[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Capaciteitsproblematiek gevangenis Caribisch Nederland

Brief regering

Nummer: 2025D33551, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 16:53, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z14634:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Met deze brief informeer ik u over capaciteitsproblematiek in de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) op Bonaire. Er is al langere tijd sprake van druk op de capaciteit, zoals ook gemeld door de Raad voor de Rechtshandhaving in zijn rapport over de Staat van de rechtshandhaving Caribisch Nederland (CN) 2024.1 Er is momenteel sprake van een acuut capaciteitstekort door toename van het aantal gedetineerden op Bonaire. Hierdoor is onvoldoende celcapaciteit om alle gedetineerden te kunnen plaatsen. Ik zal hieronder ingaan op de oorzaken van de groei van het aantal gedetineerden en de noodzakelijke maatregelen die in dat kader moeten worden genomen.

Oorzaken capaciteitsproblematiek

De toename van het aantal gedetineerden in de JICN heeft verschillende oorzaken. Er is sprake van een oplopende bezetting vanwege de groei van de bevolking de afgelopen jaren. Daarnaast is er sprake geweest van een toename aan geweldsincidenten met (vuur)wapens waardoor meer personen gedetineerd moeten worden. Tot slot, is er een toename van vreemdelingen in de strafrechtketen, de zogenaamde VRIS’ers. Het capaciteitsprobleem doet zich voor in een aantal regimes: Huis van Bewaring en gevangenis regulier. Voor bepaalde doelgroepen, bijvoorbeeld vrouwen, is wel voldoende plek. Deze plekken kunnen echter niet bezet worden door een ander type gedetineerden.2

De toename van VRIS’ers is op dit moment de voornaamste oorzaak van de problematiek. Het betreft hoofdzakelijk gedetineerden met de Venezolaanse nationaliteit. In de JICN is ruimte voor 122 gedetineerden. Op dit moment zijn er 32 VRIS’ers gedetineerd, onder wie 25 personen met de Venezolaanse nationaliteit (peildatum 8 juli jl.). De VRIS’ers bezetten daarmee meer dan een kwart van de totale capaciteit van het JICN. De Venezolaanse gedetineerden zijn veelal veroordeeld wegens overtreding van de Opiumwet BES: zij waren opvarenden in zogenaamde go-fast boten waarmee drugs gesmokkeld worden, en die weliswaar een eindbestemming buiten Caribisch Nederland hebben, maar zijn aangehouden in de wateren van Bonaire. Aangezien de eindbestemming van deze boten niet bekend is en ze worden aangetroffen in de wateren van Bonaire worden de verdachten naar Bonaire gebracht. Naast de druk die deze relatief grote groep op de bezetting geeft, komt de veiligheid in de JICN door hen onder druk te staan, omdat het vaak om rivaliserende groeperingen gaat.

Huidige maatregelen

De capaciteitsproblematiek is momenteel zo nijpend dat het Openbaar Ministerie Bonaire, Sint Eustatius en Saba (OM BES) zich genoodzaakt ziet om keuzes te maken over wie in voorlopige hechtenis kan worden genomen en wie niet.3 Dit geldt voor alle zaken, dus ook voor zaken die niet gerelateerd zijn aan VRIS’ers of de Opiumwet. Het gebeurt dat verdachten niet in voorlopige hechtenis kunnen worden geplaatst, ook als OM BES dit eigenlijk nodig acht. Het OM BES heeft daarnaast recent moeten besluiten de voorlopige hechtenis van enkele verdachten te schorsen.

Ik vind dit zeer zorgwekkend. Voor mij staat voorop dat gedetineerden hun straf moeten ondergaan. Uitgangspunt is dat gevangenisstraffen volledig tenuitvoergelegd dienen te worden. Gezien de hierboven beschreven ontwikkeling acht ik het daarom noodzakelijk dat geĂŻnventariseerd wordt of de celcapaciteit op het eiland kan worden uitgebreid. DJI heeft opdracht gegeven tot een verkenning van de mogelijkheden om de celcapaciteit uit te breiden. Naar verwachting is deze verkenning eind dit jaar gereed. Besluitvorming over de capaciteitsuitbreiding vindt plaats in het voorjaar van 2026. Het is echter niet mogelijk om op korte termijn extra celcapaciteit te realiseren. Dit maakt het onvermijdelijk en noodzakelijk dat ook andere maatregelen genomen moeten worden.

De volgende maatregelen zijn van kracht of worden in gang gezet:

  • Het proces voor de VRIS’ers die in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) is in werking gesteld.4 Ook de uitzetting uit Caribisch Nederland van de VRIS’ers die voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld, wordt voorbereid zodat de betrokkenen meteen na de v.i. naar land van herkomst worden uitgezet. Het verlenen van v.i. aan VRIS’ers biedt echter slechts zeer beperkt verlichting (slechts een klein aantal komt hier momenteel voor in aanmerking).

  • Het OM BES zendt verdachten/opvarenden van grootschalige drugstransporten via go-fast boten heen met een dagvaarding en zet hen Caribisch Nederland uit. Dit is sinds 2024 bij twaalf verdachten gebeurd.

  • Ook wordt noodzakelijkerwijs gewacht met het oproepen van circa 65 zelfmelders die nog wachten op de tenuitvoerlegging van hun vrijheidsstraf. De vonnissen gaan daarbij terug tot 2019 en variĂ«ren van enkele dagen tot vele maanden.

  • Tot slot is het OM BES van plan veroordeelde VRIS’ers eerder heen te zenden. Concreet betekent dit dat de veroordeelde VRIS’ers nog voor hun v.i. datum worden heengezonden. Zij worden dan eveneens uitgezet naar Venezuela/hun land van herkomst. Het is een eigenstandige verantwoordelijkheid van het OM BES om in afstemming met en onder verantwoordelijkheid van de Procureur-Generaal heen te zenden.

Voor de bovengenoemde maatregelen zijn er op korte termijn geen alternatieven. De mogelijkheid voor strafoverdracht (van Caribisch Nederland aan Venezuela) bestaat, maar dit vereist behalve toestemming van het land van herkomst ook toestemming van de gedetineerde zelf. De Venezolaanse gedetineerden geven regelmatig te kennen hier niet aan mee te willen werken.

De maatregelen die het OM moet nemen zijn voor alle betrokken partners in de keten zeer onwenselijk. Ik benadruk dan ook dat dit geen structurele maatregelen zijn en dat de inzet ervan incidenteel moet blijven. Om die reden wordt met spoed gewerkt aan verschillende maatregelen voor het capaciteitsprobleem in de JICN die meer tijd vragen om geëffectueerd te worden.

Mogelijke toekomstige maatregelen

Het gaat dan, naast de eerder genoemde mogelijke capaciteitsuitbreiding op de lange termijn, om het verkennen van de volgende maatregelen:

  • Mogelijkheden om de termijnen voor elektronisch toezicht te verruimen.
    Op de BES-eilanden is verlof onder elektronisch toezicht voor alle gedetineerden mogelijk, mits zij aan de voorwaarden hiervoor voldoen.5 Gedurende het verlof is de gedetineerde gebonden aan voorwaarden zoals vastgelegd in zijn programma en in de beslissing tot verlofverlening. Het verlof vindt plaats voorafgaand aan de datum van voorwaardelijke invrijheidsstelling en wordt verleend voor de duur van maximaal een zesde deel van de opgelegde straf met een maximum van twaalf maanden. Op dit moment wordt verkend of en hoe deze termijnen verruimd kunnen worden. Een verruiming van de termijnen voor verlof onder elektronisch toezicht kan helpen om de doorstroom te verhogen en daarmee ruimte te creëren in de JICN. Gedetineerden zitten dan niet hun gehele straf in de JICN uit, maar heenzendingen door het OM BES kunnen op die manier worden voorkomen. Hiervoor is een wijziging van de Verlofregeling BES noodzakelijk. Dit kan op relatief korte termijn, binnen een aantal maanden, gerealiseerd worden.

  • Mogelijkheden om de termijnen voor voorwaardelijke invrijheidstelling voor VRIS’ers op de BES-eilanden te verruimen.
    Er wordt verkend of een verruiming van de termijnen voor voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) voor VRIS’ers op de BES een passende maatregel kan zijn, aangezien vreemdelingen een grote impact hebben op de capaciteit van de JICN. In Caribisch Nederland geldt dat aan een gedetineerde v.i. kan worden verleend wanneer twee derde van de straf en tevens ten minste negen maanden daarvan zijn verstreken.6 Een verruiming van de termijnen voor VRIS’ers vereist een wetswijziging daarom is het een lange termijn maatregel.

  • Mogelijkheden voor het toepassen van detentiefasering.
    Tot slot wordt onderzocht of er mogelijkheden kunnen worden gecreëerd voor detentiefasering, zoals het realiseren van een beperkt beveiligde afdeling (BBA), en of dit kan bijdragen aan het terugdringen van de capaciteitsproblematiek.

Ik houd uw Kamer op de hoogte van de ontwikkelingen en zal hierop terugkomen in de nieuwe Beleidsagenda Caribisch Nederland 2026-2030, die eind dit jaar naar uw Kamer wordt gestuurd.

De Staatssecretaris Rechtsbescherming,

T.H.D. Struycken


  1. Het rapport is op 30 april jl. aangeboden aan de minister van Justitie en Veiligheid, de minister van Asiel en Migratie en de voorzitters en leden van de Staten-Generaal. Het rapport is openbaar gemaakt op de website van de Raad voor de Rechtshandhaving. Een beleidsreactie volgt in het najaar.↩

  2. Frictieleegstand ontstaat wanneer detentieplekken niet voor andere doelgroepen kunnen worden ingezet. Dat speelt vooral bij regimes met een lage doorstroom en beperkte instroom, zoals bij jeugdigen en vrouwen. Deze doelgroepen moeten strikt gescheiden blijven van de overige regimes waardoor niet bezette plekken op die afdelingen niet ingezet kunnen worden voor andere regimes.↩

  3. In Caribisch Nederland geschiedt de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen op last van het Openbaar Ministerie Bonaire, Sint Eustatius en Saba (OM BES).↩

  4. Anders dan in Europees Nederland is het verlenen van v.i. in Caribisch Nederland een bevoegdheid van de minister. Gezien de portefeuille verdeling is dit op dit moment belegd bij demissionair staatssecretaris van Rechtsbescherming.↩

  5. Hoofdstuk 2 Verlofregeling BES↩

  6. Artikel 18 Wetboek van Strafrecht BES↩