Koninklijke boodschap
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met hetverduidelijken van wanneer sprake is van werken in dienst van een ander inde zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en het invoerenvan een rechtsvermoeden
Koninklijke boodschap
Nummer: 2025D32833, datum: 2025-07-04, bijgewerkt: 2025-07-21 11:57, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36783-1).
Onderdeel van kamerstukdossier 36783 -1 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met hetverduidelijken van wanneer sprake is van werken in dienst van een ander inde zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en het invoerenvan een rechtsvermoeden.
Onderdeel van zaak 2025Z14376:
- Indiener: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-09-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-09 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 783 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verduidelijken van wanneer sprake is van werken in dienst van een ander in de zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en het invoeren van een rechtsvermoeden
Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verduidelijken van wanneer sprake is van werken in dienst van een ander in de zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en het invoeren van een rechtsvermoeden.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
’s-Gravenhage, 4 juli 2025 Willem-Alexander