Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de uitvoering van de motie over kinderen in de asielopvang
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D34170, datum: 2025-07-21, bijgewerkt: 2025-07-21 17:06, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z14725:
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
AH 1771
2025Z14725
Antwoord van minister Keijzer (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 21 juli 2025)
Vraag 1
Heeft u met uw brief gedateerd 11 juli, door ons ontvangen op 14
juli, getiteld âDiverse onderwerpen op het gebied van opvangâ (Kamerstuk
19637, nr. 3458), uitvoering proberen te geven aan de hele strekking van
de aangenomen motie-Van Nispen 1) over het opvangen van kinderen op voor
hen geschikte locaties, of volgt er nog meer?
Antwoord op vraag 1
Ik onderschrijf de doelstelling van deze motie geheel en het
blijft mijn inzet dat kinderen worden opgevangen in geschikte locaties.
Mede daarom is het COA bezig met een hernieuwde inventarisatie van de
situatie van kinderen en amvâs in de (asiel)opvang. Deze inventarisatie
brengt in kaart welke locaties wel of niet voldoen aan de
opvangstandaarden voor kinderen, en wat nodig is om verbeteringen te
realiseren. In mijn brief van 11 juli jl. heb ik aangegeven dat met het
oog op het feit dat de zomervakantie in delen van het land al begonnen
is én door het aanhoudende tekort aan structurele opvangplekken, ik op
zoân korte termijn, nog geen gehoor kan geven aan het eerste deel van
deze motie.
Zie hiertoe ook mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 2
Klopt het dat het ministerie signalen heeft ontvangen over enkele
locaties die ver onder de standaarden zitten waar kinderen verantwoord
kunnen worden opgevangen? Zo ja, wanneer? Wat heeft
u daarmee gedaan?
Antwoord op vraag 2
Het COA heeft vorige week van het kinderrechtencollectief
signalen ontvangen betreffende enkele locaties waar opvang voor kinderen
niet houdbaar zou zijn, met name omdat een buitenspeelruimte zou
ontbreken. Het COA herkent zich niet in die exacte kritiek omdat de
locaties die het betrof allemaal beschikken over een buitenspeelruimte,
al erkent het COA dat ook die niet ideaal is. Het COA heeft contact
gelegd met het kinderrechtencollectief om de punten van kritiek
helderder te krijgen en te bezien wat er mogelijk is. Het COA zal dit
bovendien betrekken bij de inventarisatie en het verbeterplan zoals
beschreven in vraag 5.
Vraag 3
Bent u met de betreffende gemeenten hierover in gesprek gegaan om te
bespreken hoe de situatie van kinderen verbeterd kan worden? Zo ja, met
welk resultaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 3
Alvorens met de gemeenten in gesprek te gaan worden de uitkomsten
afgewacht van de hernieuwde inventarisatie van de situatie van kinderen
en amvâs in de (asiel)opvang. Afhankelijk van de uitkomsten en
aanbevelingen zal het COA met gemeenten in gesprek gaan om de
omstandigheden van kinderen in de opvang te verbeteren. Uiteindelijk is
en blijft het doel om kinderen op te vangen in geschikte locaties. Zoals
hiervoor al aangegeven is dat geen eenvoudige opgave.
Vraag 4
Bent u het eens dat het argument van een tekort aan structurele
opvangplekken u, mede vanwege deze breed aangenomen Kamermotie, niet
ontslaat van een zware inspanningsverplichting om direct samen met
betreffende gemeenten er alles aan te doen dat de rechten van kinderen
worden gerespecteerd, en te bekijken of de kinderen die verblijven op de
meest schrijnende locaties kunnen worden gehuisvest op plekken waar hun
rechten niet structureel worden geschonden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord op vraag 4
Ja
Vraag 5
Wat kunt en gaat u meer doen om hiervoor te zorgen?
Antwoord op vraag
5
Het is mijn inzet om voldoende duurzame opvangplekken te organiseren.
Het COA zet zich, samen met de gemeenten, in om deze plekken
daadwerkelijk te realiseren en op die manier dure noodopvang af te
kunnen stoten. Voor de opvang van kinderen wordt extra aandacht
gevraagd. Samen wordt ingezet op veilige opvanglocaties die aansluiten
bij de specifieke behoeften van deze jongeren, met extra aandacht voor
hun ontwikkeling en bescherming. Verder is het streven dat op iedere
COA-locatie een contactpersoon kind aanwezig is. Deze persoon is
verantwoordelijk voor het organiseren van activiteiten en coördinerend
in het bieden van begeleiding en voorlichting aan kinderen.
Het COA is verzocht voort te bouwen op bestaande verbeterplannen voor deze doelgroepen. Daarbij blijft het uitgangspunt dat kinderen, amvâs en andere kwetsbare groepen niet worden opgevangen op noodopvanglocaties. Wanneer dit toch noodzakelijk is, moeten die locaties kunnen voorzien in hun specifieke begeleidings- en activiteitenbehoeften.
Daarnaast is het COA gestart met een hernieuwde inventarisatie van de situatie van kinderen en amvâs in de (asiel)opvang. Deze inventarisatie brengt in kaart welke locaties wel of niet voldoen aan de opvangstandaarden voor kinderen, en wat nodig is om verbeteringen te realiseren. Op basis van de uitkomsten zullen gerichte maatregelen worden getroffen om de opvangsituatie van kinderen en amvâs te verbeteren.
Daarnaast kan ik toezeggen dat bij de realisatie van nieuwe reguliere opvangplekken, naast bewoners van de dure tijdelijke opvang in boten en hotels, ook gezinnen met kinderen voorrang krijgen.
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen binnen een week te beantwoorden, ook gezien
het feit dat de zomervakantie op veel plekken al is begonnen en kinderen
op de meest zorgwekkende locaties niet eens buiten kunnen
spelen?
Antwoord op vraag 6
Ja
Â
1) De motie verzoekt de regering om er nog vóór de zomervakantie voor te zorgen dat kinderen niet langer worden opgevangen in evenementenhallen of locaties waar zij niet buiten kunnen of mogen spelen en plek te bieden op opvanglocaties die geschikt zijn voor kinderen en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) daartoe ook in staat te stellen.
Â