[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de antwoorden op schriftelijke vragen 'NAVO-verplichtingen' met betrekking tot 'pandemische paraatheid'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D35315, datum: 2025-08-20, bijgewerkt: 2025-08-20 15:48, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z14664:

Preview document (🔗 origineel)


AH 2870

2025Z14664

Antwoord van minister Danielle Jansen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 augustus 2025)

Vraag 1

U schrijft in antwoord op Kamervragen (2025Z11435) dat er geen ‘NAVO-verplichtingen’ zijn op het gebied van pandemische paraatheid maar waarom heeft uw ambtsvoorganger dit, bijvoorbeeld bij de plenaire begrotingsbehandeling VWS afgelopen oktober, dan keer op keer letterlijk zo gezegd in de Kamer?

Antwoord 1

Er zijn mij geen letterlijke uitspraken van mijn ambtsvoorganger in uw Kamer bekend over NAVO-verplichtingen op het gebied van pandemische paraatheid. Zie ook het stenogram van de begrotingsbehandeling van VWS op 23 oktober jl.1.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de uitspraken van uw ambtsvoorganger, in het begrotingsdebat, maar ook later bijvoorbeeld bij Ongehoord Nederland (‘Aan NAVO-verplichtingen zijn we gehouden’, ‘daar zal ik mee moeten dealen’, ‘De oud-premier heeft deze afspraken [met de NAVO] getekend dus wij houden ons eraan’ enzovoort, enzovoort) er sterk op wijzen dat uw ambtsvoorganger (terecht of ten onrechte, dat doet er verder niet toe) blijkbaar van mening was dat deze NAVO-doelstellingen voor haar ‘verplichtingen’ waren? Zo nee, waarom niet? Al deze formuleringen van uw ambtsvoorganger, meermaals en op verschillende momenten gedaan, terug te vinden in de Handelingen van de Kamer of na te luisteren bij de NPO, zijn toch overduidelijk niet vrijblijvend maar dwingend geformuleerd?

Antwoord 2

Zoals ook aangegeven in eerdere beantwoording van vragen van het lid Van Houwelingen2 en het lid Dekker3, heeft het kabinet Schoof zich gecommitteerd aan gemaakte NAVO-afspraken, derhalve zijn deze politiek bindend.

Vraag 3

Begrijpt u dat het daarom dus voor de Kamer belangrijk is erachter te komen op welke wijze (vrijblijvend of dwingend) uw ambtsvoorganger (in ieder geval door de NCTV maar wellicht ook door andere instellingen) is geïnformeerd over de ‘NAVO-doelstellingen’ (u wil de vraag immers blijkbaar niet beantwoorden als ik net zoals uw ambtsvoorganger spreek over ‘NAVO-verplichtingen’) die op een of andere manier raken aan pandemische paraatheid?

Antwoord 3

Net als mijn ambtsvoorganger neem ik uw Kamer en diens taken zeer serieus. Dat doe ik onder andere door vragen naar eer en geweten te beantwoorden.

Vraag 4

Wederom de vraag, waar, wanneer, door wie en op welke wijze (mondeling en/of schriftelijk, wel of niet vertrouwelijk etc.) is uw ambtsvoorganger na haar aantreden op de hoogte gesteld van de ‘NAVOdoelstellingen’ die betrekking hebben op of op een of andere manier gerelateerd zijn aan ‘pandemische paraatheid’?

Antwoord 4

Zoals ook aangegeven in een eerdere beantwoording van vragen van het lid Van Houwelingen4, zijn er geen NAVO-verplichtingen met betrekking tot pandemische paraatheid. Zodoende heeft dat logischerwijs ook nooit aan de orde kunnen zijn op welk moment en op welke wijze dan ook.

Wel vraagt de NAVO van bondgenoten om hun zorgsysteem zo in te richten dat dit voorbereid is op crisis en conflict, zodat de continuĂŻteit van de zorg voor militairen en burgers te allen tijde in stand gehouden kan worden. Dat is een begrijpelijke vraag, want we moeten in een dergelijke situatie goed voor onze soldaten zorgen.

Infectieziekten zijn een van de dreigingen waar de zorg zich tegen moet wapenen.

Deze inzet is in lijn met de kabinetsbrede brief ‘Weerbaarheid tegen hybride en militaire dreigingen’ die 6 december 2024 aan de Kamer is verzonden. Daarin wordt in samenhang uiteengezet wat een weerbare maatschappij inhoudt en welke opgave er ligt om deze te bereiken. De zorg maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. In de uitwerking wordt rekening gehouden met verschillende dreigingen, zowel qua omvang als qua impact: (hybride) conflicten, natuurrampen of pandemieĂ«n.

Vraag 5

Kan u deze vragen afzonderlijk en binnen de normale termijn van drie weken beantwoorden?

Antwoord 5

Helaas is mij dat niet gelukt.


  1. Handelingen II 2024/2025, nr. 17, item 8.↩

  2. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 2660.↩

  3. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 2349.↩

  4. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 2660.↩