WODC onderzoek 'Radicalisering en psychosociale problematiek: Beter begrijpen, beter ingrijpen'
Terrorismebestrijding
Brief regering
Nummer: 2025D31943, datum: 2025-07-03, bijgewerkt: 2025-07-03 14:44, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Toolkit Database Interventies
- Beslisnota bij Kamerbrief WODC onderzoek 'Radicalisering en psychosociale problematiek: Beter begrijpen, beter ingrijpen'
- WODC-research (projectnr. 3421); Radicalization and psychosocial issues: Better understanding, better intervention
- Toolkit SLO Interventies
- Leesvervangende Samenvatting
- WODC Rapport Radicalisering en psychosociale problematiek Beter begrijpen beter ingrijpen
Onderdeel van kamerstukdossier 29754 -756 Terrorismebestrijding.
Onderdeel van zaak 2025Z14089:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-09-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoek ‘Radicalisering en psychosociale problematiek: Beter begrijpen, beter ingrijpen’ aan. Dit onderzoek is op verzoek van de NCTV uitgevoerd, om meer inzicht te verkrijgen in de rol van psychopathologie en psychosociale problematiek in het voorkomen en aanpakken van radicalisering. Zoals in de Nationale Contraterrorisme Strategie 2022-2026 is aangegeven, is de inzet om de aanpak op personen met psychische en/of psychosociale problematiek te versterken.1 Dit onderzoek biedt waardevolle inzichten en aanbevelingen om deze aanpak verder te ontwikkelen.
Het onderzoek, uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam, combineert een wetenschappelijk kader met de praktijk en geeft zowel beleidsmakers als professionals belangrijke inzichten in hoe we de aanpak van radicaliserende personen met psychische en/of psychosociale problematiek kunnen versterken. Zo constateren de onderzoekers onder andere dat het tegengaan van radicalisering ingewikkeld is, in het bijzonder als er psychopathologie en/of psychosociale problematiek in het spel is. De onderzoekers hebben een theoretisch model opgesteld dat onderscheid maakt tussen drie factoren (psychopathologie, psychologische behoeften en triggerfactoren) die met elkaar interacteren binnen de sociale context van het individu. Om effectief in te grijpen moet rekening worden gehouden met, onder andere, de fase van het radicaliseringsproces waarin het individu zich bevindt. Dit vereist maatwerk en onderstreept het belang van voldoende passend aanbod is in het palet aan interventies.2 In algemene zin geven de onderzoekers mee dat het van belang is om meer systematisch de inzet van interventies te evalueren, om meer te leren over de effectiviteit ervan.
Daarnaast hebben de onderzoekers onderzocht wat de randvoorwaarden zijn om interventies ook effectief te laten zijn. Eén belangrijk factor hierbij is dat de verschillende uitvoeringspartners elkaar goed kennen en weten te vinden, bijvoorbeeld voor het maken van een goede risico inschatting.
De inzichten en aanbevelingen neem ik mee in de versterking van de aanpak van extremisme en terrorisme en de (door)ontwikkeling van (bestaande) interventies. Om kennis- en expertise over extremisme en de relatie tussen zorg en veiligheid op het gebied van radicalisering te vergroten, biedt het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) sinds kort een training aan die specifiek gericht is op het samenbrengen van de partners en de belevingswereld van zowel zorg-, sociale- als veiligheidspartners. Het doel van deze training is om inzicht te bieden in het verband tussen onbegrepen en verward gedrag en radicalisering en om handvatten te bieden aan de verschillende organisaties om te signaleren en handelen.
Ook biedt het onderzoek relevante aanknopingspunten voor de lokale aanpak van radicalisering en terrorisme. De onderzoekers constateren dat de Wet Gegevensverwerking Persoonsgerichte Aanpak Radicalisering en Terroristische Activiteiten (PARTA) en de Zorg- en Veiligheidshuizen een goede basis bieden voor de persoonsgerichte aanpak. Tegelijkertijd doen de onderzoekers de aanbeveling om te investeren in het gebruik van een werkmodel om systematisch gesprekken te kunnen voeren en de samenwerking tussen verschillende domeinen te faciliteren. De onderzoekers doen daarbij tevens de aanbeveling om meer systematisch evaluatieonderzoeken van interventies te laten uitvoeren.
De NCTV zal de aanbevelingen van het onderzoek onder de aandacht brengen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de zorg- en veiligheidspartners. Daarbij zal de NCTV wijzen op bestaande middelen, zoals de versterkingsgelden, die gebruikt kunnen worden om de verbinding tussen zorg en veiligheid verder vorm te geven. Ook de ‘Leidraad professioneel oordeel’ is hierin relevant. Dit instrument is ontwikkeld voor en door partners, waaronder de NCTV, en is een middel om op een systematische wijze casusoverleggen te voeren.
De verbinding tussen zorg en veiligheid is essentieel voor een effectieve aanpak van extremisme en terrorisme. Ik blijf mij daarvoor inzetten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Zoals beschreven in de Rapportage Integrale Aanpak Terrorisme van mei 2024 wordt de term ‘potentieel gewelddadige eenling’ niet meer gebruikt, maar spreken we van zorg en veiligheid.↩︎
De onderzoekers hebben in de Toolkit Systematisch Literatuuronderzoek Interventies & Toolkit Database Interventies een overzicht gemaakt van diverse interventies, waar professionals binnen het zorg-, veiligheids- en sociale domein inspiratie uit op kunnen doen.↩︎