[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Asielnoodmaatregelenwet / voorgesteld artikel 108a Vw 2000

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet)

Brief regering

Nummer: 2025D36011, datum: 2025-08-29, bijgewerkt: 2025-09-04 16:28, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36704 -80 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet).

Onderdeel van zaak 2025Z15570:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 704 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet)

Nr. 80 Brief van de minister van Asiel en Migratie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 augustus 2025

Op donderdag 3 juli jl. heeft uw Kamer de Asielnoodmaatregelenwet aangenomen.1 Onderdeel van dit wetsvoorstel is het aangenomen amendement-Vondeling.2 Dit amendement strekt tot het toevoegen van een nieuw artikel 108a aan de Vreemdelingenwet 2000, houdende de strafbaarstelling als misdrijf van het in Nederland verblijven door een meerderjarige vreemdeling die weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat dat verblijf niet rechtmatig is. Doel van het amendement is de illegale komst naar en illegaal verblijf in Nederland te voorkomen en bestrijden en daarmee illegaal verblijf in Nederland onaantrekkelijker te maken.

Voorafgaand aan de stemming rezen in uw Kamer vragen over de situaties waarin derden die een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf helpen strafbaar zijn. In reactie daarop gaf ik aan dat en waarom ik het niet in de rede vond liggen dat hulpverlening door bijvoorbeeld kerken of het Leger des Heils zou worden vervolgd of bestraft maar heb ik ook benadrukt dat ik geen definitief uitsluitsel kan geven over de vraag hoe het Openbaar Ministerie en de rechtspraak het artikel zullen interpreteren. Ik heb dan ook toegezegd om, zodra het wetsvoorstel in de Tweede Kamer zou zijn aangenomen, de Raad van State te vragen te adviseren over mogelijke strafbaarheid van derden, welk verzoek ik op 11 juli jl. heb gedaan.3 Op 29 augustus jl. is deze voorlichting openbaar gemaakt op de website van de Raad van State.

Zoals u weet vind ik voortvarende behandeling van de Asielnoodmaatregelenwet van groot belang. Dit om de asielprocedure zo spoedig mogelijk te versimpelen, niet meewerken aan procedures tegen te gaan en de instroom te verminderen. Ook tijdens mijn werkbezoeken is mij duidelijk geworden hoe groot het belang daarvan is. Ik bedank bij deze dan ook de Raad van State dat ze hun voorlichting met spoed hebben opgesteld. De Afdeling advisering ziet het, blijkens de voorlichting, als een reële mogelijkheid dat het verlenen van hulp aan iemand die illegaal verblijft in Nederland een vorm van medeplegen of medeplichtigheid is.

De hulpverlener maakt het immers mogelijk dat die persoon illegaal in Nederland kan blijven. Ook bij beperkte vormen van hulp, zoals het geven van een kop soep, kan al sprake zijn van medeplichtigheid. Er kan zelfs sprake zijn van medeplegen wanneer de hulpverlener intensiever bij de vreemdeling betrokken is, gedurende een langere tijd hulp verleent of de vreemdeling helpt om uit het zicht van de overheid te blijven.

De strafbaarstelling van illegaal verblijf kan bijdragen aan een betere grip op migratie. Iemand die geen recht heeft op verblijf hoort hier niet thuis en zal moeten vertrekken naar het land van herkomst. Dat staat voor mij buiten kijf. Eerder in deze brief wees ik u al op de discussie of hulp van derden strafbaar is. Uit de voorlichting van de Raad van State blijkt dat dat inderdaad een reëele mogelijkheid is. Dat brengt mij tot de conclusie dat ik een wijziging op de wet ga schrijven in de vorm van een novelle. Alles afwegende, inclusief de voorlichting van de Raad van State, kies ik ervoor dat hulpverlening niet strafbaar zal zijn door zowel medeplegen als medeplichtigheid uit te sluiten. De strafbaarstelling van illegaliteit zelf, houd ik in stand.

In de praktijk van het strafrecht bestaat tussen medeplegen en medeplichtigheid een vloeiende overgang. Ik kies er bewust voor om beide uit te sluiten. Ik wil een duidelijke grens trekken, zodat procedures over grensgevallen worden voorkomen. Dit draagt bij aan de rechtszekerheid en past bij de verwachting dat het bij die hulp in de regel zal gaan om situaties waarin de betrokkenen uit menselijkheid of humanitaire motieven hebben gehandeld. In dit verband is van belang te vermelden dat tegen handelen door derden uit winstbejag of met het oog op uitbuiting van een illegale vreemdeling al op grond van bestaande wetsbepalingen kan worden opgetreden (denk aan mensensmokkel of mensenhandel).

Ik zal dus zo spoedig mogelijk een novelle met bovenstaande strekking in consultatie brengen. Zoals eerder aangegeven ga ik graag zo spoedig mogelijk met uw Kamer in gesprek over het voorgaande.

De minister van Asiel en Migratie,

D.M. van Weel


  1. Kamerstuk 36 704.↩︎

  2. Kamerstuk 36 704, nr. 44.↩︎

  3. Zie antwoord op Kamervragen van het lid Diederik van Dijk, Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 2644, antwoord op Kamervragen van het lid Boomsma, Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 2652, de mededelingen gedaan tijdens het tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid op 3 juli jl. en de brief aan de Afdeling advisering van de Raad van State, Bijlage bij Kamerstuk 36 704, nr. 7.↩︎