[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over wetgevingsplanning Defensie 2025 en planning van de Wet op de defensiegereedheid

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025

Brief regering

Nummer: 2025D32217, datum: 2025-07-03, bijgewerkt: 2025-08-25 17:05, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-X-86).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 X-86 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2025Z14177:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 600 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025

Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2025

De vaste commissie voor Defensie heeft mij verzocht uw Kamer schriftelijk te informeren over de wetsvoorstellen die naar verwachting vanuit Defensie in 2025 aan uw Kamer zullen worden aangeboden.1 Eveneens heeft deze commissie mij verzocht uw Kamer te informeren over de planning van de Wet op de defensiegereedheid.2 In deze brief geef ik, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, gevolg aan beide verzoeken.

Het wetsvoorstel op de defensiegereedheid is naar verwachting het enige wetsvoorstel dat ik dit jaar aan uw Kamer zal aanbieden. Tegelijk is het een urgent en noodzakelijk wetsvoorstel.

Het wetsvoorstel op de defensiegereedheid bevat bepalingen die erop gericht zijn juridische knelpunten weg te nemen die er op dit moment in behoorlijke omvang zijn voor de krijgsmacht om de noodzakelijke gereedheidsactiviteiten te kunnen uitvoeren. Voor het ontwikkelen en in stand houden van het militair vermogen wordt met het wetsvoorstel beoogd op verschillende terreinen een toereikend stelsel van bevoegdheden en grondslagen te creëren om de operationele gereedheid op orde te brengen, te houden en te borgen waar bestaande wetgeving daarvoor geen ruimte biedt. Dit is noodzakelijk gezien de sterk verslechterde veiligheidssituatie, de toegenomen militaire dreiging in de wereld en daarmee het toenemende belang van afschrikking door zichtbaarheid van gereed gestelde eenheden die goed opgeleid en getraind zijn. De Nederlandse krijgsmacht zal zich moeten voorbereiden op mogelijke inzet voor hoofdtaak 1: Bescherming van eigen grondgebied en dat van bondgenoten. Het is onze opdracht de optimale voorbereiding op deze taak mogelijk te maken. Als deze voorbereiding in het geding komt vormt dat, gezien het huidige veiligheidsbeeld, een ernstige bedreiging voor de belangen en inwoners van Nederland. Deze dreiging het hoofd bieden door ervoor te zorgen dat de krijgsmacht daadwerkelijk en stelselmatig gereed is om haar militaire vermogen in te zetten, is enkel mogelijk als we daarvoor de juiste wettelijke randvoorwaarden scheppen.

Wat betreft de planning kan ik uw Kamer het volgende mededelen. Het wetsvoorstel op de defensiegereedheid staat sinds 6 juni jongstleden open ter consultatie. Het is mijn streven het wetsvoorstel aan uw Kamer aan te bieden in het vierde kwartaal van dit jaar. Vanzelfsprekend is dit mede afhankelijk van de voortgang van de advisering door de Raad van State en de verwerking van dit advies. Ik streef eveneens naar zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de wet na behandeling door de Staten-Generaal.

Graag benadruk ik de urgentie en noodzakelijkheid van dit wetsvoorstel dat, zoals gezegd, juridische belemmeringen wegneemt die een goede voorbereiding van de krijgsmacht op mogelijke inzet in het kader van hoofdtaak 1 in de weg kunnen staan. Ik sluit dan ook graag af met de opmerking dat alles in werking wordt gesteld om dit wetsvoorstel zo spoedig als mogelijk aan uw Kamer aan te bieden.

Daarnaast grijp ik graag deze mogelijkheid aan om een aantal belangrijke wetstrajecten toe te lichten die door of mede namens mij worden voorbereid of binnenkort worden ingediend bij uw Kamer.

Ten eerste kan worden gewezen op de voorbereiding van de Wet weerbaarheid defensie en veiligheid gerelateerde industrie. Dit wetsvoorstel beoogt een versterking van de Nederlandse defensie-industrie te bewerkstelligen en de strategische onafhankelijkheid te vergroten. Daarvoor zal gebruik worden gemaakt van monitoring en regulering van Nederlandse defensie-industrie, een veiligheidstoets voor investeringen op defensiegebied en een grondslag voor de afgifte van geschiktheidsverklaringen door de overheid aan betrouwbare ondernemingen en rechtspersonen op defensiegebied. Het streven is het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van volgend jaar aan uw Kamer aan te bieden.

Ik wijs eveneens op de herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (hierna: Wiv 2017). Uw Kamer is recent geïnformeerd over de stand van zaken van de herziening van deze wet.3 In deze brief zou ik daarom willen volstaan met het (nogmaals) onderschrijven van het grote belang van dit herzieningstraject voor het slagvaardig en wendbaar kunnen optreden van de AIVD en MIVD. Het streven bestaat het wetsvoorstel begin 2026 aan te bieden ter consultatie.

Ten slotte wijs ik graag op de herziening van de Oorlogswet voor Nederland. In het kader van de rijksbrede herziening van het staatsnoodrecht wordt ook deze wet herzien. Het is van groot belang dat, mocht dit in het uiterste geval nodig blijken, de inzet van noodbevoegdheden uit het staatsnoodrecht op orde is. Dit traject hangt in grote mate samen met de herziening van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag door de Minister van Justitie en Veiligheid en de reeds benoemde herziening van de Wiv 2017. Zoals reeds eerder vermeld, is het streven erop gericht eind 2025 een consultatieversie van dit voorstel gereed te hebben.4

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans

De Staatssecretaris van Defensie,
G.P. Tuinman


  1. Kenmerk 2025Z01151/2025D04330.↩︎

  2. Kenmerk 33763–158/2025D02656.↩︎

  3. Kamerstukken II 2024–2025, 34 588, nr. 94.↩︎

  4. Kamerstukken II 2024–2025, 29 668 en 26 956, nr. 71.↩︎