De kabinetsbrief over afspraken met Israël over de verantwoording over de situatie in Gaza
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D34500, datum: 2025-07-29, bijgewerkt: 2025-07-31 07:30, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z14936).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.E.M. Dobbe, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van zaak 2025Z14936:
- Gericht aan: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: S.E.M. Dobbe, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z14936
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de kabinetsbrief over afspraken met Israël over de verantwoording over de situatie in Gaza (ingezonden 29 juli 2025).
Vraag 1
Op welke manier en op welk moment zal het kabinet uitvoering geven aan deze uitspraak uit de brief van 28 juli: «specifiek zal het kabinet zich in dat geval inspannen voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël»?1
Vraag 2
Waarom maakt u deze inspanning afhankelijk van de afspraken uit het humanitair akkoord tussen de Europese Unie (EU) en Israël en niet van de meermaals reeds aangetoonde schending van het EU-associatieakkoord? Is dit onnodige uitstel van handelen door de Nederlandse regering in uw ogen niet onrechtmatig of immoreel?
Vraag 3
Wanneer zal de Israëlische ambassadeur worden ontboden, wat zal de concrete inzet zijn van het gesprek met de Israëlische ambassadeur en wat zijn de concrete consequenties als aan deze inzet niet wordt voldaan?
Vraag 4
Bent u bereid om naast Smotrich en Ben-Gvir ook andere (voormalige) leden van het kabinet van Netanyahu tot persona non grata te verklaren, waaronder de personen en bijpassende uitspraken zoals genoemd op de voorpagina van Trouw op 26 juli jl?2 Welke redenen zijn er, per genoemd persoon, om dit niet te doen? Kunt u dit toelichten?
Vraag 5
Bent u bereid om meer geld uit te trekken voor humanitaire hulp, gezien de enorme noden, en het feit dat de genoemde 4,5 miljoen euro in de brief van 28 juli optelt tot slechts iets meer dan twee euro per Gazaan?
Vraag 6
Vindt u het uitgeven van iets meer dat twee euro per Gazaan, gezien de enorme hongersnood, passend in vergelijking tot de bijna 50 miljard euro die via de Nederlandse Zuidas wordt geïnvesteerd in Israël?
Vraag 7
Wat betekent het «actiever uitdragen» van het Nederlandse ontmoedigingsbeleid? Hoe, wanneer en door wie wordt dit gedaan? Hoe wordt de effectiviteit ervan gemeten?
Vraag 8
Bent u bereid een verbod in te stellen op handel door Nederlandse bedrijven met illegale Israëlische nederzettingen? Kunt u dit toelichten?
Vraag 9
Bent u bereid om het voorbeeld van andere landen in West Europa te volgen en, in plaats van in te zetten op meer onderzoek, in te zetten op medische evacuaties van Gazanen die dringend medische hulp nodig hebben en daarbij ook patiënten op te nemen?
Vraag 10
Doet het kabinet naar aanleiding van de antwoorden op bovenstaande vragen alles wat redelijkerwijs kan om genocide te voorkomen?