[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van de leden Bontenbal en Inge van Dijk over de uitspraak van de Raad van State over de verlening van subsidie door een gemeente aan een lokale welzijnsorganisatie

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2025D35221, datum: 2025-08-19, bijgewerkt: 2025-08-20 13:02, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2853).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z14898:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2853

Vragen van de leden Bontenbal en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitspraak van de Raad van State over de verlening van subsidie door een gemeente aan een lokale welzijnsorganisatie (ingezonden 25 juli 2025).

Mededeling van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 19 augustus 2025)

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraak van de Raad van State over een geschil tussen de gemeente Peel en Maas en Negen B.V.?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op deze uitspraak, waarin de Raad van State stelt dat begrotingssubsidies schaars kunnen zijn en als dat zo is, dat het bestuursorgaan dan gelijke kansen moet bieden via het bieden van mededingingsruimte of op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria moet motiveren dat er maar één serieuze gegadigde is?

Vraag 3

Kunt u aangeven wat in de praktijk de gevolgen zijn van deze uitspraak voor het decentrale bestuur en politieke organen zoals de gemeenteraad en de provinciale staten?

Vraag 4

Klopt het dat deze uitspraak ertoe leidt dat het bieden van mededingingsruimte bij het verlenen van begrotingssubsidie voortaan de hoofdregel is? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Vraag 5

Vindt u dat deze uitspraak leidt tot toenemende en onwenselijke juridificering van lokale politieke besluiten over het verlenen van een begrotingssubsidie? In hoeverre komt hiermee de democratische legitimiteit in het geding?

Vraag 6

Vindt u dat deze uitspraak kan leiden tot nog veel meer regeldruk(kosten) voor gemeenten en provincies? Zo ja, hoe gaat u dit voorkomen?

Vraag 7

Kunt u aangeven wat in de praktijk de gevolgen zijn voor lokale welzijnsorganisaties zonder winstoogmerk, die door deze en eerdere rechterlijke uitspraken over aanbestedingsregels steeds meer moeten concurreren met grotere commerciële organisaties?

Vraag 8

Wat vindt u ervan dat met name het sociaal domein door deze uitspraak en toenemende aanbestedingsregels steeds meer vercommercialiseert en juridificeert?

Vraag 9

Bent u van mening dat het lokale en provinciale bestuur ruimte moet hebben en houden om zonder aanbesteding te kiezen voor het verlenen van begrotingssubsidies en bijvoorbeeld verlenging van contracten met bewezen gecontracteerden, zoals lokale welzijnsorganisaties zonder winstoogmerk? Zo ja, vormt de uitspraak aanleiding om bestaande wet- en regelgeving aan te passen om die ruimte te blijven bieden?

Vraag 10

Bent u van mening dat er met name in het sociaal domein alternatieven moeten zijn voor aanbesteding, zoals verlenging van contracten op basis van geleverde kwaliteit of lokale binding? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen?

Mededeling

Op 25 juli 2025 zijn vragen gesteld door de leden Bontenbal en Van Dijk over de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over welzijnsorganisaties en de leer van schaarse subsidies voor begrotingssubsidie (kenmerk 2025Z14898). Deze vragen kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, omdat de beantwoording nog verder uitzoekwerk en afstemming vergt.

Ik zal uw Kamer de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.


  1. ECLI:NL:RVS:2025:3399, via Uitspraak 202406518/1/A2 – Raad van State.↩︎