[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag informele Raad voor Concurrentievermogen 17 en 18 juli 2025

Raad voor Concurrentievermogen

Brief regering

Nummer: 2025D35824, datum: 2025-08-27, bijgewerkt: 2025-09-01 18:25, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-677 Raad voor Concurrentievermogen.

Onderdeel van zaak 2025Z15497:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 677 Brief van de minister van Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2025

Op 17 en 18 juli 2025 vond de informele Raad voor Concurrentievermogen plaats in Kopenhagen. Deze Raad stond in het teken van de onderdelen onderzoek & innovatie en interne markt & industrie. Met deze brief stuur ik u het verslag van de Raad. Het verslag over het onderdeel onderzoek en innovatie stuur ik u mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Tevens maak ik graag van deze gelegenheid gebruik om het position paper ‘Call for a Resilient and Competitive European Maritime Industry’ met uw Kamer te delen. Dit gezamenlijke Nederlands-Duitse paper biedt concrete bouwstenen voor de totstandkoming van een Europese Maritieme Industriestrategie en wordt inmiddels door meerdere lidstaten gesteund. Dit paper is gedeeld met de Europese Commissie, zodat het als input kan dienen voor de European Maritime Industry Strategy waar de Commissie aan werkt.

De minister van Economische Zaken,

V.P.G. Karremans

Onderzoek en Innovatie (17 juli 2025)

Dit deel van het verslag is mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en gaat enkel over het onderzoeks- en innovatiedeel van de Raad.

Een gezamenlijke Europese inspanning voor de ontwikkeling van strategische technologieën

Beleidsdebat

De Raad besprak op welke manier lidstaten beter kunnen samenwerken om sterke Europese onderzoeksecosystemen op het terrein van strategische technologieën te creëren.

Het voorzitterschap gaf aan dat onderzoek & innovatie belangrijk is voor de autonomie van de EU. Als de EU een leidende positie in kan nemen op strategische technologieën, versterken we ons concurrentievermogen. Hiervoor is het noodzakelijk dat lidstaten over grenzen heen samenwerken in sterke ecosystemen en hierin zowel publiek als privaat investeren. Deze samenwerking moet niet alleen resulteren in ontwikkeling van strategische technologieën maar deze technologieën moeten ook commercieel kunnen worden toegepast. Dit kan alleen als opschaling richting markt verbeterd wordt.

De lidstaten onderschreven dat om de positie van de EU te versterken, de samenwerking tussen ketenpartijen (o.a. kennisinstellingen en bedrijven) via ecosystemen versterkt moet worden. Hiertoe zijn ook talent en infrastructuren nodig. De beste partijen dienen in ecosystemen met elkaar te worden verbonden. Dit kan wel betekenen dat niet alle lidstaten een dergelijke partij binnen hun grenzen hebben. Dit vraagt om coördinatie op EU-niveau waarbij lidstaten nauw betrokken worden.

Lidstaten gaven verder aan dat er naast opschaling richting de markt ook maatschappelijke acceptatie nodig is voor technologische ontwikkelingen, anders zal implementatie lastig zijn.

Nederland onderschreef dat we in ecosystemen dienen samen te werken aan strategische technologieën om onze gezamenlijke uitdagingen aan te pakken. Om tot de beste oplossingen te komen moeten de activiteiten in de lidstaten complementair aan elkaar zijn. Er moet focus aangebracht worden en middelen dienen te worden gebundeld. Het is belangrijk dat we ecosystemen beter en gerichter benutten. Nederland verwelkomde in het bijzonder de focus op start-ups en scale-ups om het concurrentievermogen te versterken. Het is belangrijk dat er gerichte opschalingsmogelijkheden voor start-ups en scale-ups zijn.

De Europese Commissie stelde dat ze in het volgende Meerjarig Financieel Kader ecosystemen wil versterken en ook wil inzetten op de noodzakelijke infrastructuren om strategische technologieën te ontwikkelen. Dit vraagt om de juiste investeringen via Horizon Europe, maar zeker ook om de juiste regelgeving, zoals ingezet onder de start-up en scale-up strategie.1

Onderzoeks- en innovatie-inspanningen in het volgende MFK

Beleidsdebat

Op 17 juli besprak de Raad het voorstel van de Europese Commissie voor een eigenstandig kaderprogramma voor onderzoek en innovatie welke een dag voor dit debat (16 juli) was gepubliceerd.

Eurocommissaris Zaharieva presenteerde het voorstel en benadrukte het belang van een eigenstandig en sterk Horizon Europe met een afgebakend budget. Het programma zal bijdragen aan een sterk en welvarend Europa, zowel voor bedrijven als samenleving waarbij fundamenteel en ongebonden onderzoek wordt gezien als de cruciale basis voor innovatie. Daarnaast wordt de samenwerking tussen publieke en private instellingen versterkt zodat er meer impact kan worden bereikt. Tevens is er in het voorstel meer aandacht voor opschaling van innovaties. Deze inzet levert een belangrijke bijdrage aan het verhogen van publieke en private investeringen in onderzoek en innovatie in de lidstaten en het bereiken van de doelstelling om minimaal 3% van het bruto binnenlands product (bbp) van de Unie aan onderzoek en ontwikkeling te besteden. Een grote wijziging ten opzichte van het huidige kaderprogramma is dat het voorgestelde programma niet langer enkel civiel zal zijn, maar ook inzet op dual-use onderzoek en innovatie. Om impact te vergroten is er een sterke koppeling tussen Horizon Europe en het Europese Concurrentievermogenfonds (ECF). Het is nu zaak om gezamenlijk de voorstellen verder uit te werken.

Lidstaten gaven aan niet vooruit te kunnen lopen op budgetten en standpuntbepaling met betrekking tot het Meerjarig Financieel Kader. In reactie op de presentatie van de Eurocommissaris deelden lidstaten wel eerste indrukken. Hierbij werd een eigenstandig kaderprogramma met een afgebakend budget verwelkomd, onder meer vanwege de belangrijke rol die onderzoek en innovatie hebben als fundament voor concurrentievermogen. Ook werd er positief gereageerd op voortzetting van de pijlerstructuur waarbij de hele kennisketen wordt ondersteund via het excellentiecriterium. Het voorstel sluit aan bij de adviezen van o.a. Mario Draghi. De openheid van het programma en de mogelijkheid tot deelname van niet-EU-landen werd breed verwelkomd. Er werd wel aangegeven dat de samenhang tussen het ECF en Horizon Europe nog niet duidelijk is en nadere uitwerking verdient, onder andere ten aanzien van de implementatie van dual-use. Ook stelden lidstaten dat de rol van nationale overheden en veldpartijen in de governance van Horizon Europe nog niet goed gedefinieerd is.

In navolging van de andere lidstaten verwelkomde Nederland het voorstel voor een eigenstandig Horizon Europe dat zowel aan het korte als aan het lange termijn concurrentievermogen bijdraagt en waarbij de hele kennisketen bediend wordt door middel van de voorgestelde pijlerstructuur. Ook verwelkomde Nederland de inzet vanuit de Europese Commissie om in te zetten op versimpeling voor deelnemers.

Uw Kamer wordt, via de BNC-procedure, nader meegenomen in de beoordeling van het voorstel voor het tiende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie.

Interne markt en industrie (18 juli 2025)

Introductie

Het onderdeel interne markt & industrie stond in het teken van kritieke technologieën, in het bijzonder kwantum- en biotechnologie.

Het Deens voorzitterschap stelde in een plenaire sessie dat Europa kansen misloopt in de commercialisatie van academisch onderzoek. De boodschap was dan ook dat het Europees innovatiepotentieel drastisch omhoog moet om het EU-concurrentievermogen te versterken. Daarbij riepen de door het voorzitterschap uitgenodigde sprekers uit de biotechnologiesector op tot minder regelgeving, snellere vergunningenprocedures en meer investeringen.

De verschillende (niet besluitvormende) beleidsdiscussies vonden plaats in break-outsessies met vijf andere lidstaten. Nederland was ingedeeld met Cyprus, Hongarije, Kroatië, Spanje en Zweden. De standpunten van andere lidstaten zijn daarom niet in deze discussies besproken. Wel zijn er aan het einde plenaire conclusies gedeeld.

Versterking van het concurrentievermogen van de EU op biotechnologie

Beleidsdebat

De oorlog in Oekraïne, de assertieve opstelling van China, en toegenomen geopolitieke concurrentie op gebieden zoals energie, technologie, voedsel en gezondheid leiden tot druk op het wereldwijde economische systeem. Daarmee hebben deze geopolitieke ontwikkelingen de urgentie voor open strategische autonomie vergroot. De Raad besprak hoe schone technologieën zoals biotechnologie daarin een sleutelrol kunnen spelen.

Een van de belangrijkste conclusies van de lidstaten tijdens deze break-outsessie was dat de EU in de ontwikkeling van biotechnologie zowel snelheid als veiligheid moet bieden, waarbij gezien de huidige geopolitieke situatie extra focus moet komen op snelheid. Daarbij is vereenvoudiging van de regelgeving cruciaal. EU-harmonisatie en regulatory sandboxes zijn effectieve manieren om de regelgeving te vereenvoudigen en innovatie te bevorderen. Nederland benadrukte het belang van een faciliterend regelgevend kader met oog voor veiligheid voor mens en milieu.

Verder is het voor het optimaliseren van innovatiepotentieel nuttig als de EU ervaringen uit de gezondheidssector gebruikt in andere biogebaseerde sectoren zoals voeding, landbouw en materialen. Voor schaalvergroting kan de EU inspiratie opdoen in andere regio's waar infrastructuur voor schaalvergroting en risicodragend kapitaal aanwezig is. Verder zal nauwe en vroegtijdige publiek-private samenwerking helpen bij het inspelen op de behoeften van de consument en de industrie en zo de marktvraag versterken.

Ondernemerschap en innovatie

Beleidsdebat

Tijdens deze break-outsessie besprak de Raad welke randvoorwaarden geschept moeten worden om concurrentievermogen te bevorderen en de innovatiekloof met andere marktblokken te dichten. Ook hier werden versnelde vergunningverleningsprocedures en eenvoudige regelgeving genoemd. Een concreet idee dat hierbij naar voren werd gebracht was het oprichten van een feitenbank en om belanghebbenden van elkaar te laten leren om zo flexibelere regelgeving en eenvoudigere procedures voor EU-marktgoedkeuring tot stand te brengen. Ook de aangekondigde voorstellen voor een 28ste regelgevend regime en een innovatieverordening werden hierbij genoemd.

Tot slot werd het belang genoemd van het vergroten van het bewustzijn van commercialisering in de instelling van onderzoekers en het bevorderen van nauwere samenwerking tussen onderzoek en bedrijven.

Concurrentievermogen van de schone energie-industrie

(Lunchdebat)

Tijdens het lunchdebat besprak de Raad welke Europese initiatieven bijdragen aan het adresseren van de knelpunten voor het concurrentievermogen van de schone energie-industrie. Vragen die opkwamen waren bijvoorbeeld hoe publiek-private samenwerking kan worden gestimuleerd en hoe de waardeketens voor deze sector kunnen worden versterkt.

Nederland heeft gepleit voor de ontwikkeling van Europese lead markets voor de versnelling en afname van schone energietechnologieën en voor een degelijke en samenhangende uitvoering van de Net Zero Industry Act. Daarnaast heeft Nederland het belang benadrukt van overkoepelende maatregelen die het gelijk speelveld versterken en die tegelijk bijdragen aan de verduurzaming van de Europese schone energie-industrie.


  1. Kamerstuk 22 112, nr. 4098↩︎