[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken verlaging beschermde status van de wolf in de Habitatrichtlijn, subsidies wolfwerende maatregelen en moties over prooidieren wolf

Natuurbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D31578, datum: 2025-07-02, bijgewerkt: 2025-07-03 16:58, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33576 -453 Natuurbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z13928:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


33 576 Natuurbeleid

Nr. 453 Brief van de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2025

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang op een van de acties uit de Landelijke Aanpak Wolven (LAW), te weten de verlaging van de beschermde status van de wolf in de Habitatrichtlijn, de inventarisatie naar de financiële mogelijkheden die Europese Fondsen bieden voor het verstevigen van de bescherming van gehouden dieren tegen de wolf, alsook de actuele stand van zaken van enkele moties waarvan ik heb toegezegd daar voor de zomer op terug te komen:

  • De motie van de leden Kostić (PvdD), Boomsma (NSC), Van Campen (VVD), Graus (PVV) en Bromet (GL-PvdA) (Kamerstuk 33576, nr. 436), verzoekt de regering te verkennen tegen welke obstakels dierhouders aanlopen met betrekking tot subsidies voor adequate wolfwerende maatregelen en voor de zomer aan de Kamer te rapporteren wat de regering gaat doen om de bestaande subsidies toegankelijker te maken.

  • De motie-Podt (D66) en Vedder (CDA)(Kamerstuk 33576, nr. 431), verzoekt de regering om in samenwerking met de provincies en de RVO te zorgen voor laagdrempelige toegang voor boeren tot de relevante Europese fondsen, en hierover voor de zomer aan de Kamer te rapporteren.

  • De motie van de leden Kostić (PvdD) en Graus (PVV) (Kamerstuk 33576, nr. 437) verzoekt de regering om in wolvengebied een tijdelijke stop te laten instellen op beheer van en jacht op de belangrijkste prooien van de wolf, en te monitoren welke invloed dat heeft op het aantal incidenten met de wolf.

  • De motie-Grinwis (CU), Flach (SGP) en Graus (PVV) (Kamerstuk 33576, nr. 429) verzoekt de regering gebiedsgericht onderzoek te laten verrichten naar de invloed van het beheer op en de stand van de wildpopulatie op predatie van landbouwhuisdieren door de wolf, en op basis van de uitkomsten maatregelen te treffen.

Verlaging van de beschermde status van de wolf in de Europese Habitatrichtlijn

Op 24 juni jl. is het besluit van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de wijziging van de beschermingsstatus van de wolf in de Habitatrichtlijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.1 Dit betekent dat de verlaging van de beschermde status van de wolf in de Habitatrichtlijn op 14 juli 2025 officieel van kracht is. Ik ben blij met deze belangrijke stap omdat we hiermee meer mogelijkheden krijgen om op te treden bij incidenten met wolven.

Voor de implementatie van deze wijziging in Nederlandse regelgeving heb ik met grote urgentie gewerkt aan een Algemene Maatregel Van Bestuur (AMvB) en gezorgd dat deze meteen al klaarlag toen het Europees Parlement over het voorstel had gestemd. Deze AMvB hangt op dit moment in concept voor bij de Tweede Kamer. Met deze AMvB wordt de wolf weer specifiek beschermd in de nationale wetgeving, en worden er ook duidelijke handvatten geboden voor het ingrijpen in situaties met wolven. Daarnaast voorziet de AMvB ook in een wettelijke grondslag voor de tegemoetkoming in de schade door wolvenaanvallen.

Er zal sprake zijn van een overgangsperiode tussen de datum van inwerkingtreding van de wijziging van de Habitatrichtlijn en de inwerkingtreding van de AMvB. In deze overgangsperiode zijn de meer specifieke bepalingen met betrekking tot het vangen en doden van wolven (o.a. de vergunningplicht) niet van toepassing. Voor het vangen en doden van wolven geldt in deze periode onverkort de specifieke zorgplicht die is neergelegd in artikel 11.27 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). In de overgangsperiode is er geen sprake van een toegestaan gebruik van het geweer ter uitvoering van de Omgevingswet (Ow) in de zin van 11.75 lid 1 Bal. Het doden van wolven met een geweer is in deze periode nog steeds onderhevig aan de specifieke zorgplicht. De AMvB maakt het mogelijk voor Gedeputeerde Staten om met terugwerkende kracht vergoeding te verlenen voor schade aangericht door wolven in deze overgangsperiode. Ik streef ernaar, door de realisatie van de AMvB met spoed aan te pakken, bedoelde overgangstermijn zo kort mogelijk te laten zijn, en roep het parlement op deze zo snel mogelijk te behandelen.

Subsidies voor wolfwerende maatregelen

In de LAW heb ik een inventarisatie aangekondigd naar Europese Fondsen en hun mogelijkheden voor het verstevigen van de bescherming van gehouden dieren tegen de wolf. In die inventarisatie zou gekeken worden naar de verschillende fondsen en hun voorwaarden en het gebruik van deze fondsen in andere EU-landen2. Ik heb onderzoeken laten uitvoeren door Wageningen Social & Economic Research (WSER) en RVO. Het onderzoek van WSER ziet op de inzet en het gebruik van provinciale subsidies en van subsidies in EU-lidstaten, en het rapport van RVO ziet op Europese subsidiemogelijkheden. Deze onderzoeken zijn in de week van 22 juni 2025 afgerond, ik deel nu de resultaten met uw Kamer.

In het RVO rapport wordt uiteengezet welke fondsen momenteel inzetbaar zijn voor bescherming van vee. Vier fondsen worden als relevant geïdentificeerd: Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO); Programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE); Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO); en Horizon Europa. Voor deze fondsen wordt in het rapport inzicht gegeven in de beoogde doelgroep en de doelen van de regelingen, hoe projecten geselecteerd worden en de percentages aan kosten die gesubsidieerd kunnen worden. Dit onderzoek geeft daarmee handvatten voor provincies om veebeschermingsmaatregelen met Europese middelen te bekostigen. Onder het Horizon-fonds is op dit moment in totaal maximaal €37 miljoen beschikbaar. Onder het LIFE-fonds is maximaal €3,5 miljoen beschikbaar per project. Voor deze Horizon en LIFE calls (oproepen voor projectvoorstellen) geldt dat er sprake moet zijn van samenwerkingen. Per call is gemiddeld 4 tot 6 maanden voorbereidingstijd nodig. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat er ruimte is voor het ministerie om wolfwerende maatregelen op te nemen in regelingen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB (pijler 2 ELFPO)). In de periode tot 2027 bevat EFRO naar verwachting weinig ruimte in aansluiting bij bestaande programma’s vanwege ontoereikend budget. 

Uit het rapport van WSER komt onder andere naar voren dat middelen uit het GLB op dit moment kunnen worden ingezet voor veebescherming via de regeling 'Productieve investeringen Groen – Blauw en dierenwelzijn'. Verschillende provincies hebben hier al gebruik van gemaakt. Naast deze opengestelde regeling met een budget van 50 miljoen (2023-2028) bevat het GLB meer mogelijkheden voor het verlenen van subsidies. Mijn ministerie verkent deze mogelijkheden voor aanvullende inzet van regelingen onder het GLB voor zover dit Rijksregelingen betreft. Het WSER rapport geeft daarnaast inzicht in hoe deze subsidies worden benut in andere EU-lidstaten. De voorbeeldlanden Duitsland en België laten de diversiteit van toepassing van EU-fondsen zien en daarmee ook de mogelijkheden van EU-fondsen-gebruik voor Nederland.

Provincies zijn primair beleidsverantwoordelijk en bevoegd gezag op het thema wolf. Mijn ministerie zal de onderzoeksrapporten met de provincies delen en de uitkomsten met hen bespreken. Daar waar ondersteuning door het ministerie nodig en gewenst is bij het aanvragen van middelen uit de Europese fondsen zal die geboden worden. Daarnaast zal ik ook samen met de provincies spreken over de suggesties en conlusies in de rapporten en de rol hierin voor mijn ministerie.

Hiermee beschouw ik de moties van de leden Kostić (PvdD), Boomsma (NSC), Van Campen (VVD), Graus (PVV) en Bromet (GL-PvdA) (Kamerstuk 33576, nr. 436) en Podt (D66) en Vedder (CDA) (Kamerstuk 33576, nr. 431) als afgedaan.

Beheer van prooidieren voor de wolf

De motie van de leden Kostić (PvdD) en Graus (PVV) (Kamerstuk 33576, nr. 437) verzoekt de regering om een tijdelijk stop op beheer van en jacht op de belangrijkste prooien van de wolf. Voor zover het de belangrijkste prooidieren van de wolf betreft is jacht niet toegestaan3, voor beheer zijn provincies bevoegd gezag. Het is daarmee niet aan het Rijk om hier beleidskeuzes in te maken. Naar aanleiding van uw motie heeft mijn ministerie de oproep van de Kamer overgebracht aan de provincies. Het is aan de provincies om deze oproep al dan niet mee te nemen in hun afwegingen aangaande faunabeheer. Hiermee beschouw ik deze motie als afgedaan.

Tenslotte kan ik aangeven over de motie-Grinwis (CU), Flach (SGP) en Graus (PVV) (Kamerstuk 33576, nr. 429), welke de regering verzoekt om onderzoek naar de invloed van het beheer op en de stand van de wildpopulatie op predatie van landbouwhuisdieren door de wolf, heeft geresulteerd in een onderzoek uitvraag bij Wageningen Environmental Research. Ik verwacht de resultaten hiervan in het najaar, waarna ik deze zal delen met uw kamer.

De wolf heeft mijn onverdeelde aandacht - en zorg - en ik zal ook de komende tijd werk blijven maken van het, samen met de provincies, verder uitrollen van de Landelijke Aanpak Wolven.

De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

J.F. Rummenie


  1. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=OJ:L_202501237↩︎

  2. https://open.overheid.nl/documenten/aa2ca347-9195-41c8-8beb-ab88c3b9ede8/file↩︎

  3. https://open.overheid.nl/documenten/bc7f1667-4616-4d48-a38a-76a724c9dfff/file↩︎