Geannoteerde agenda informele Landbouwraad te Kopenhagen, 7-9 september 2025
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2025D35822, datum: 2025-08-27, bijgewerkt: 2025-09-04 15:37, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1724).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1724 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2025Z15496:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-09-01 12:00: Landbouw- en Visserijraad (informeel), 7-9 september (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-09-02 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-10 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1724 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2025
Van 7 tot en met 9 september a.s. vindt in Kopenhagen een informele Landbouwraad (hierna: informele Raad) plaats met als hoofdthema «Concurrentievermogen en het versnellen van de groene transitie in de EU agri-food sector». Met deze brief informeer ik de Kamer over de agenda van de informele Raad en de Nederlandse inbreng. Ook informeer ik de Kamer met deze brief over de onderhandelingen over het Omnibusvoorstel met betrekking tot het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
I. Informele Raad: Verbeteren concurrentievermogen en versnellen groene transitie in de EU agri-food sector
Het Deens voorzitterschap heeft als leidraad voor de discussie een tweetal vragen geformuleerd. Het heeft de lidstaten gevraagd hoe de Europese Unie (hierna: EU) innovatie en investeringen in de agri-food sector kan stimuleren om betaalbaar, veilig en gezond eten te produceren en welke veranderingen in het EU rechtsstelsel nodig zijn om boeren betere toegang te geven tot de nodige instrumenten om de groene transitie te realiseren.
Voor Nederland is het investeren in innovatie een speerpunt. Kennisontwikkeling en innovatie zijn essentieel voor een toekomstbestendige land- en tuinbouw en visserij. Nederland heeft goede ervaringen met het stimuleren van innovaties via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het Europees Innovatie Partnerschap (EIP) is daarbij een belangrijk instrument. Daarmee ondersteunen we ondernemers om in samenwerkingsverbanden innovaties te realiseren.
De Europese Commissie streeft met het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) naar een beter evenwicht tussen verschillende doelen: inkomenssteun, duurzaamheid, klimaat, milieu, biodiversiteit, concurrentievermogen en vitaal platteland. Nederland ziet daarbij kansen voor het versterken van het verdienvermogen van agrarisch ondernemers, zodat het nieuwe GLB een bijdrage levert aan de betaalbaarheid van voedsel.
Het nieuwe GLB geeft bovendien goede mogelijkheden om kennisverspreiding te versterken en het Agrarisch Kennis en Innovatie Systeem (AKIS) door te ontwikkelen, bijvoorbeeld door te investeren in praktijknetwerken, experimenteerlocaties, demonstratiebedrijven en scholing. Nederland steunt de Europese Commissie in haar ambitie om onderzoek dat in het kader van Horizon Europe wordt uitgevoerd meer ondersteunend te laten zijn aan innovatie.
Nederland heeft wat innovatie betreft ook interesse in biotechnologie. Dit is een baanbrekende technologie met zeer diverse toepassingen, ook op het gebied van voedselproductie. Innovatie in de plantenveredeling kan er bijvoorbeeld aan bijdragen dat gewassen beter bestand zijn tegen droogte, ziekten en plagen. Door de veelheid aan toepassingen kan biotechnologie een grote bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven waar Nederland en de EU voor staan. Daarnaast kan biotechnologie de economie van Nederland en de EU nu en in de toekomst helpen versterken. Om die redenenheeft Nederland een positieve grondhouding ten aanzien van de EU Biotech Act, die eind dit jaar wordt verwacht.
Wat betreft het EU rechtsstelsel streeft Nederland naar toekomstbestendige en proportionele wetgeving en procedures voor biotechnologische innovaties. Daarbij hoort ook het evalueren van toelatingsprocedures. Zo zal Nederland tijdens de Raad aandacht vragen voor het versnellen van de markttoegang van biologische gewasbeschermingsmiddelen. Nederland zet daarbij in op gerichte wijzigingen van de Verordening (EG) Nr. 1107/2009, waaronder de toevoeging van een definitie van biologische actieve stoffen die breedwerkende toxische stoffen uitsluit en vereenvoudigde procedures, waardoor biologische laag-risicoproducten sneller de markt op kunnen worden gebracht.
II. Omnibusvoorstel Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
Zoals toegezegd in het schriftelijk overleg van 18 juni 2025, informeer ik uw Kamer hierbij over de voortgang van de onderhandelingen over het Omnibusvoorstel met betrekking tot het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In de desbetreffende Raadswerkgroep bestaat overeenstemming over de meeste voorstellen van de Commissie. Op vijf punten lijkt echter een meerderheid van lidstaten voor aanpassing van het voorstel te zijn. Ten eerste kan de «één controle per jaar»-regel beter uitvoerbaar worden als deze wordt geformuleerd als een inspanningsverplichting voor lidstaten. Dit komt tegemoet aan de wens van Nederland. Ook het tweede punt, wat betreft de verduidelijking in het voorstel dat de prestatieverantwoording komt te vervallen per financieel jaar 2025, is iets waar Nederland voor heeft gepleit.
Bij de overige drie discussiepunten heeft Nederland aandachtspunten. Het betreft allereerst het schrappen van de twee nieuwe crisisinterventies en de bijbehorende beperking van het gebruik van de Europese landbouwreserve. Nederland steunt het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, maar een meerderheid van de lidstaten ziet hier dusdanig ingrijpende wijzigingen in, dat die zouden moeten worden meegenomen in het GLB-voorstel voor de volgende MFK-periode. Hetzelfde geldt voor het verbeteren van databeheer en datasystemen. Ten derde wil een meerderheid van de lidstaten dat niet alleen volledig biologisch gecertificeerde landbouwbedrijven automatisch voldoen aan de meeste goede landbouw- en milieucondities, maar ook alle andere biologische gecertificeerde percelen. Nederland kan met deze aanpassing instemmen, mits deze bepaling niet verder wordt opgerekt.
Het is nog onduidelijk of met bovenstaande aanpassingen een compromis kan worden bereikt. Nederland heeft een constructieve grondhouding en blijft pleiten voor snelle besluitvorming, zodat de inzet op vereenvoudiging en verbetering al in 2026 effect kan hebben.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma