De Kamerbrief ‘Voortgang Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie’ van 30 juni 2025 en het artikel van FTM over het afschaffen van de CO2-heffing
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D35053, datum: 2025-08-15, bijgewerkt: 2025-08-15 14:54, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Thijssen, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2025Z15170:
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Indiener: J. Thijssen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2025Z15170
(ingezonden 15 augustus 2025)
Vragen van lid Thijssen (GroenLinks-PvdA) aan de minister van Klimaat en Groene Groei over de Kamerbrief ‘Voortgang Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie’ van 30 juni 2025 en het artikel van FTM over het afschaffen van de CO2-heffing
In uw brief (1) schrijft u over economische en geopolitieke omstandigheden (p. 2): op welke omstandigheden doelt u daarmee? Hoe staat de concurrentiepositie van de maatwerkbedrijven in Nederland onder druk? Bedoelt u hiermee het verschil in energieprijzen tussen Nederland en landen in het Midden-Oosten, de Verenigde Staten en China? Zo ja, wat is het verschil in energieprijzen? Zo nee, wat bedoelt u dan? Bedoelt u hiermee ook het verschil in energieprijzen tussen Nederland en de omringende landen? Zo ja, wat is het verschil in energieprijzen? Zo nee, wat bedoelt u dan?
Hoe kan het zijn dat bedrijven geen of weinig ruimte zien om te investeren in grootschalige verduurzamingsprojecten terwijl zij vallen onder het Europese CO2-emissiehandelssysteem (ETS), waarvan de uitgegeven emissies tussen nu en 2040 afbouwen naar nul? Betekent dit immers niet dat de huidige bedrijfsvoering richting 2040 veel te duur zal worden om de kosten van CO2-emissies te hoog worden? Hoe kan het volgens u dat dit een onvoldoende prikkel geeft tot verduurzaming?
U schijft in beantwoording op Kamervragen (Kamerstuk 2025Z13346) dat de industrie te kampen heeft met ongunstige marktcondities vanwege gesubsidieerde overproductie, bijvoorbeeld uit China; hoe groot is het effect van deze ongunstige marktcondities, bijvoorbeeld in vergelijking met hogere energiekosten of de, nu op nul gezette, CO2-heffing? Op welke termijn kunt u hiertegen actie ondernemen en Nederlandse bedrijven beschermen tegen deze oneerlijke concurrentie?
Welke zorgen bedoelt u als u schrijft over het tijdig op orde zijn van de noodzakelijke randvoorwaarden voor verduurzaming (p. 5)? Als dit gaat over het volle elektriciteitsnet, is het dan niet zo dat voor bedrijven in clusters aan de kust deze problematiek beperkt kan worden als tegelijkertijd windparken op zee worden aangelegd? Gaat dit ook over de stikstofproblematiek? Zo ja, betekent dit dat investeringen van de industrie niet door kunnen gaan vanwege het stikstofslot waar Nederland op zit?
U schrijft, onder verwijzing naar het rapport van Draghi, dat verduurzaming de enige route is voor bedrijven om ook op lange termijn in Europa te kunnen blijven produceren; waarom bent u deze mening toegedaan? Is het dan niet raar dat u maar niet tot maatwerkafspraken komt met die industrie?
Zou het kunnen zijn dat sommige maatwerkbedrijven nog een aantal jaren met hun fabrieken in Nederland willen produceren en winst willen maken, maar op termijn hun productie naar buiten Nederland verhuizen? Zo ja, wat betekent dit voor de mensen die bij deze fabrieken werken? Vindt u dat u een verantwoordelijkheid heeft in deze?
Hoe weet u dat met het gelijk maken van het speelveld en het verder op orde brengen van de randvoorwaarden er wel geïnvesteerd zal worden in verduurzaming?
Kan het zijn dat deze stevige investeringen van het kabinet (door onder andere de Subsidieregeling Indirecte Kostencompensatie (IKC-ETS) met drie jaar te verlengen en het voornemen om de randvoorwaarden voor het opzetten van een amortisatieoptie uit te werken richting Prinsjesdag 2025, de CO₂-heffing op korte termijn te verlichten en mogelijk zelfs af te schaffen) de bedrijven de vrijgekomen financiële middelen niet zullen uitkeren aan de buitenlandse moederbedrijven en niet investeren in verduurzamingprojecten in Nederland? Bent u bereid maatwerk per bedrijf te leveren, zoals verzocht in een aangenomen motie (Kamerstuk 29 826, nr. 236) en de investeringen afhankelijk te maken van de verduurzamingsplannen van het bedrijf?
U schrijft dat bij investeringsbeslissingen in Nederland ook wordt gekeken naar de mondiale investeringsstrategie en rendementseisen van de vaak buitenlandse moederbedrijven; wat zijn de rendementseisen van de buitenlandse moederbedrijven? Zijn de rendementen waar deze bedrijven mee rekenen voor hun fossiele fabrieken en voor hun (in de toekomst) verduurzaamde fabrieken vergelijkbaar? Zo nee, hoe groot is het verschil in deze rendementen? Zijn deze rendementen waarmee gerekend mag worden bij het verlenen van staatssteun vergelijkbaar? Gebeuren de verduurzamingsinvesteringen niet omdat de bedrijven met hun fossiele fabrieken simpelweg hogere rendementen maken?
U schrijft dat de energieprijzen en de CO2-beprijzing belangrijk zijn voor het investeren in een nieuwe, verduurzaamde fabriek; hoe kan nu waar zijn aangezien die nieuwe fabriek niet draait op huidige (dure) fossiele brandstoffen en geen of in elk geval veel minder last zal hebben van CO2-beprijzing? Kijken bedrijven niet vooral naar de rendementen die de nieuwe fabriek in de toekomst zal maken? Zo ja, wat zijn de belangrijkste determinanten voor dat rendement? Waarom lukt het via de maatwerkafspraken niet om die rendementen op voldoende niveau te krijgen?
U schrijft dat u zich blijft inzetten op het sluiten van maatwerkafspraken, maar wat is er dan nu anders dan de afgelopen jaren waardoor het sluiten van de maatwerkafspraken wel zou lukken? Wat is uw plan B als de maatwerkafspraken niet tot resultaten leiden? En waarom zet u dat plan B niet nu al in?
Bent u bekend met het artikel van Follow The Money van 29 juli jl. over het afschaffen van de CO2-heffing?[2] Bent u het eens met de stelling in het artikel dat, met het afschaffen van de CO2-heffing, de stok achter de deur om de industrie te bewegen om te verduurzamen is weggevallen? Klopt het dat het verduurzamen van de industrie middels de maatwerkafspraken duurder is geworden omdat een deel van de CO2-reductie nu niet meer door de CO2-heffing wordt geregeld? Bent u het eens met de expert in het artikel die stelt dat er geen sprake van een concurrentienadeel voor de hele Nederlandse industrie maar dat het nadeel alleen bestaat voor de meest vervuilende bedrijven, ofwel degene die geen zin hebben om te vergroenen?
Kunt u deze vragen ruim voorafgaand aan het commissiedebat Verduurzaming Industrie op 10 september beantwoorden?
(1) Kamerstuk 29 826 nr. 260
[2] Follow The Money, 29 juli 2025, 'Afgeschafte CO2-heffing was 'stok achter de deur' om Tata en Shell onder druk te zetten'. (https://www.ftm.nl/artikelen/zonder-co2-heffing-geen-grip-op-verduurzaming-industrie)