[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van der Werf, Paternotte en Podt over stikstofbelemmeringen op defensielocaties

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D35113, datum: 2025-08-18, bijgewerkt: 2025-08-22 20:07, versie: 4 (versie 1, versie 2, versie 3)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z13201:

Preview document (🔗 origineel)


AH 2843

2025Z13201

Antwoord van staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 18 augustus 2025)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel in de Telegraaf van 16 juni 2025 met de titel ‘Geheim rapport slaat alarm over Defensie: nieuwe NAVO-doelen in gevaar door aangescherpte stikstofregels’?

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat uit een vertrouwelijk rapport van TNO blijkt dat Defensie op vrijwel alle oefenlocaties wordt belemmerd door stikstofbeperkingen en dat dit directe gevolgen heeft voor het halen van de Nederlandse NAVO-doelstellingen?

Ja.

Om de impact van de stikstofproblematiek op Defensie beter te kunnen duiden, heeft TNO in opdracht van Defensie een verkenning gedaan naar de gevolgen voor de operationele gereedstelling van de krijgsmacht van de uitspraken van 18 december jl. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en van 22 januari jl. van de rechtbank Den Haag. Daarnaast heeft Haskoning, voorheen Royal HaskoningDHV, in opdracht van Defensie de stikstofdepositiebijdrage van Defensie in Nederland in kaart gebracht, ten opzichte van de huidige achtergrondwaarde en de kritische depositiewaarde.

TNO heeft in haar onderzoek voor vijf locaties de impact van de uitspraken voor verschillende Defensieonderdelen beschreven. Op basis hiervan concludeert TNO dat de impact van de uitspraken van 18 december jl. – en de stikstofproblematiek in den brede – op de operationele gereedstelling van Defensie ‘enorm’ is. Daarmee beperkt dit ook de nationale en bondgenootschappelijke verdedigingscapaciteit en raakt daarmee onze verplichtingen in het kader van de collectieve verdediging van het Nederlandse en NAVO-grondgebied.

Vraag 3

Kunt u dat rapport zo spoedig mogelijk, eventueel vertrouwelijk, aan de Kamer toesturen?

Het managementuittreksel van het onderzoek van TNO en het onderzoeksrapport van Haskoning zijn op 3 juli 2025 aan uw Kamer verzonden, als bijlage bij de Verzamelbrief ontwikkelingen in vastgoed, leefomgeving en ruimtelijke ordening (kenmerk D2025-002770).

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de constatering uit het artikel dat de natuurvergunningproblematiek niet alleen extra kosten en vertraging oplevert, maar ook raakt aan de paraatheid van de krijgsmacht?

De conclusies van het TNO-rapport zijn zorgelijk. Het is belangrijk dat ruimte wordt geboden aan maatschappelijke taken van Defensie in het licht van geopolitieke ontwikkelingen, zoals de tijdige en stelselmatige gereedstelling van de krijgsmacht. De (stikstof)ruimte voor het verkrijgen van nieuwe natuurvergunningen is echter beperkt en dat belemmert het bestendigen en intensiveren van bestaande defensieactiviteiten en de uitbreiding van deze of nieuwe defensieactiviteiten.

Vraag 5

Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op Vliegbasis De Peel?

Op de Luitenant-Generaal Bestkazerne wil het Defensie grondgebonden luchtverdedigingscommando (DGLC) de luchtverdedigingsactiviteiten uitbreiden.

Net als voor het overgrote deel van de defensielocaties, beschikt de Luitenant-Generaal Bestkazerne niet over een Omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit (natuurvergunning). Defensie voerde op deze locatie immers al activiteiten uit op het moment dat de Natura 2000-gebieden werden aangewezen. Op de Bestkazerne en andere defensielocaties is het toegestane gebruik vastgelegd in milieutoestemmingen. Dan gaat het bijvoorbeeld om het aantal schoten op schietbanen en geluidszones voor vliegbewegingen, maar ook om aantallen eenheden en voertuigbewegingen. Bij uitbreiding van aantallen eenheden en oefeningen boven de in de milieutoestemmingen opgenomen maxima, kunnen problemen ontstaan als voor die uitbreiding een natuurvergunning nodig is. Ook voor wijzigingen die binnen de bestaande milieutoestemmingen passen, is door de uitspraken van de Afdeling op 18 december jl. mogelijk een natuurvergunning nodig. Door de stikstofproblematiek is het op dit moment moeilijk een natuurvergunning te krijgen voor uitbreiding van activiteiten of projecten die zorgen voor extra stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden, die al overbelast zijn. Deze problematiek kan zich in de toekomst ook voordoen bij een mogelijke uitbreiding van de activiteiten van het DGLC.

Vraag 6

Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?

Zoals hierboven beschreven aan de hand van het voorbeeld van de DGLC, is het gezien de geldende wet- en regelgeving, de jurisprudentie en de huidige staat van de natuur lastig om een natuurvergunning te verkrijgen voor Defensielocaties. De Habitat-en de Vogelrichtlijn bevatten momenteel geen generieke uitzondering voor defensieprojecten, waardoor Defensie de reguliere stappen voor het verkrijgen van een natuurvergunning moet doorlopen.

Omdat de stikstofruimte in Nederland beperkt is, zal Defensie per opgave gebiedsspecifiek moeten onderzoeken wat de gevolgen van de stikstofdepositie van de defensieactiviteiten zijn voor de daar aanwezige natuur. Als sprake is van een overbelaste situatie, dan is een beperkt aantal instrumenten voorhanden om de toename van de Defensieactiviteiten vergund te krijgen. Intern salderen of stikstofruimte aankopen van derden zijn door de recente rechterlijke uitspraken enkel onder strikte voorwaarden mogelijk. Eén van de mogelijkheden die Defensie onderzoekt, is het

treffen van compenserende maatregelen om bij te dragen aan het in stand houden van de samenhang van het Natura 2000-gebied.

Omdat slechts enkele Defensielocaties over een natuurvergunning beschikken, betekent dit dat als gevolg van de genoemde uitspraken in feite een herbeoordeling moet worden gedaan van bestaande en geplande activiteiten. Op basis van die herbeoordeling moeten natuurvergunningen worden aangevraagd. De hiervoor benodigde ecologische onderzoeken en procedures kennen lange doorlooptijden. Daarbij komt dat mitigatie en compensatie in de praktijk niet altijd mogelijk zijn i.v.m. overbelaste natuur, waardoor vergunningen – ondanks de kleine bijdrage van Defensie aan de stikstofdepositie – moeilijk kunnen worden verleend. In de praktijk wordt de vergunningprocedure daarnaast vaak vertraagd doordat het Nederlandse vergunningensysteem complex en tijdrovend is, met onder meer lange doorlooptijden en strikte eisen waaraan moet worden voldaan. Als gevolg hiervan duurt de totale procedure voor het verkrijgen van een natuurvergunning aanzienlijk langer dan initieel verwacht, waarbij de wettelijke termijnen voor vergunningverlening ruimschoots worden overschrijden. In sommige gevallen kan dit zelfs jaren duren.

De Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) werkt, na de vaststelling van een

startpakket in april 2025, aan aanvullende maatregelen voor emissiereductie en natuurherstel, met als doel de belemmeringen voor vergunningverlening weg te nemen. Defensie veroorzaakt volgens het onderzoek van Haskoning een zeer beperkte gemiddelde bijdrage aan de totale achtergronddepositie in Nederland, namelijk 0,01 – 0,05%. Defensie probeert desalniettemin in haar rol als terreinbeheerder een positieve bijdrage te leveren aan natuurherstel.

Tenslotte heeft de Europese Commissie op 17 juni jl. het pakket Defence readiness omnibus gepubliceerd. In het wetgevingstraject dat nu wordt opgestart, probeert het kabinet op Europees niveau een oplossing te vinden voor de natuurvergunningenproblematiek in relatie tot de defensieopgaven.

Vraag 7

Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Vliegbasis De Peel ook in 2026 of 2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?

Indien geen vergunning kan worden verkregen voor activiteiten die nodig zijn voor de gereedheid van de krijgsmacht, zowel op Vliegbasis De Peel als op andere Defensielocaties, zijn de gevolgen groot. TNO concludeert dit ook in haar rapport. Als er minder ruimte is om mensen te huisvesten, op te leiden, onderhoud aan materieel niet meer kan worden gedaan of nieuw materieel onvoldoende kan worden ingezet, heeft dit direct invloed op de personele en materiële gereedheid van de krijgsmacht. De impact van deze problematiek reikt verder dan Defensie alleen. Het beperkt de nationale en bondgenootschappelijke verdedigingscapaciteit en daarmee de collectieve verdediging van het Nederlandse en het NAVO-grondgebied.

Vraag 8

Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op het

oefenterrein Marnewaard in Groningen?

Het oefenterrein Marnewaard beschikt momenteel niet over een natuurvergunning, maar er is een milieutoestemming verleend voor de bestaande activiteiten. In het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) is, voor wat betreft de schietbaan, de behoefte opgenomen om naast de vaste schietpunten ook te kunnen schieten vanaf voertuigen die rijden en verschillende vuurposities innemen. Daarnaast moet 6 weken per jaar meer kunnen worden geoefend, waardoor Defensie voornemens is om het aantal oefenweken van 14 naar 20 weken per jaar op te hogen. Dit is echter een uitbreiding van de in de milieutoestemmingen opgenomen maxima, waarvoor een natuurvergunning nodig is. Ook voor wijzigingen die binnen de bestaande milieutoestemmingen passen, is door de uitspraken van de Afdeling op 18 december jl. mogelijk een natuurvergunning nodig.

9.

Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?

Zie beantwoording vraag 6.

10.

Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Marnewaard ook in 2026 of 2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?

Zie beantwoording vraag 7.

11.

Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op de kazerne en het oefenterrein in Oirschot (Noord-Brabant)?

De kazerne en het oefenterrein Oirschotse Heide beschikken momenteel niet over een natuurvergunning. In het NPRD is echter de behoefte opgenomen het Oefenterrein Oirschotse Heide fysiek uit te breiden. Met betrekking tot deze uitbreiding kunnen problemen ontstaan omdat daarvoor een natuurvergunning nodig is.

12.

Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?

Zie beantwoording vraag 6.

13.

Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als in Oirschot ook in 2026 of 2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?

Zie beantwoording vraag 7.

14.

Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op het

oefenterrein Harskamp (Gelderland)?

Het Infanterie Schietkamp (ISK) in Harskamp beschikt momenteel niet over een natuurvergunning, maar er is een milieutoestemming verleend voor de bestaande activiteiten. Daarbij gaat het om een maximum aantal schoten en de wapentypen waarmee mag worden geschoten. Binnen die maxima zijn er geen belemmeringen. In het NPRD is de behoefte opgenomen om op het ISK met nieuwe wapensystemen te oefenen en de capaciteit met 30% uit te breiden. Bij uitbreiding van schotenaantallen boven de in de milieutoestemmingen opgenomen maxima, of bij het schieten met andere wapentypen, kunnen problemen ontstaan omdat hiervoor mogelijk een natuurvergunning nodig is. Ook voor wijzigingen die binnen de bestaande milieutoestemmingen passen, is door de uitspraken van de Afdeling op 18 december jl. mogelijk een natuurvergunning nodig.

15.

Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?

Zie beantwoording vraag 6.

16.

Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Harskamp ook in 2026 of 2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?

Zie beantwoording vraag 7.

17.

Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op Vliegbasis Leeuwarden?

Op 18 juli jl. heeft de Rechtbank Noord-Nederland een uitspraak gedaan en de natuurvergunning van Vliegbasis Leeuwarden vernietigd. Onderdeel van de uitspraak is dat het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) 26 weken de tijd krijgt om opnieuw op de aanvraag van Defensie te beslissen. Defensie bestudeert momenteel de uitspraak.

Daarnaast is in het NPRD opgenomen dat op Vliegbasis Leeuwarden behoefte is aan meer

grondgebonden geluidruimte. Dit is nodig voor meer proefdraaien met jachtvliegtuigen en het gebruik van grondvoertuigen en gronduitrusting. Voor deze behoefte is een nieuwe natuurvergunning nodig.

18.

Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?

Zie beantwoording vraag 6.

19.

Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Vliegbasis Leeuwarden ook in 2026 of 2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?

Zie beantwoording vraag 7.

20.

Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op Vliegbasis Volkel?

Vliegbasis Volkel beschikt momenteel niet over een natuurvergunning, maar er is een milieutoestemming verleend voor de bestaande activiteiten. In het NPRD is Vliegbasis Volkel niet aangewezen als voorkeurslocatie voor de behoefte voor aanvullende jachtvliegtuigcapaciteit. Wel is er de behoefte om bestaande activiteiten uit te breiden, zoals het proefdraaien van luchtvaartuigen. Bij uitbreiding van activiteiten buiten de in de milieutoestemmingen opgenomen maxima kunnen problemen ontstaan omdat hiervoor mogelijk een natuurvergunning nodig is. Ook voor wijzigingen die binnen de bestaande milieutoestemmingen passen, is door de uitspraken van de Afdeling op 18 december jl. mogelijk een natuurvergunning nodig.

21.

Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?

Zie beantwoording vraag 6.

22.

Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Vliegbasis Volkel ook in 2026 of 2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?

Zie beantwoording vraag 7.

23.

Welke lessen trekt u uit de huidige impasse voor andere vitale sectoren (zoals woningbouw, energieinfrastructuur en crisisnoodopvang) die eveneens vastlopen op stikstofvergunningen?

De stikstofproblematiek raakt naast Defensie ook andere belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Interdepartementaal, bijvoorbeeld in de MCEN, worden opgedane ervaringen gedeeld. Bij het zoeken naar gebiedsspecifieke oplossingen voor de stikstofproblematiek bij uitbreidingen van Defensie, kijken we dan ook naar lessen uit initiatieven van andere sectoren in die gebieden.

De mogelijkheden voor oplossingen zijn, mede vanwege het bijzondere karakter van de defensieactiviteiten, echter beperkt. In de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel werkt het kabinet aan oplossingen om de vergunningsverlening weer op gang te brengen.

Daarnaast zet het kabinet via de in antwoord 6 genoemde Defence Readiness Omnibus van de Europese Commissie in op het versnellen en versterken van de defensiegereedheid. Dit door middel van Europese regelgeving die toegespitst is op het huidige dreigingsniveau.