[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nederlandse bijdrage aan internationale samenwerking bij uitvoering van airdrops boven Gaza

De situatie in het Midden-Oosten

Brief regering

Nummer: 2025D34603, datum: 2025-08-01, bijgewerkt: 2025-09-18 15:41, versie: 4 (versie 1, versie 2, versie 3)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-23432-570).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 23432 -570 De situatie in het Midden-Oosten.

Onderdeel van zaak 2025Z14986:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 augustus 2025

De humanitaire situatie in Gaza is catastrofaal. Op 28 juli jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd1 dat het kabinet de mogelijkheden onderzoekt om een Nederlandse bijdrage te leveren aan het verlichten van de humanitaire situatie en hongersnood in de Gazastrook. Israël komt de met de EU gemaakte afspraken over humanitaire hulp in onvoldoende mate na.

Het kabinet wil zich inzetten om de humanitaire situatie in Gaza te verlichten, nu ook via airdrops. Dit is noodzakelijk omdat er nog altijd onvoldoende voedsel en andere hulpgoederen via land Gaza worden binnengebracht en gedistribueerd. Hoewel Nederland nu inzet op airdrops, is dit geen vervanging van de inzet op de humanitaire toegang over land. Het blijft van primair belang om bij de Israëlische autoriteiten aan te dringen op verdere verruiming en bestendiging van humanitaire toegang voor professionele, gemandateerde hulporganisaties tot de hele Gazastrook.

Het kabinet blijft tegelijkertijd van de intenties en het optreden van de terroristische organisatie Hamas ten strengste veroordelen die Gazanen als menselijk schild gebruikte. Hamas houdt momenteel nog altijd vijftig gegijzelden vast in de Gazastrook, van wie nog minstens twintig in leven zouden zijn. Het kabinet blijft onderstrepen dat Hamas onmiddellijk de gijzelaars moet vrijlaten en de wapens moet opgeven. Er is geen plaats voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook.

Met verwijzing naar de zgn. artikel 100-brief van 6 maart 2024 (Kamerstuk 23 432 nr. 513) informeert het kabinet u over het besluit om de krijgsmacht op korte termijn en voor een korte periode van ca. twee weken in te zetten voor aanvullende humanitaire hulp aan Gaza via luchtlevering van noodhulp (airdrops). Deze inzet is vergelijkbaar met airdrops waar Nederland eerder aan heeft bijgedragen.2 Concreet gaat het om het uitvoeren van luchtlevering van basisvoorzieningen waaronder voedsel door Defensie in augustus, in samenwerking met Jordanië en andere Europese, Arabische en internationale partners (o.a. Duitsland, Frankrijk, Spanje, België, Luxemburg, Italië, Canada en VAE). Deze inzet zal plaatsvinden in augustus voor een periode van circa twee weken. In deze brief zijn alle aandachtspunten uit het Toetsingskader meegenomen die van toepassing zijn voor deze inzet.

Nederlandse humanitaire inzet in Gaza

Graag verwijzen wij de Tweede Kamer naar de Kamerbrief van 28 juli jl. (Kamerstuk nr. 23 432 569) voor een actuele schets van de situatie in de Gazastrook en de visie van het kabinet. De situatie in Gaza is sindsdien verder verslechterd.

Het gezaghebbende Integrated Food Security Phase Classification (IPC) onderstreepte op 29 juli jl. dat de voedselcrisis zodanig is verslechterd dat het slechtst denkbare scenario van hongersnood zich nu ontvouwt.3 Er staan nog altijd duizenden truckladingen met goederen klaar die de Gazastrook niet in kunnen of niet kunnen worden gedistribueerd vanwege de door de Israëlische autoriteiten opgelegde belemmeringen waar hulporganisaties mee kampen, waaronder een gebrek aan veiligheidsgaranties die mede worden veroorzaakt door de aanhoudende militaire en terroristische activiteiten door Hamas. Daarom blijft Nederland de noodzaak van het verruimen en versnellen van veilige toegang over land in alle contacten met de Israëlische autoriteiten met klem benadrukken.

Als reactie op de toenemende druk om de humanitaire noden in de Gazastrook te verlichten, kondigde Israël op 26 juli jl. aan tijdelijke maatregelen (waaronder gevechtspauzes en veilige routes) te zullen treffen die een verbeterde invoer en distributie van humanitaire hulp mogelijk moeten maken. Israël kondigde eveneens aan het luchtruim open te stellen voor luchtlevering van noodhulp boven de strook. Het is belangrijk dat Israël onmiddellijk de daad bij het woord voegt en maatregelen neemt die leiden tot substantiële en snelle verbetering van de humanitaire situatie in de gehele Gazastrook. Bovenal blijft het van primair belang dat de aangekondigde verruiming van humanitaire toegang blijvend is. De aangekondigde inzet op airdrops is dan ook geen vervanging van de hoofdzakelijke inzet op humanitaire toegang. Dit blijft Nederland ook onderstrepen: veilige, ongehinderde toegang is cruciaal om hulp op grote schaal te kunnen leveren in de gehele Gazastrook, met medewerking van de buurlanden Jordanië en Egypte. De grensovergang Rafah moet open.

Nederland heeft verdere stappen genomen om de hulpverlening via land te ondersteunen middels een aanvullende bijdrage van EUR 1,5 miljoen aan het VN-Bureau voor Projectondersteunende Diensten (UNOPS). Via deze bijdrage zet Nederland in op het operationeel houden van de landroute via Jordanië, een belangrijke humanitaire bevoorradingsroute. Daarnaast zal Nederland een extra bijdrage van EUR 3 miljoen doen aan het Nederlandse Rode Kruis, waarmee de steun aan het essentiële werk van de Palestijnse Rode Halve Maan in de Gazastrook wordt voortgezet. Deze bijdrage stelt deze organisaties in staat om, wanneer de situatie zich er voor leent, snel op te schalen en maximaal gebruik te maken van de gevechtspauzes en andere maatregelen.

Internationale operatie

Doelstelling

Nederland beoogt zoveel mogelijk bij te dragen aan essentiële basisbehoeften van de burgerbevolking in Gaza door het leveren van humanitaire goederen. Daarom zal Nederland aan de bovengenoemde inspanningen (airdrops), in samenwerking met internationale partners (o.a. Duitsland, Frankrijk, Spanje, België, Italië, Canada en VAE), onder coördinatie van Jordanië en in afstemming met de Israëlische autoriteiten, bijdragen. Sinds 27 juli jl. voert Jordanië samen met de Verenigde Arabische Emiraten dagelijks airdrops uit van humanitaire goederen, waaronder voedsel en andere middelen ter vervulling van basisbehoeften. De Nederlandse bijdrage omvat een C-130 transportvliegtuig en bijbehorend detachement dat zal worden ingezet gedurende circa twee weken vanaf 8 augustus. Streven is dagelijks een airdrop uit te voeren: dit is ongeveer 24 ton aan hulpgoederen.

Gronden voor de operatie

Nederland draagt met deze voorgenomen inzet bij aan het leveren van noodhulp aan de bevolking in de Gazastrook, conform de intentie uitgesproken in de Kamerbrief d.d. 28 juli. De bevolking in Gaza lijdt onder extreme en aanhoudende ontberingen als gevolg van de ernstige beperkingen op de toegang van humanitaire hulp. Het beperkt toelaten van hulp en de belemmeringen van hulporganisaties zorgen ervoor dat de situatie verder verslechtert. Alle overwegingen in acht nemend zijn airdrops een manier om bij te dragen aan het verlichten van het leed van de bevolking in de Gazastrook. Door bij te dragen aan airdrops is Nederland onderdeel van een internationaal samenwerkingsverband, waardoor zichtbaarheid toeneemt en de internationale gemeenschap een gezamenlijk standpunt kan uitdragen voor ongehinderde humanitaire hulp.

Jordanië heeft in de regio een voortrekkersrol als het gaat om het leveren van humanitaire goederen aan Gaza. Een Nederlandse bijdrage aan de airdrops operatie, naast financiering van de door Jordanië beheerde landroute, geeft een tastbare erkenning van deze rol. Daarnaast betekent de Nederlandse deelname aan deze internationale samenwerking het leveren van een aandeel aan de gezamenlijke inzet van partners en bondgenoten. Niettemin blijft toegang over land voor professionele, gemandateerde hulporganisaties de prioriteit en de meest effectieve manier om hulpgoederen te leveren op de schaal die onmiddellijk nodig is. Nederland blijft zich dan ook, onder andere met diplomatieke druk, onverminderd inzetten voor onmiddellijke, ongehinderde en veilige toegang van humanitaire hulp.

Bevelsstructuur

Een Nederlandse liaisonofficier verricht zijn werkzaamheden vanuit het Jordaanse operatiecentrum in de aanloop naar en uitvoering van deze actie, ten behoeve van een goede informatie- en inlichtingenpositie. De detachementscommandant is de National Approval Authority (NAA) en bewaakt in die hoedanigheid namens de Commandant der Strijdkrachten (CDS) dat de opdracht past binnen de Nederlandse inzet. De NAA geeft daarbij expliciete toestemming voor de inzet.4

Risico’s

Eerdere leveringen van hulpgoederen door andere landen hebben aangetoond dat de leveringen risico’s met zich meebrengen. Het risico op burgerslachtoffers en schade aan gebouwen is aanwezig en is niet op voorhand geheel uit te sluiten. Daarnaast is er beperkt zicht op wat er met de goederen gebeurt nadat deze zijn gedropt en bestaat de kans dat gedropte hulpgoederen in handen van Hamas vallen en daarmee niet volledig ten goede komt aan de bevolking. Om de bovengenoemde risico’s zo klein mogelijk te maken, zijn de volgende mitigerende maatregelen genomen. De Jordaanse autoriteiten selecteren en monitoren continue de geschikte locaties om de drops uit te voeren. Bij de uitvoering wordt vanuit het eerder benoemde operatiecentrum zorgvuldig gekeken naar een tijdstip bij daglicht, weercondities en de wijze van afgooien. Hiervoor vindt nauwe afstemming plaats tussen deelnemende landen en wordt in samenwerking met andere deelnemende landen bezien hoe risico’s zoveel mogelijk gemitigeerd kunnen worden. Als de nauwkeurigheid van de drop in het geding komt, dan wordt besloten deze niet uit te voeren.

Nederland en de andere internationale partners leunen in de operatie op de Jordaanse inlichtingenpositie. Nederland verifieert in de voorbereiding van de operatie waar mogelijk zelfstandig de aangewezen dropzones. Daarbij geldt dat de situatie op de grond constant in beweging is waardoor de eerder benoemde risico’s niet uit te sluiten zijn.

Mocht Defensie meldingen van vermoedens van burgerslachtoffers als gevolg van de airdrops ontvangen, dan worden deze conform geldende procedures afgehandeld. Afhankelijk van de uitkomst van een onderzoek en de omstandigheden kan Defensie ervoor kiezen een vrijwillige tegemoetkoming aan te bieden.

Er zijn operationele risico’s verbonden aan de operatie. De C-130 is uitgerust met afdoende beschermingsmiddelen. Om risico’s zo veel mogelijk te beperken brengt Nederland een liaison naar het gebied en wordt de operatie in samenwerking met internationale partners, onder coördinatie van Jordanië en in afstemming met de Israëlische autoriteiten uitgevoerd. Jordanië heeft dergelijke airdrops voor het leveren van humanitaire goederen aan Gaza al meer dan tien keer uitgevoerd.

Geschiktheid en beschikbaarheid krijgsmacht

Defensie gaat over tot het oproepen van personeel, verplaatsen naar het inzetgebied en voorbereiden van de inzet. Als de benodigde voorbereidingen zijn afgerond kan Defensie vanaf 8 augustus overgaan tot inzet. Voor de duur van deze inzet zijn geen beperkende effecten voorzien op de operationele gereedheid van de krijgsmacht.

Vervolg

De inzet is en blijft om hulpgoederen aan Gaza over land bij de bevolking te krijgen. De volledige medewerking van de Israëlische autoriteiten en Hamas is daarbij een belangrijke voorwaarde.

Financiën

Voor deze inzet is EUR 1 mln. uit het budget voor ontwikkelingshulp ter beschikking gesteld. Hiervoor wordt het convenant noodhulp aangewend.

Tot slot

Tot slot, het kabinet wil zoveel mogelijk bijdragen aan het verlichten van het lijden van de Palestijnse bevolking in Gaza. Om op korte termijn de hongersnood onder Gazanen verlichten kies het kabinet ook voor de inzet van airdrops. Naast airdrops blijft het voor Nederland hoofdzakelijk van belang dat er onmiddellijke, ongehinderde en veilige toegang komt voor hulporganisaties tot de gehele Gazastrook.

Het kabinet blijft daarnaast benadrukken dat het essentieel is dat er spoedig een staakt-het-vuren komt tussen Israël en Hamas van alle gijzelaars, het lenigen van de humanitaire noden en een duurzame oplossing, waarbij voor het kabinet de tweestatenoplossing het uitgangspunt blijft. Het kabinet onderstreept dat er geen rol is voor Hamas in de toekomst van Gaza.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp

De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans


  1. Kamerbrief over afspraken met Israël over verantwoording over situatie in Gaza, Kamerbrief over afspraken met Israël over verantwoording over situatie in Gaza | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl, gepubliceerd op 28 juli 2025 (Kamerstuk 23 432, nr. 569).↩︎

  2. Kamerbrief «Humanitaire hulp aan Gaza via airdrop» d.d. 4 februari 2024; Kamerbrief Humanitaire hulp aan Gaza via tweede airdrop d.d. 5 februari 2024; Kamerbrief over humanitaire hulp aan Gaza via airdrops, d.d. 6 maart 2024 (Kamerstuk 23 432, nr. 509).↩︎

  3. IPC Integrated Food Security Phase Classification: IPC ALERT: Worst-case scenario of Famine unfolding in the Gaza Strip | IPC – Integrated Food Security Phase Classification, gepubliceerd op 29 juli 2025.↩︎

  4. Hiermee vindt deze inzet plaats in lijn met de werkwijze zoals toegelicht in de kabinetsreactie op het onderzoek van de commissie Sorgdrager (Kamerstuk 27 925, nr. 985).↩︎