Evaluatie structurele verlaging maximale kredietvergoeding
Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Brief regering
Nummer: 2025D31696, datum: 2025-07-02, bijgewerkt: 2025-07-04 11:22, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Evaluatierapport structurele verlaging maximale kredietvergoeding
- Beslisnota bij Kamerbrief Evaluatie structurele verlaging maximale kredietvergoeding
Onderdeel van kamerstukdossier 24515 -814 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting.
Onderdeel van zaak 2025Z13971:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-09-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
De kredietvergoeding die een kredietgever aan een consument in rekening mag brengen voor een consumptief krediet is aan een wettelijk maximum gebonden. De maximale kredietvergoeding op jaarbasis bestaat uit de (variabele) wettelijke rente, vermeerderd met een (vaste) opslag. Per 10 augustus 2020 werd de opslag op de wettelijke rente tijdelijk verlaagd van 12 naar 8 procentpunten in verband met de coronacrisis.1 Per 13 juni 2022 is de opslag als onderdeel van de maximale kredietvergoeding structureel verlaagd van 12 naar 8 procentpunten.2 Sinds 1 januari 2025 is de maximale kredietvergoeding 14% per jaar, bestaande uit een wettelijke rente van 6% plus de opslag van 8 procentpunten.
In de nota van toelichting op het besluit dat de structurele verlaging regelt, staat dat de maatregel na twee jaar zal worden geëvalueerd om zicht te hebben op de effecten van de structurele verlaging.3 Op 17 juni 2025 heeft SEO Economische Onderzoek (‘SEO’) haar evaluatie van de structurele verlaging van de maximale kredietvergoeding afgerond met een evaluatierapport (bijlage 1).4 Het eindrapport “Lagere rente op kleine kredieten” geeft een oordeel over de mate waarin de maatregel doelmatig en doeltreffend functioneert. Het rapport bevat daarnaast een aantal aanbevelingen. Met deze brief bied ik u het evaluatierapport aan en geef ik u mijn reactie daarop.
Uitkomsten evaluatie
SEO heeft onderzocht in hoeverre de structurele verlaging van de maximale kredietvergoeding de beoogde doelen heeft gerealiseerd en wat de belangrijkste gevolgen zijn voor de markt van consumptief krediet.5 Hierbij keek SEO naar zowel het effect van de maatregel op de aanbodzijde als op de vraagzijde van consumptief krediet en naar de potentiële neveneffecten van de maatregel, zoals deze waren geïdentificeerd voorafgaand aan de (structurele) verlaging. Hierna worden achtereenvolgend de conclusies en aanbevelingen toegelicht die SEO heeft geformuleerd op basis van de evaluatie.
Conclusies
Lager aanbod kleinere kredieten
Uit de evaluatie van SEO blijkt dat, sinds de verlaging van de maximale kredietvergoeding, het aantal aanbieders van verschillende kredietvormen is gedaald, waaronder persoonlijke leningen, online goederenkrediet en roodstand op betaalrekeningen. Hierin hebben ook de strengere leennormen en alternatieve vormen van krediet – zoals Buy Now, Pay Later (BNPL) –een rol gespeeld.
Daling in vraag naar kleine consumptieve kredieten
Sinds 2019 daalt het aantal lopende consumptieve kredieten, met een sterke afname van doorlopend krediet en een dalend uitstaand saldo. Tegelijkertijd neemt het aantal betalingsachterstanden en schuldhulpgevallen bij consumptief krediet af.
Verschuiving naar alternatieve vormen van krediet
De vraag naar kleine kredieten blijft bestaan. Consumenten wijken uit naar alternatieven zoals BNPL of zoeken krediet buiten Nederland. Gesprekspartners stellen dat dit niet te relateren is aan de verlaging van de maximale kredietvergoeding en het verminderde aanbod als gevolg daarvan.
Verlaging maximale kredietvergoeding deels doeltreffend in het beschermen van consumenten tegen hoge kredietkosten
De verlaging van de maximale kredietvergoeding heeft beperkt geleid tot lagere kredietkosten voor consumenten. Voor de meeste gebruikers gaat het om een beperkte besparing, terwijl anderen juist zijn aangewezen op duurdere alternatieven. Daarmee acht SEO het beleid slechts deels doeltreffend en niet doelmatig in het beschermen van consumenten tegen hogere kredietkosten.
Verlaging maximale kredietvergoeding niet doeltreffend in verlagen betalingsachterstanden.
Hoewel er een daling zichtbaar is in betalingsachterstanden, is deze niet toe te schrijven aan de verlaging van de maximale kredietvergoeding. Daarom constateert SEO dat de maatregel zowel niet doeltreffend als niet doelmatig is in het voorkomen van problematische schulden.
Verlaging maximale kredietvergoeding niet doeltreffend in tegengaan problematische schulden
Het aantal personen met een problematisch schuld is toegenomen sinds 2021. Consumenten zoeken vaker naar minder gereguleerde alternatieven voor financiering, wat risico’s kan verhogen. Daarnaast zien de marktpartijen geen direct verband tussen de maximale kredietvergoeding en het ontstaan en tegengaan van schulden. Daarom acht SEO de maatregel in het tegengaan van problematische schulden niet doeltreffend en niet doelmatig.
Aanbevelingen
Op basis van deze conclusie doet SEO een aantal aanbevelingen waarop ik mijn reactie geef.
Niet verder verlagen van de maximale kredietvergoeding
Op basis van de beperkte doeltreffendheid van de verlaging van de maximale kredietvergoeding, adviseert SEO om de maximale kredietvergoeding niet verder te verlagen. Gezien het uitblijven van aantoonbare effecten op betalingsachterstanden en schuldenproblematiek, ben ik het met SEO eens dat een verdere verlaging van de maximale kredietvergoeding niet gerechtvaardigd is.
Beperkte verhoging van de opslag in de maximale kredietvergoeding met 2 procentpunt
SEO adviseert een verhoging van de opslag in de maximale kredietvergoeding met 2 procentpunt (van 8 naar 10 procentpunt) omdat de verlaging van de opslag van 12 naar 8 procentpunt deels doeltreffend en niet doelmatig was. Daarmee is volgens SEO geen economische reden om de verlaging in stand te houden. Bij een verhoging van 2 procentpunt zouden de kredietkosten van consumenten enerzijds en de winstgevendheid van aanbieders anderzijds beter in balans zijn dan bij een opslag van 8 of 12 procentpunt.
Ik begrijp de gedachte achter dit voorstel en het belang van een duurzaam verdienmodel voor marktpartijen. SEO constateert immers dat consumenten op zoek gaan naar alternatieven die (potentieel) duurder zijn, minder gereguleerd worden en mogelijk minder bescherming bieden tegen overkreditering. Tegelijkertijd zie ik op dit moment onvoldoende aanleiding om over te gaan tot aanpassing van de huidige systematiek. Het ministerie van Financiën werkt op dit moment aan de implementatiewet van de herziene Europese Richtlijn consumentenkrediet (CCDII). De CCDII is een breed pakket aan maatregelen, dat is gericht op transparantie, consumentenbescherming en verantwoord verstrekken van krediet. De implementatie van de CCDII zal naar waarschijnlijkheid ook gevolgen hebben voor de vraag- en aanbodzijde van de markt. De maatregelen zullen naar verwachting een groter effect hebben op het functioneren en de regulering van de kredietmarkt dan een eventuele aanpassing in slechts één van de onderdelen van het stelsel, zoals de maximale kredietvergoeding.
Daarom vind ik het op dit moment niet wenselijk om vooruitlopend op de implementatie van CCDII de maximale kredietvergoeding te verhogen. Ik wil partijen eerst de ruimte geven zich aan te passen aan de nieuwe Europese regels. Daarna kan worden beoordeeld of aanvullende aanpassingen aan het nationale kader nodig of wenselijk zijn.
Bij toekomstige beleidswijzigingen rekening houden met zowel kosten- als inkomstenkant aanbieders
In haar rapport constateert SEO dat de winstmarges van aanbieders niet hoog zijn. SEO adviseert daarom om bij toekomstige beleidswijzigingen rekening te houden met zowel de kosten- als inkomstenkant van de aanbieders.
Consumentenbescherming staat centraal bij het beleid omtrent de maximale kredietvergoeding. Tegelijkertijd is relevant dat de structurele verlaging van deze vergoeding gevolgen kan hebben voor de verdiencapaciteit van aanbieders en daarmee voor de beschikbaarheid van krediet. Bij toekomstige beleidskeuzes zal ik dan ook nadrukkelijk rekening houden met zowel de kosten- als inkomstenkant van kredietaanbieders, zodat het evenwicht behouden blijft tussen enerzijds de bescherming van de consument en anderzijds het borgen van een verantwoord en toegankelijk kredietaanbod.
Marktpartijen eerder op de hoogte stellen van de nieuwe maximale kredietvergoeding voor het komende half jaar
De marktpartijen hebben bij SEO aangegeven dat zij soms weinig tijd hebben om de nieuwe maximale kredietvergoeding door te voeren in hun contracten en zouden daarom graag eerder op de hoogte worden gesteld van de nieuwe maximale kredietvergoeding voor het komende half jaar.
Ik begrijp dat de marktpartijen graag zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht van de nieuwe maximale kredietvergoeding, zodat zij hun contracten hierop kunnen aanpassen. De maximale kredietvergoeding wordt vastgesteld op basis van een wettelijke systematiek. Deze systematiek koppelt de maximale vergoeding aan de wettelijke rente. De wettelijke rente is op haar beurt gekoppeld aan de herfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank (ECB), vermeerderd met een vaste opslag van 2,25 procentpunt. De wettelijke rente en daarmee de maximale kredietvergoeding kan (indien nodig) effectief wijzigingen per 1 januari en/of 1 juli.
De ECB-rente wordt niet ruim van tevoren aangekondigd en kan kort voor de peildatum nog wijzigen. Daardoor is het pas laat in het proces mogelijk om de nieuwe maximale kredietvergoeding betrouwbaar vast te stellen. Het ministerie van Justitie en Veiligheid monitort de ontwikkelingen in de ECB-rente en past indien nodig de wettelijke rente aan. Deze wijziging doorloopt vervolgens de gebruikelijke procesmatige stappen, waarnaar de wijziging in het Staatsblad wordt gepubliceerd.
De officiële publicatie gebeurt meestal vrij kort voor de inwerkingtreding (van 1 januari of 1 juli) vanwege de juridische en politieke doorlooptijden in het vaststellingsproces en omdat de renteontwikkelingen zo actueel mogelijk dienen te zijn. Hoewel het begrijpelijk is dat marktpartijen eerder duidelijkheid willen, staat daar tegenover dat te vroege communicatie onder andere het risico met zich meebrengt dat marktpartijen zich baseren op een incorrecte rente. Een mogelijke tussenoplossing is om indicatieve verwachtingen (onder voorbehoud) eerder te delen met de marktpartijen wanneer het ministerie van Justitie en Veiligheid start met het proces van de wijziging. Ik ga na wat de mogelijkheden hiertoe zijn.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
E. Heinen
Stb. 2020, 272.↩︎
Stb. 2022, 243.↩︎
Zie noot 2.↩︎
SEO heeft in 2021 in opdracht van het ministerie van Financiën onderzoek gedaan naar de effecten van verlaging van de maximale kredietvergoeding en in 2022 een update gegeven daarvan. Zie https://www.seo.nl/publicaties/effecten-verlaging-maximale-kredietvergoeding/ en https://www.seo.nl/publicaties/update-effecten-verlaging-maximale-kredietvergoeding/↩︎
1) Consumenten blijvend beschermen tegen hoge kredietkosten, 2) voorkomen van betalingsachterstanden en 3) tegengaan van problematische schulden↩︎