[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Vervolgstappen uitspraak natuurvergunning Schiphol

Brief regering

Nummer: 2025D33457, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 16:06, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z14602:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Op 4 juni jl. heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de beroepen van Coöperatie Mobilisation for the Environment (MOB) en anderen tegen de natuurvergunning Schiphol en de weigering om handhavend op te treden.1
Bij brief aan uw Kamer van 4 juni 2025 (Kamerstuk 29 665, nr. 565) heb ik u hierover geinformeerd.

Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, over de te nemen vervolgstappen naar aanleiding van de uitspraak, waarbij de natuurvergunning is vernietigd.

Mogelijke scenario’s voor het te nemen herstelbesluit

De natuurvergunning is onder meer vernietigd omdat onvoldoende is gemotiveerd dat aan het additionaliteitsvereiste voor het intern en extern salderen is voldaan. De uitspraak laat in navolging van andere uitspraken zien dat voor het aantonen van additionaliteit voor Natura 2000-gebieden waar verslechtering dreigt, niet kan worden volstaan met de (enkele) stelling dat sprake is van een blijvende daling van stikstofdepositie; er moet worden gemotiveerd dat daarmee wordt voorzien in de voor de betrokken Natura 2000-gebieden noodzakelijke daling binnen een afzienbare termijn.

Belangrijk is daarbij dat - als gevolg van de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van18 december 2024 - ook het inzetten en continueren van de referentiesituatie wordt aangemerkt als intern salderen, dat ook in zijn geheel aan additionaliteit moet worden getoetst.

De uitspraak betekent dat ik een nieuw besluit op de aanvraag van Schiphol moet nemen en daarbij de overwegingen van de rechtbank in acht zal moeten nemen. Dat moet ook als hoger beroep wordt ingesteld, omdat hoger beroep geen schorsende werking heeft.

Om te kunnen voldoen aan het additionaliteitsvereiste zal een verder uitgewerkt pakket aan maatregelen moeten worden vastgesteld. Om de vraag te beantwoorden hoe ver die maatregelen precies moeten reiken, is nog nader ecologisch onderzoek nodig.

Het alternatief, het nemen van een nieuw besluit met toepassing van de ADC-toets, is ook een zeer complexe opgave en biedt naar verwachting geen uitkomst. De ADC-toets (geen Alternatieven, Dwingende reden, Compenserende maatregelen), is een procedure die wordt toegepast wanneer een passende beoordeling heeft aangetoond dat significante negatieve effecten op een Natura 2000-gebied niet kunnen worden uitgesloten. In dat geval kan toch een vergunning worden verleend als er geen alternatieven zijn, sprake is van een dwingende reden en wordt voorzien in compensatie. Het realiseren van nieuwe natuur ter compensatie van significante effecten op habittattypen die door de stikstofdepositie van Schiphol worden geraakt (compensatie) is niet makkelijk. De nieuwe natuur moet namelijk voorzien in compensatie van alle habitattypen in de 18 Natura 2000-gebieden die door de stikstofdepositie van Schiphol geraakt worden. Bij aantasting van prioritaire soorten is bovendien instemming van de Europese Commissie vereist.

Hoger beroep

De uitspraak is in lijn met de Afdelingsuitspraken van 18 december 2024. Nietteminheeft het kabinet toch besloten om hoger beroep in te stellen bij de Afdeling. De uitspraken van de Raad van State van 18 december 2024 hebben vergaande implicaties, niet alleen voor Schiphol. Ook andere projecten die op de lange termijn juist bijdragen aan natuurdoelen, kunnen momenteel niet worden gerealiseerd omdat het continueren van de referentiesituatie als intern salderen wordt aangemerkt en ook aan additionaliteit moet worden getoetst.

De belangrijkste grond voor het hoger beroep zit dan ook in de toepassing van het additionaliteitsvereiste op het voortzetten van de referentiesituatie. Daarnaast ziet het hoger beroep ook op de inhoud van die toets. Immers, het is zeer de vraag of voor de betrokken Natura 2000-gebieden waar verslechtering dreigt, redelijkerwijs binnen afzienbare termijn daadwerkelijk kan worden voorzien in de door de rechter beoogde noodzakelijke daling van stikstofdepositie. Mede gelet op opdracht aan de MCEN is het wenselijk dat er (juridische) duidelijkheid komt over de vraag welk pakket aan maatregelen noodzakelijk is c.q. hoe ver die maatregelen moeten reiken.

Verder wordt het instellen van hoger beroep ook wenselijk geacht vanwege de grote sociaal-economische en maatschappelijke belangen bij de exploitatie van de (inter)nationale luchthaven.

Overigens heeft ook de Royal Schiphol Group aangegeven hoger beroep aan te willen tekenen tegen de uitspraak.

Jean Rummenie

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur


  1. Rechtbank Den Haag 4 juni 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:9782 en ECLI:NL:RBDHA:2025:9781.↩︎