Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over NAVO-doelstellingen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D33258, datum: 2025-07-10, bijgewerkt: 2025-07-11 09:59, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z11437:
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
AH 2705
202511437
Antwoord van minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 10 juli 2025)
1
Herinnert u zich het antwoord dat u gegeven hebt naar aanleiding van
een eerder gestelde schriftelijke vragen of u aan NAVO-verplichtingen
gebonden bent en zo ja of u deze verplichtingen naar de Kamer kan
sturen?
Antwoord
Ja.
2
Herinnert u zich dat u in antwoord op deze vraag schreef âWaar er richtlijnen zijn voor de bondgenoten voor het tegengaan van klimaatverandering, zijn deze niet verplichtâ en in antwoord op deze vraag bovendien geen enkele verplichting naar de Kamer heeft gestuurd?
Antwoord
Ja.
3
Kan uit dit antwoord logischerwijs geconcludeerd worden dat u dus niet aan âNAVO-doelstellingenâ gebonden bent? Zo nee, waarom niet? Hoe had de Tweede Kamer uw antwoord dan redelijkerwijs moeten interpreteren?
4
Bent u bekend met het antwoord, gegeven op vraag 23 waarin de minister van VWS wordt gevraagd welke bewindslieden, behalve de minister van VWS, ânog meer gebonden [zijn] aan de NAVO-doelstellingenâ en waarbij het kabinet zeven ministeries noemt waaronder uw ministerie, het ministerie voor âKlimaat en Groene Groeiâ?
5
Kunnen we uit dit antwoord van het kabinet logischerwijs concluderen dat u blijkbaar dus toch wél aan NAVO-doelstellingen gebonden bent? Zo nee, waarom niet? Waarom vermeldt de minister van VWS in haar antwoord uw ministerie dan expliciet?
6
Indien u wĂ©l aan de NAVO-doelstellingen gebonden bent, kan u de Kamer deze NAVO-doelstellingen, zoals eerder al gevraagd, doen toekomen en zo nee, waarom niet?Â
Antwoord op vragen 3, 4, 5 en 6
De formulering van uw vraag 4 in Kamerstuk 2024Z18561 leek gericht op
andere NAVO-verplichtingen dan waar u de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar vroeg, gelet op uw gebruik van
het woord â(ook)â. Het antwoord op die vraag is in kamerstuk 2024Z18561
gegeven. Nu vraagt u specifiek naar het antwoord van de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport in vraag 23 van kamerstuk 2025Z01466,
waarin gesproken wordt over de NAVO Resilience Objectives. Deze
weerbaarheidsdoelen zijn, zoals de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport aangaf in haar antwoord 17 van datzelfde Kamerstuk1, richtlijnen voor
lidstaten, die elk land zelf invult middels nationaal beleid. De
minister van Justitie en Veiligheid, de minister van Defensie en de
staatssecretaris van Defensie hebben als coördinerend bewindspersonen
deze weerbaarheidsdoelen â als onderdeel van een breder pallet aan
overwegingen â meegenomen in de weerbaarheidsopgave zoals geformuleerd
in de Kamerbrief Weerbaarheid tegen hybride en militaire
dreigingen die op 6Â december jl. aan de Kamer is verstuurd2. Die brief schetst een samenhangend
beeld van wat een weerbare samenleving inhoudt en welke opgave er ligt
om die te bereiken. Die opgave is een gezamenlijke opgave waarbij alle
departementen â waaronder het ministerie van KGG â in deze aanpak
samenwerken, met één gezamenlijk doel, maar ieder vanuit hun eigen
beleidsverantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld op het terrein van de
gezondheidszorg, transport en logistiek, crisisbeheersing, voedsel,
energie, (tele)communicatie, migratie, de economie, arbeidsmarkt of de
democratische rechtsorde. Ook decentrale overheden en maatschappelijke
partijen spelen hierbij een rol, want, zoals de brief beschrijft, een
veilig Nederland maken we samen.