Reactie op notitie 'Klimaatactivisten: weten zij wel waartegen zij protesteren?'
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D32227, datum: 2025-07-03, bijgewerkt: 2025-07-07 13:58, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Beslisnota bij Kamerbrief over reactie op notitie 'Klimaatactivisten weten zij wel waartegen zij protesteren?'
- Notitie 'Klimaatactivisten: weten zij wel waartegen zij protesteren?
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1523 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z14181:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-09-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-10 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u een reactie op de brief van 28 oktober 2024 “Aanbieding notitie 'Klimaatactivisten: weten zij wel waartegen zij protesteren?'” (kenmerk 2024Z17153/2024D4376).
Ten eerste vermeldt de brief dat klimaatactivisten plantaardige landbouw willen in Nederland om CO2-uitstoot te verminderen. Daarbij zouden weilanden omgezet worden in akkerbouw terwijl de grond daar niet altijd geschikt voor is, en juist tot meer CO2-uitstoot leidt.
Het huidige kabinet werkt aan beleid dat gericht is op emissiereductie door onder andere innovatie, bedrijfsspecifieke emissiedoelen en vrijwillige beëindigingsregelingen. Daarbij wordt er geprioriteerd op belangrijke gebiedsspecifieke opgaven, waarbij de provincies verder gaan met de uitvoering van de maatregelpakketten waarvoor middelen beschikbaar zijn gesteld. Hierover schreef ik al in de kamerbrief over Ruimte voor Landbouw en Natuur.1 In deze brief gaf ik ook aan dat ik met de provincies afspraken maak over de uitvoering van de ruimtelijke keuzes voor landbouw en natuur. Ik trek daarvoor samen op met de minister van VRO die het proces rond NOVEX en Nota Ruimte coördineert. Daarin worden de integrale ruimtelijke afwegingen gemaakt.
Ten tweede vermeldt de brief dat bedrijven die in Nederland uitgekocht worden, met behulp van EU-landbouwsubsidies in Oost Europa weer opgebouwd worden. Dit zou leiden tot meer CO2-uitstoot omdat de gronden daar niet altijd voor geschikt zijn of er geen aandacht is voor milieuregels.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzocht hoe groot het risico is op ‘weglekken’ van emissiereductie bij verkleining van de veestapel in Nederland.2 Indien de emissiereductie wordt bereikt door het verkleinen van de productie in Nederland, dan bestaat het risico dat deze productie buiten Nederland toeneemt, met de bijbehorende emissies. De emissies worden daarmee slechts verplaatst en niet vermeden. Mocht de productie op de nieuwe locatie op een minder efficiënte wijze gebeuren dan in Nederland en de vraag neemt niet af, dan zal er per saldo inderdaad sprake zijn van een toename van de emissies. Voor veel Nederlandse landbouwexportproducten geldt dat productie in Nederland op relatief efficiënte wijze gebeurt. In die gevallen kan er dus sprake zijn van weglek van emissiereductie. Van belang is dat Nederlandse beëindigingsregelingen een voorwaarde bevatten dat deelnemers aan die regelingen niet in Nederland of elders in Europa mogen doorstarten met een bedrijf met dezelfde diersoort als de diersoort die op de beëindigde veehouderijlocatie werd gehouden. Deze voorwaarde komt voor uit Europese staatssteunregelgeving.
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Kamerstuk 36600-XIV, nr. 66.↩︎
Trajecten naar een klimaatneutrale landbouw, landgebruik en glastuinbouw↩︎