[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid tegen militaire en hybride dreigingen

Brief regering

Nummer: 2025D33474, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 16:11, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z14608:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Op 6 december jl. hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de weerbaarheidsopgave waar we als Nederland voor staan in het licht van de sterk veranderde geopolitieke situatie. Voor het eerst in lange tijd is de kans reëel dat Nederland via de collectieve verdedigingsclausule in het NAVO-verdrag (“artikel-5”) direct betrokken raakt bij een grootschalig gewapend conflict. Daarnaast groeit de hybride dreiging. Sabotage, cyberaanvallen en informatieoperaties nemen toe en inzicht in onze afhankelijkheden is belangrijker dan ooit. De Russische agressie tegen Oekraïne en de veranderende internationale verhoudingen vereisen dat Europa en daarmee Nederland, meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn veiligheid. Een hybride en militair conflictscenario vraagt om een significante versterking van onze weerbaarheid. Tegelijkertijd dwingen de beschikbare middelen tot keuzes. Niet alles kan tegelijkertijd en direct. Een gefaseerde en stapsgewijze aanpak is nodig, waarbij de noodzakelijke groei en versterking van onze krijgsmacht hand in hand gaat met de inzet op versterking van de weerbaarheid van de (Nederlandse) maatschappij.

Deze opgave is groot en complex. Het raakt bijna alle onderdelen van de maatschappij en brengt vraagstukken in beeld waar we sinds het einde van de Koude Oorlog niet meer over hebben nagedacht en het opbouwen van kennis hierover en capaciteiten kost tijd. Het bepalen van de concrete beleidsinzet heeft daarom op sommige terreinen wat langer nodig. Uw Kamer ontvangt daarom in het najaar een uitgebreidere brief, waarin concrete inzet en vervolgstappen worden opgenomen. De vervolgstappen zullen zijn ingepast binnen de beschikbare middelen op de relevante begrotingshoofdstukken. Eventuele vervolgstappen met budgettaire gevolgen zullen onderdeel zijn van reguliere financiële besluitvormingsmomenten. Hierbij zijn de begrotingsregels van toepassing. Deze brief beschrijft op hoofdlijnen de huidige stand van zaken.

Maatschappelijke beweging

Het kabinet constateert dat het afgelopen jaar breed in de maatschappij een aanzienlijke beweging op gang is gekomen. Gemeenten en veiligheidsregio’s, maar ook bedrijven, verenigingen, maatschappelijke instellingen en vrijwilligersorganisaties zijn actief aan de slag gegaan met de vraag hoe Nederland beter kan worden voorbereid op crisis- en conflictscenario’s. Ook ontstaan er steeds meer burgerinitiatieven. Het kabinet moedigt dit aan en ondersteunt en faciliteert waar mogelijk. Daarom informeren en activeren we sinds begin 2024 de hele samenleving door middel van brede publiekscommunicatie over dreigingen en hoe ieder zich goed kan voorbereiden. Waar in het voorjaar van 2024 nog maar 15% actie had ondernomen, bleek dit in de meting van december 2024 gestegen naar 26% en in april 2025 naar 29%.

In het najaar van 2025 start een meerjarige publiekscampagne die als doel heeft dat steeds meer Nederlanders de dreiging (er)kennen evenals de mogelijke impact hiervan op Nederland, men de noodzaak ziet van voorbereiding op langdurige uitval en daarom een noodpakket samenstelt, een noodplan maakt en deelneemt aan het gesprek over de dreiging en de voorbereiding. Een huis-aan-huis-publicatie van de Rijksoverheid die aansluit bij het weerbaarheidsgedrag van de Nederlandse samenleving, is hier onderdeel van. Gesteund door bestuurlijke en maatschappelijke partners. Ter voorbereiding van het bedrijfsleven, wordt met een bewustwordingscampagne ingezet op bekendheid van risico’s en te nemen basismaatregelen. In nauwe samenwerking met VNO-NCW en MKB-Nederland, activeert het ministerie van Economische Zaken publiek-privaat dialoog, tevens zal een centrale loketfunctie worden ingericht waar bedrijven terecht kunnen voor informatie.

Huidige ontwikkelingen

Het kabinet is momenteel aan de slag met de uitwerking van de stapsgewijze aanpak. In de uitwerking van de opgaves wordt gekeken naar maatregelen die de impact van de dreiging op de continuïteit van de maatschappij snel verkleinen, wat een acuut veranderende dreigingscontext aan maatregelen vraagt, waar de ondersteuningsbehoefte van Defensie het grootst is en wat de EU en NAVO vragen (onder meer via de NAVO Weerbaarheidsdoelen1 en de EU Paraatheidsuniestrategie2). De voorgenomen stappen dragen niet alleen bij aan de voorbereiding op een hybride en militair conflictscenario, maar ook bij andere crises of rampen, zoals grootschalige overstromingen, een pandemie of langdurige uitval van vitale processen.

Het kabinet onderkent dat een crisis- en conflictscenario een significante voorbereiding vraagt. Dit doen we samen met onze internationale partners. Op initiatief van Nederland zet een ministeriële coalitie van gelijkgestemde lidstaten zich daarom in om civiele weerbaarheid en militaire paraatheid te versterken. Daarin wordt samengewerkt met Denemarken, Zweden, Finland, Estland, Letland, Litouwen, België en Luxemburg. Ook met niet EU-landen als het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen wordt de samenwerking op weerbaarheid verstevigd.

Naast deze internationale samenwerking neemt het kabinet stappen om met prioriteit te werken aan de robuustheid, redundantie en het herstelvermogen van de vitale processen in de domeinen energie (elektriciteit, gas en olie), logistiek en transport (havens, luchtvaartsector en vervoer over spoor en weg), telecommunicatie (inclusief plaats- en tijdbepaling, noodcommunicatie en internettoegang), voedsel- en drinkwatervoorziening, kennisinstellingen en gezondheidszorg. Dit zijn eveneens de domeinen waarvoor Defensie met voorrang werkt aan een concrete behoeftestelling ten aanzien van civiele ondersteuning. Vanwege de cruciale rol van medeoverheden is het daarbij van belang dat deze blijven functioneren gedurende een crisis- of conflictsituatie. Er zijn verschillende voorbeelden te noemen hoe departementen samen met de sectoren werken aan maatregelen. Zo zet het ministerie van Economische Zaken zich in om de samenwerking met sleutelpartijen in de telecommunicatiesector te versterken en meer gezamenlijk te oefenen. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei herziet, onder andere in het licht van de groeiende geopolitieke dreiging, de crisisplannen Elektriciteit (LCP-E) en Gas (LCP-G). Het ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoekt hoe de huidige noodcommunicatie toekomstbestendig ingericht kan worden. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voert actieve gesprekken met sectorpartijen en wil deze structureel vormgeven in een nieuw publiek-privaat gremium. Daarnaast komt er een Landelijk Crisis Plan Voedselzekerheid. Inzake plaats- en tijdsbepaling wordt de meest kritieke infrastructuur daarvoor momenteel geïnventariseerd.

Voor de versterking van de weerbaarheid komt op basis van de Voorjaarsnota 2025 vanaf 2027 structureel €70 miljoen beschikbaar op de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de versterking van de regionale en lokale weerbaarheid. Circa € 5 mln. is bestemd is voor de publiekscampagne en circa € 65 mln. voor de verdere versterking van de regionale en lokale weerbaarheid. Daarnaast heeft de minister van Justitie en Veiligheid binnen zijn begroting ruimte gevonden van € 10 mln. voor 2025 en € 20 mln. voor 2026 om al eerder een start te maken met deze versterking. Het inrichten van noodsteunpunten is daarbij belangrijk.

Om als overheid beter in staat te zijn om de gevolgen van een crisis- en conflictsituatie te beheersen, wordt de civiel-militaire crisiscoördinatie, besluitvorming en aansturing verbeterd. De toepasbaarheid en eventuele lacunes van het staatsnoodrecht en andere wettelijke grondslagen in het licht van een crisis of conflict worden onderzocht. We breiden de mogelijkheden uit tot het delen van gerubriceerde informatie in de crisisstructuur op nationaal niveau. Ook wordt onderzocht hoe er beter sturing kan worden gegeven aan situaties waarin schaarste van bijvoorbeeld personeel, goederen of capaciteiten zich voordoet. In navolging van het Hooflijnenakkoord en in lijn met motie van lid Idsinga3, wordt onderzoek gedaan naar de rol die strategische voorraden mogelijk kunnen spelen. Ook wordt momenteel het Landelijk Crisisplan Militaire Dreigingen (LCP-MD) gefinaliseerd met als doel het realiseren van een efficiënte en effectieve crisisbeheersing in aanloop naar en tijdens een militair conflict. Daarnaast wordt een verkenning uitgevoerd naar hetgeen nodig is voor het inrichten van een robuuste en redundante civiel-militaire waarschuwingsketen (van detectie tot alerteren) bij (hybride) militaire dreiging. Doel hiervan is onder meer om de mogelijkheden in beeld te brengen om alle inwoners bij militaire dreiging te waarschuwen op meer dan één manier. Beïnvloeding van informatie door statelijke actoren speelt een steeds belangrijkere rol in de pogingen van statelijke actoren om de democratie, rechtstaat en samenleving te ondermijnen en verzwakken. Zoals toegezegd aan uw Kamer, start nog dit jaar een onderzoek naar de cognitieve dimensie van hybride dreigingen.4

Dit kabinet investeert fors in Defensie en het vergroten van de militaire paraatheid. Defensie bouwt aan een inzetbare en schaalbare krijgsmacht die is voorbereid op uiteenlopende dreigingen, kan afschrikken en zo nodig kan vechten en winnen. Concreet betekent dit dat we meer materieel aanschaffen en meer personeel aannemen om onze capaciteiten te vergroten, inzetten op digitalisering, en gebruikmaken van meer fysieke ruimte om te kunnen trainen en oefenen. Dat is vastgelegd in de Defensienota en diverse uitwerkingen daarvan. Ook zijn passende wet- en regelgeving, verduidelijking van bestuurlijke en operationele verantwoordelijkheden en versterkte publiek-private samenwerking nodig. Hiervoor worden verschillende initiatieven opgezet, onder andere via het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) en de Wet op de Defensie Gereedheid (WODG).

Daarnaast versnellen en faciliteren we investeringen in de defensie-industrie door middel van de recent gepubliceerde industrie- en innovatieagenda met bijbehorende wetgevingsvoorstellen. Verder brengen we in kaar welke civiele ondersteuning de krijgsmacht nodig heeft en hoe die kan worden geborgd. Op het gebied van militaire mobiliteit wordt bijvoorbeeld in samenwerking met ProRail en Rijkswaterstaat heel precies vastgesteld wat Defensie nodig heeft in voorbereiding op en in tijden van een conflict. De groei van Defensie en samenwerking met maatschappelijke partners maakt dat de krijgsmacht beter is voorbereid op een militair conflict.

Vooruitblik

Het kabinet is hard aan de slag met de uitwerking van de weerbaarheidsopgave. Hierbij onderzoekt het kabinet ook de nationale doorvertaling en financiële implicaties van de nieuwe NATO Defence Investment Pledge. Tijdens de NAVO Top van 24-25 juni jl. is afgesproken om 1,5% van het BBP aan te wenden voor uitgaven aan de weerbaarheid van de maatschappij, waaronder de bescherming van kritieke infrastructuur, civiele paraatheid en cyberverdediging en het versterken van de defensie-industrie en innovatie.

Daarnaast is een belangrijk onderdeel van de brede weerbaarheidsopgave het waarborgen en stimuleren van de stabiliteit, continuïteit en het herstelvermogen van de samenleving. Daarom worden mensen uit alle geledingen van de samenleving, inclusief jongeren en kwetsbare groepen, betrokken bij het vervolg van de brede weerbaarheidsstrategie. Dit helpt ook bij een goede balans tussen het veiligheidsbelang enerzijds en andere grondrechten en belangen die noodzakelijk zijn voor democratie en continuïteit van de samenleving anderzijds. Het intensieve werk met departementen en maatschappelijke partners gaat door om volgende stappen naar een nog beter weerbare maatschappij vorm te geven.

De Minister van Justitie en Veiligheid, De Minister van Defensie,

D.M. van Weel R.P. Brekelmans

De Staatssecretaris van Defensie,

G.P. Tuinman


  1. De NAVO-weerbaarheidsdoelstellingen zijn een intensivering van de 7 Baseline Requirements en zien toe op de continuïteit van de overheid, energievoorziening, grootschalige opvang van personen, levensbehoeften, opvang van gewonden, (tele-)communicatie en transport.↩︎

  2. Preparedness Union Strategy EUR-Lex EUR-Lex - 52025JC0130↩︎

  3. Kamerstukken II, 2024–2025, 32 852, nr. 333↩︎

  4. Toezegging van minister van Justitie en Veiligheid om voor de zomer van 2025 de Kamer schriftelijk te zullen informeren over de opzet van het onderzoek naar de cognitieve dimensie van hybride dreigingen (TZ202504-141)↩︎