de kern komt de aanpak neer op een omslag van projectmatig naar programmatisch werken. De aanpak houdt daarbij rekening met de hoeveelheid beschikbare arbeidskrachten en de capaciteit in de markt. Dit sluit aan op de adviezen uit het rapport Instandhouding voorop! van de Adviesgroep ontwikkeling en instandhouding van infrastructuur in beheer bij IenW. Het werk wordt integraal geprogrammeerd, er wordt langjarig en efficiënt samengewerkt met de markt, er gaat meer capaciteit naar het primaire productieproces en er wordt geïnvesteerd in vakmanschap en innovatie. De schaal- en efficiëntievoordelen die door deze aanpak ontstaan, maken het mogelijk om meer werk te verzetten.

De gekozen aanpak maakt het ook mogelijk om mee te bewegen met nieuwe ontwikkelingen in de opgave en met risico’s en onzekerheden. Deze kunnen van invloed zijn op de prioritering en programmering. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe inzichten in de staat van de infrastructuur zoals tand-nok constructies3 en waterstofverbrossing4. Maar er spelen ook andersoortige ontwikkelingen zoals klimaatverandering, concurrerende opgaven (o.a. woningbouw, aanleg van nieuwe infrastructuur en energietransitie), geopolitieke ontwikkelingen, grondstoffenschaarste, duurzaamheid, flora- en faunawetgeving en stikstof.

Gezamenlijke inspanning

Het succes van het meerjarenplan is mede afhankelijk van de gezamenlijke inspanning van alle betrokkenen om te voorzien in de volgende randvoorwaarden.

Stabiel basiskwaliteitsniveau

In de Kamerbrieven van 17 maart 2023 en 17 juni 2024 is de Kamer geïnformeerd over het basiskwaliteitsniveau, alsmede over de maatregelen die worden getroffen om het kwaliteitsniveau in evenwicht te brengen met de beschikbare middelen. De stabiliteit die uitgaat van het basiskwaliteitsniveau is nodig om de instandhoudingsopgave langjarig en slim vorm te geven en zodoende schaal- en efficiëntievoordelen te realiseren. Daarbij wordt terughoudend omgegaan met het wijzigen van het basiskwaliteitsniveau. Dit geldt in het bijzonder voor het toevoegen van nieuwe beleidswensen en nieuwe wetgeving. Daar waar die toch noodzakelijk worden geacht, wordt gezorgd voor een implementatie op basis van een realistisch ingroeipad en wordt ervoor gezorgd dat de wijzigingen financieel gedekt zijn.

Zorgvuldige weging van omgevingsbelangen en hinderaanpak

Rijkswaterstaat maakt afspraken met de regionale belanghebbenden over de wijze waarop hun belangen worden meegenomen in de opgave. Denk aan afspraken om de hinder voor de (vaar)weg gebruiker te beperken en afspraken over meekoppelkansen. Deze afstemming sluit aan op de motie Krul en Van der Graaf5 om de instandhouding te integreren in de MIRT-cyclus6. Omgevingsbelangen worden door Rijkswaterstaat zorgvuldig afgewogen tegen het effect op de schaal- en efficiëntievoordelen in de bredere programmering. Gezien de omvang van de instandhoudingsopgave wegen schaal- en efficiëntievoordelen zwaar in de uiteindelijke afweging. Ook wordt er terughoudend omgesprongen met wijzigingen in de korte termijn programmering. Dergelijke wijzigingen leiden tot een onevenredig grote verstoring van de productie. Daarom worden afspraken meerdere jaren vooruit gemaakt, afhankelijk van hoe ingrijpend de afspraken zijn.

Rijkswaterstaat spant zich aanvullend op deze afspraken in om hinder op de netwerken verder te beperken. De hinderaanpak vormt hiervoor het uitgangspunt en is beschreven in het meerjarenplan. Ondanks alle afstemming en inspanningen is hinder onvermijdelijk. Een goede (reis)voorbereiding draagt bij aan het succes van de instandhoudingsopgave. Bijvoorbeeld door thuis te werken, een alternatief vervoersmiddel te kiezen, te carpoolen of de spits te mijden. De hinderaanpak van Rijkswaterstaat speelt hierop in.

Verantwoord gebruik

De gebruikers van de netwerken hebben ook invloed op het succes van de opgave. In de eerste plaats door op een verantwoorde wijze gebruik te maken van de netwerken. Dit blijkt niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid. Bij de werkzaamheden aan het viaduct in de A7 bij Purmerend werden bijvoorbeeld de gewichtsbeperkingen voor vrachtverkeer genegeerd. Dit ondanks de oproepen van onder meer Transport en Logistiek Nederland en Rijkswaterstaat en de strengere handhaving door de politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Het gevolg was dat de brug voor de veiligheid geheel moest worden afgesloten voor vrachtwagens en bussen en de werkzaamheden uitliepen.

Netwerkprestaties onder druk

De infrastructuur in Nederland vormt de ruggengraat van onze samenleving en economie en houdt onze delta veilig. Als we willen voorkomen dat Nederland vastloopt, is instandhouding van de infrastructuur van groot belang. De noodzaak van het vergroten van de productie op instandhouding is in dit licht meermaals onderstreept richting de Kamer.

Het voorliggende meerjarenplan vormt het fundament voor de verdere productiegroei richting de ruim 3 miljard euro per jaar in de periode tot en met 2030. In de Kamerbrief van juni 2024 is echter aangegeven dat de instandhoudingsopgave groter is dan het beschikbare budget en wat op dat moment maakbaar werd geacht. Dit geldt in het bijzonder voor de vernieuwing van de infrastructuur die het einde van de levensduur nadert. De Algemene Rekenkamer wees hier in mei van dit jaar in haar verantwoordingsonderzoek ook op.

Het uitgesteld onderhoud neemt verder toe en de conditie van de infraobjecten wordt zichtbaar en meetbaar slechter, zoals ook blijkt uit de Staat van de Infrastructuur. Hoewel veilig gebruik van de infrastructuur gewaarborgd kan worden, eventueel in combinatie met beperkende maatregelen zoals aslastbeperkingen, geldt dit niet altijd voor de functionaliteit van de infrastructuur. Het aantal storingen, ongeplande werkzaamheden en functie beperkingen loopt verder op.

Hierdoor zal in eerste instantie de hinder op het water en de weg toenemen. Anderzijds betekent het voor het waterbeheer dat de waterstanden op momenten minder goed gereguleerd kunnen worden met mogelijk overlast en onveilige situaties tot gevolg. Op langere termijn raakt een slechter functionerende infrastructuur aan de welvaart en het welzijn van alle inwoners. Het is van invloed op de veiligheid van de kwetsbare delta en heeft gevolgen voor het vestigingsklimaat en ons concurrentievermogen. Laatstgenoemde komt doordat de verbinding van vitaal economische functies zoals werk, goederen, onderwijs en wonen in het gedrang komen. De voorbeelden in paragraaf 1.4 in het meerjarenplan illustreren wat dit vandaag de dag al betekent voor de gebruikers van de netwerken. De inzet is daarom om het productievermogen te verhogen tot een niveau waarop we de instandhouding van de Rijkswaterstaat-netwerken blijvend kunnen garanderen.

Meerjarenplan als opmaat voor de grotere instandhoudingsopgave

Zoals uit het meerjarenplan blijkt, ziet Rijkswaterstaat mogelijkheden om meer vernieuwingsprojecten te starten dan eerder voorzien. Wanneer de financiering van deze projecten moet worden ingepast in de fondsen, zouden scherpe keuzes nodig zijn. Dit bovenop de schuif van aanleg naar instandhouding waartoe eerder op fondsniveau al is besloten. Andere belangrijke opgaven zoals de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur zouden hierdoor verder onder druk komen te staan.

Een robuust en duurzaam Nederland vereist dat we blijven investeren in onze infrastructuur. Ook de Raad van State wijst er in dit kader in haar advies bij de Voorjaarsnota 2025 op dat op middellange termijn de overheidsconsumptie en inkomensoverdrachten stijgen, vooral in de zorg- en de sociale zekerheid, terwijl de overheidsinvesteringen (zoals vervoersinfrastructuur) beduidend minder toenemen, ook op langere termijn. Bij deze investeringsvraagstukken speelt ook de beschikbare uitvoeringscapaciteit in de infrasector een rol. De diverse infrastructurele ambities ten aanzien van onder meer de instandhouding, aanleg van nieuwe infrastructuur, woningbouw en de energietransitie zullen in onderlinge samenhang moeten worden beschouwd. Het is aan een nieuw kabinet om te besluiten over de toekomstige investeringen in de infrastructuur.

Tot slot

Het meerjarenplan instandhouding vormt het fundament en de opmaat om de grootste instandhoudingsopgave ooit van de Rijkswaterstaat-netwerken te realiseren. Daarmee voorziet het in een belangrijke stap om in voldoende productievermogen te voorzien om op termijn de onderhoudsachterstanden te beheersen. De opgave is voortdurend in beweging. Naarmate de uitvoering vordert, blijft Rijkswaterstaat het meerjarenplan ontwikkelen en waar nodig aanpassen. Hierdoor blijft het plan aansluiten op onder andere de ontwikkelingen in de instandhoudingsketen. Dit doen we in nauwe samenwerking met de gehele infrasector en op basis van inzichten van de Tweede Kamer.

Via de reguliere begrotingscyclus wordt uw Kamer geïnformeerd over de gerealiseerde productie en de beoogde productie met de bijbehorende benodigde financiering voor de aankomende jaren. De jaarlijkse staat van de infrastructuur rapportage geeft aanvullend inzicht in de technisch staat van het areaal, het geplande onderhoud en de beperkingen.

We staan voor een enorme uitdaging om onze cruciale infrastructuur op niveau te houden. Dit plan vormt een stevige basis voor deze opgave. Het ministerie gaat het plan samen met alle betrokkenen in de keten uitvoeren en waar nodig aanpassen om dit doel te realiseren. Ik doe een beroep op alle betrokkenen om samen de schouders eronder te zetten en vanuit de eigen rol bij te dragen aan deze belangrijke opgave.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

ing. R. (Robert) Tieman


  1. Kamerstuk 29385, nr. 119↩︎

  2. Kamerstuk 29385 nr. 139↩︎

  3. Kamerstuk 2024Z21099↩︎

  4. Kamerstuk 36 600 A, nr. 56↩︎

  5. Kamerstuk 29 385, nr. 131↩︎

  6. Kamerstuk 36 600 A, nr. 16↩︎