[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang nieuwe regeling zorgkosten onverzekerden en aanpak onverzekerdheid

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025

Brief regering

Nummer: 2025D31933, datum: 2025-07-03, bijgewerkt: 2025-07-04 11:36, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XVI-197 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2025Z14086:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Bij brief1 van 18 december 2024 van mijn ambtsvoorganger is uw Kamer geïnformeerd over de ambities om te werken aan:

  1. een wetsvoorstel voor kosten van zorg aan onverzekerden en onverzekerbare vreemdelingen; en

  2. het voorkomen en oplossen van onverzekerdheid en betere toegang tot de zorg voor onverzekerden.

Aanleiding voor deze ambities zijn de taakstelling van € 40 miljoen op de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (SOV) per 2027, het aflopen van de SOV per maart 2027 en het gestegen aantal onverzekerde personen in Nederland (met een verminderde toegang tot de gezondheidszorg).

De uitwerking van deze ambities wordt onverminderd voortgezet. Met deze brief informeer ik u over de voortgang hiervan. Ook reageer ik op de motie van de voormalige leden Jansen en Van den Hil2 over het voorkomen dat dakloze mensen hun zorgpolis verliezen door uitschrijving van hun briefadres.

Wetsvoorstel zorgkosten onverzekerden

Op advies van het CAK wordt gewerkt aan nieuwe, doelmatigere en geharmoniseerde regels voor de kosten van zorg aan onverzekerden (inclusief onverzekerbare vreemdelingen). Dat betekent dat de SOV en de in de Zorgverzekeringswet opgenomen 'regeling onverzekerbare vreemdelingen' (OVV) worden samengevoegd. Aandachtspunten hierbij zijn onder andere de hoogte van de vergoeding, de dekking van zorgkosten en de aanpak van fraude. Ook is er aandacht voor de aanvullende inspanningen van sommige zorgaanbieders om onverzekerde patiënten te helpen, zoals sociale overleggen van straatdokters met de gemeente of maatschappelijke organisaties.

Ik kan u melden dat het Erasmus MC is gestart met het onderzoek naar de wijze waarop de zorg aan onverzekerden en onverzekerbare vreemdelingen doelmatiger en binnen één wet kan worden gefinancierd. Ook wordt onderzocht hoe enkele andere Noordwest-Europese landen de zorg voor onverzekerden hebben georganiseerd. De uitkomsten van dit onderzoek worden in het najaar van 2025 verwacht.

Ook kan ik u melden dat als eerste stap tegen fraude met de SOV en OVV, er voor nieuwe zorgaanbieders aanvullende eisen zullen worden gesteld. Deze wijziging zal naar verwachting dit najaar in werking kunnen treden. Ook zal de digitalisering van de declaraties (in 2025 en 2026) bijdragen aan het weren van zorgverleners met verkeerde bedoelingen, omdat hiervoor een aansluiting op het declaratiesysteem van VECOZO nodig is. Verder worden de volgende punten verkend: het creëren van grondslagen voor het kunnen verstrekken van gegevens aan toezichthoudende en opsporende partijen, de inrichting van het toezicht en de consequenties van het niet voldoen aan de informatieplicht.

De bouwstenen voor het wetsvoorstel, en de keuzes die een nieuw kabinet daarin kan maken, zullen in een tweede voortgangsbrief begin 2026 verder worden toegelicht. Het Ministerie van VWS zal de voorbereidende werkzaamheden voor het wetsvoorstel continueren.

Aanpak onverzekerdheid

De afgelopen jaren is het aantal onverzekerde personen toegenomen, waardoor de kosten van de SOV flink zijn gestegen. Daarnaast hebben onverzekerde mensen over het algemeen minder goed toegang tot de zorg. Dit kan leiden tot een zwaardere zorgvraag. Ik vind dit onwenselijk. Ik werk daarom waar mogelijk aan het verminderen van onverzekerdheid.

Op dit moment wordt de impact van bestaande interdepartementale programma’s geanalyseerd die ertoe moeten leiden dat:

  • verzekeringsplichtigen (veel van de daklozen, werkende arbeidsmigranten en ex-gedetineerden) alsnog gedekt worden door een zorgverzekering, en

  • niet-verzekeringsplichtingen (werkloze derdelanders, buitenlandse toeristen en studenten) zichzelf via het sluiten van een particuliere ziektekostenverzekering verzekeren; en

  • werkloze (en soms dakloze) EU-burgers van wie de rechtspositie onduidelijk is, of verzekerd worden in Nederland of terugvallen op de sociale zekerheid van het land van herkomst.

Een belangrijke variabele is of een persoon toegang heeft tot de Nederlandse sociale zekerheid en dientengevolge in principe een Nederlandse zorgverzekering mag (en moet) afsluiten. Dit geldt in beginsel voor mensen die duurzaam wonen en werken in Nederland. Het zetten van concrete stappen op beleidstrajecten van verschillende departementen, zoals de aanpak van misstanden arbeidsmigranten via het Interdepartementaal Projectteam Arbeidsmigranten (Ministerie van SZW) en de registratie in de basisregistratie personen (BRP) (Ministerie van BZK) is randvoorwaardelijk voor het terugdringen van onverzekerdheid. Ook het plan van aanpak dakloze EU-migranten (en de lopende pilots) is een belangrijk programma dat bijdraagt aan het oplossen van de problematiek. Onder andere door het opnieuw vinden van werk of een warme terugkeer naar het land van herkomst. Deze opvang wordt met € 13 miljoen jaarlijks voor 2026-2028 door de ministeries van VWS en SZW voortgezet en uitgebreid3.

In het najaar van dit jaar worden in expertbijeenkomsten aanvullende maatregelen verkend. Ook zal zoveel mogelijk worden gekwantificeerd in welke mate de bestaande beleidsprogramma’s en aanvullende maatregelen zullen leiden tot minder onverzekerde personen en wat dit betekent voor de zorgkosten van de nieuwe regeling voor onverzekerden.

Motie van de voormalige leden Daniëlle Jansen en Van den Hil

De motie van de voormalige leden Daniëlle Jansen en Van den Hil verzoekt de regering uit te werken op welke wijze kan worden voorkomen dat dakloze mensen hun zorgpolis verliezen door uitschrijving van hun briefadres, en hierop te acteren.

Dak- en thuislozen zonder een verblijfadres worden in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven op een briefadres. Daardoor is er ook voor hen een formeel adres beschikbaar, dat door de overheid en door organisaties met een publieke taak, zoals zorgverzekeraars, kan worden gebruikt in processen. De betrokken burger moet wel bereikbaar zijn via het geregistreerde adres. Als het om een briefadres gaat, is dat via de briefadresgever. Dat kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn, bijvoorbeeld de gemeente of een hulporganisatie. Een gemeente voert, bijvoorbeeld als eraan getwijfeld wordt of iemand nog in Nederland is, een adresonderzoek uit. Als uit het onderzoek blijkt dat een burger niet meer bereikbaar is, wordt de burger als vertrokken naar het buitenland geregistreerd. Er wordt niet lichtzinnig besloten tot uitschrijving, omdat dit grote consequenties kan hebben voor de persoon, niet alleen voor de zorgverzekering maar ook voor andere voorzieningen. Om de kwaliteit van dergelijke onderzoeken te waarborgen, heeft BZK voor gemeenten een handreiking4 opgesteld. Een adresonderzoek kan alleen leiden tot uitschrijving als betrokkene na gedegen onderzoek onbereikbaar blijkt te zijn.

Verder is het zo dat burgers die van een (brief)adres zijn uitgeschreven zich altijd opnieuw bij de gemeente kunnen aanmelden en in het geval zij niet over woonadres beschikken een briefadres kunnen aanvragen. Overigens kan men ook in aanmerking komen voor een zorgpolis zonder inschrijving in de BRP. Bijvoorbeeld in het geval men in Nederland werkt.

Signalen over dat dak- en thuislozen problemen kunnen ondervinden met het verkrijgen van een briefadres, zijn bij BZK en gemeenten bekend en hebben in 2022 geleid tot een aanpassing van de Wet basisregistratie personen. Sinds 2022 zijn gemeenten wettelijk verplicht om iemand in te schrijven op een gemeentelijk briefadres indien betrokkene geen woonadres heeft en geen briefadresgever kan vinden, of niet in staat is om aangifte van verblijf en adres te doen.

BZK evalueert de hierboven genoemde wetswijziging en het beleid rond briefadressen. Uw Kamer ontvangt uiterlijk eind van de zomer van de Staatssecretaris van BZK de uitkomsten van deze evaluatie. Naar aanleiding van de uitkomsten van de evaluatie zal BZK in overleg gaan met VWS. Tevens kan op basis van deze uitkomsten worden bepaald of de motie kan worden beschouwd als afgedaan.

Verbeteringen in de voorlichting en handvatten voor betrokkenen

Er wordt fors geïnvesteerd in betere voorlichting over de verzekeringsplicht en de financiële regelingen voor zorgkosten aan onverzekerden. Hierbij gaat speciale aandacht uit naar de inspanningsverplichting van zorgaanbieders om zorgkosten te verhalen op patiënten én naar de zorgplicht die deze aanbieders hebben - onderwerpen waarover regelmatig hardnekkige misverstanden ontstaan. Het expertisecentrum SKGZ en Pharos werken aan uitbreiding en verdieping van deze informatie via praktische instrumenten zoals een vernieuwde website, trainingen, e-learning modules en webinars. Daarnaast ontwikkelt de Argumentenfabriek 'wegwijzers' over het gebruik van de regelingen in opdracht van de Stichting Nederlandse Straatdokters Groep, met subsidie van het Ministerie van VWS.

Tot slot

Uw Kamer ontvangt begin 2026 een tweede voortgangsbrief met daarin de uitkomsten van de genoemde onderzoeken, de bouwstenen (en de te maken keuzes daarin) voor de nieuwe financiële zorgregeling en een concretere invulling van de aanpak onverzekerdheid (inclusief de aanvullende maatregelen en besparingen).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

Daniëlle Jansen


  1. Kamerstukken II 2024/25, nr. 36600-XVI-161↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, nr. 29689, nr. 1282↩︎

  3. Kamerstukken II, vergaderjaar 2024/25, 29325, nr. 190↩︎

  4. https://wetten.overheid.nl/BWBR0048118/2023-05-15↩︎