Appreciatie motie van het lid Podt c.s. over vereenvoudiging en versnelling van de tewerkstellingsvergunning voor kansrijke asielzoekers (Kamerstuk 36704-56)
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet)
Brief regering
Nummer: 2025D31427, datum: 2025-07-02, bijgewerkt: 2025-07-02 15:54, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36704 -76 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet).
Onderdeel van zaak 2025Z13867:
- Indiener: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-07-03 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Asiel en Migratie
Preview document (🔗 origineel)
Op 26 juni jl. vond het plenaire debat plaats over de wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet), en de wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de vereisten bij nareis (Wet invoering tweestatusstelsel).
Conform de in het debat gedane toezegging, zend ik u met deze brief de appreciatie van de aangekondigde motie1 van de leden Podt (D66), Boomsma (NSC) en Van Nispen (SP) met betrekking tot het vereenvoudigen en versnellen of het laten vervallen van de tewerkstellingsvergunningplicht van werkgevers voor kansrijke asielzoekers.
In de motie is opgenomen dat het aanvragen van de tewerkstellingsvergunning door werkgevers die asielzoekers in dienst nemen een belemmering is. Voorts wordt de regering verzocht deze belemmering weg te nemen, of het proces zoveel mogelijk te vereenvoudigen en te versnellen.
Ik acht het van belang dat asielzoekers, voor wie de kans groot is dat zij een asielvergunning krijgen, eerder aan het werk gaan. Dit is belangrijk voor de mensen zelf, maar ook zodat zij daarmee een maatschappelijke bijdrage kunnen leveren. Indien ik de motie zo mag interpreteren dat de regering wordt verzocht de tewerkstellingsvergunningplicht waar mogelijk verder te vereenvoudigen en te versnellen, wil ik deze aan het oordeel van uw Kamer laten. Het afschaffen van de vergunningplicht en vervangen door een meldplicht acht ik niet haalbaar en niet wenselijk.
Bij de aanvraag van de tewerkstellingsvergunning toetst UWV of wordt
voldaan aan alle voorwaarden. Hierbij wordt onder meer gekeken of de
werkgever marktconform beloont en of het asielverzoek van de asielzoeker
meer dan zes maanden in behandeling is. Het controleren van deze
voorwaarden, vooral of de asielzoeker mag werken, kan niet door de
werkgever zelf worden gedaan.
Bij het afschaffen van de vergunningplicht zouden werkgevers
bijvoorbeeld zelf moeten controleren of de asielzoeker nog een lopende
asielaanvraag heeft. Als de asielaanvraag (definitief) is afgewezen mag
de asielzoekers immers niet meer werken. De werkgever kan dit echter op
dit moment niet zelf verifiëren. Daarbij komt dat met de implementatie
van de herziene Opvangrichtlijn bepaalde groepen asielzoekers met een
lage kans op inwilliging van hun aanvraag niet meer mogen werken. Daarom
wil het kabinet vasthouden aan de verplichting om een
tewerkstellingsvergunning aan te vragen. De tewerkstellingsvergunning
biedt ook duidelijkheid en zekerheid voor werkgevers, wat gezien de
boetes die kunnen worden opgelegd vanwege illegale tewerkstelling onder
de Wet arbeid vreemdelingen, van groot belang is. Het overgaan op een
meldplicht voor deze groep acht ik om deze reden onwenselijk. Tenslotte
wijs ik erop dat de toets of het loon marktconform is, een bescherming
biedt voor de asielzoeker. De vergunning wordt alleen verleend als de
werkgever zich houdt aan de geldende arbeidsvoorwaarden.
Het aantal verleende tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers is na het vervallen van de 24-weken-eis sterk toegenomen. In 2024 heeft UWV 10.000 tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers verleend. In het eerste half jaar van 2025 zijn er reeds 9.563 tewerkstellingsvergunningen verleend. Het kabinet blijft zich ervoor inzetten om asielzoekers, van wie de kans groot is dat zij een asielvergunning krijgen, te stimuleren om aan het werk te gaan. Ik zet me daarom in om ook de overige belemmeringen, ook voor werkgevers, zoveel mogelijk weg te nemen. Zo is UWV reeds gevraagd of de procedure kan worden versneld, zodat een vergunning al binnen twee weken wordt verleend. Op dit moment kan UWV ca. 78% van de compleet aangeleverde aanvragen al binnen twee weken behandelen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Kamerstukken II, 2024-25, 36704, nr. 56.↩︎