Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over misstanden in Jeugdinrichtingen en de gevolgen voor jonge gedetineerden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D36097, datum: 2025-08-29, bijgewerkt: 2025-09-01 15:22, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2935).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2025Z12242:
- Gericht aan: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2935
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over misstanden in Jeugdinrichtingen en de gevolgen voor jonge gedetineerden (ingezonden 16 juni 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 29 augustus 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2674.
Vraag 1
Bent u bekend met de documentaire «Dubbel gestraft», en specifiek aflevering 6, waarin op schrikbarende wijze naar boven komt hoe er wordt omgegaan met sommige jonge gedetineerden en waarin zelfs melding wordt gemaakt van seksueel misbruik?1
Antwoord 1
Ja. Aflevering 6 van de documentaire «Dubbel gestraft» gaat over zowel de Penitentiaire Inrichting (PI) Zaanstad, waar een meerderjarige zich het leven heeft benomen, als over benoemde misstanden in de Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s).
Vraag 2
Hoe kan het dat in sommige gevallen bezorgde ouders dagenlang niets te horen krijgen over de situatie van hun kind, waaronder ook in voorarrest?
Antwoord 2
Bij het gevangeniswezen mag de gedetineerde contact hebben met de buitenwereld via brieven en telefoon en mag de gedetineerde bezoek ontvangen. Het kan zijn dat een gedetineerde in beperkingen is geplaatst door de officier van justitie tijdens het voorarrest. Dit kan inhouden dat de gedetineerde geen contact mag hebben met andere gedetineerden of de buitenwereld, behalve zijn advocaat.
In een JJI wordt altijd contact opgenomen met de ouders van minderjarige jeugdigen. Bij binnenkomst krijgt de jeugdige de gelegenheid om de ouders te bellen. Het benaderen van de ouders door de JJI gebeurt bij meerderjarigheid met toestemming van de betrokken jeugdige. Wanneer er sprake is van (alle) beperkingen, zal er mogelijk geen rechtstreeks contact tussen ouders en de jeugdige mogelijk zijn, maar wordt door de inrichting wel contact met de ouders opgenomen. Deze werkwijze is opgenomen in de huisregels van de Rijks JJI.
Vraag 3
Hoe kan het volgens u dat de behandeling van sommige jeugdige gedetineerden zo ernstig tekort heeft geschoten, zoals geen hulp bij suïcidale gedachten en de jongere zelfs de middelen in handen te geven om suïcide te plegen?
Antwoord 3
Wanneer bij binnenkomst in een PI bekend is dat een gedetineerde psychische problematiek heeft, wordt daarover contact opgenomen met de medische dienst. Daarnaast vindt bij alle gedetineerden die de PI binnenkomen in de eerste 24 uur na binnenkomst een medische intake plaats waarin aandacht is voor suïcidaliteit. Deze werkwijze is opgenomen in een werkinstructie voor het inschakelen van medische ondersteuning. Indien er sprake is van verhoogd risico op suïcidaliteit wordt de huisarts als eerste geraadpleegd. Ook kan de psycholoog (onder kantoortijden) gevraagd worden om de gedetineerde zo snel mogelijk te bezoeken. Buiten kantoortijden kan overleg plaatsvinden met de dienstdoende huisarts, indien nodig komt deze in huis. In de avond-, nacht- en weekenduren is er ook een psychiater beschikbaar die telefonisch mee kan denken en advies kan geven aan de huisarts. De zorgprofessionals beoordelen het mogelijke gevaar dat de gedetineerde vormt voor zichzelf en/of medegedetineerden. Bij de stappen die vervolgens worden ondernomen staan het maken van contact en het behoud van autonomie voorop. Als het gevaar daarmee onvoldoende kan worden beperkt kunnen dwangmaatregelen worden ingezet.
Vraag 4
Wat vindt u van de handelwijze van de penitentiaire inrichting in het geval van overlijden van de jongere en het contact met de nabestaanden hierover zoals naar voren komt in de documentaire?
Antwoord 4
Wanneer een gedetineerde komt te overlijden is dit zeer ingrijpend voor de nabestaanden. DJI doet altijd zijn best om hen zo goed mogelijk te informeren. Ik betreur het als nabestaanden zich niet altijd goed geïnformeerd achten. Er is een uniforme richtlijn «overlijden in een justitiële inrichting.» Hierin staat beschreven dat het dienstdoend directielid verantwoordelijk is voor het informeren van de nabestaanden. Verder worden nabestaanden in de gelegenheid gesteld om in de inrichting mondeling geïnformeerd te worden, nadat een calamiteitenonderzoek heeft plaatsgevonden. Indien gewenst kan hen de cel van de gedetineerde getoond worden en kunnen zij persoonlijke bezittingen van de overleden gedetineerde meenemen. Ik onderschrijf het belang van deze handelwijze.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat er voorbeelden worden aangehaald van klachten van jongeren die niet in behandeling worden genomen en ook uit de klachtenbus worden verwijderd?
Antwoord 5
Klachten van justitiabelen moeten altijd ongezien bij de juiste functionaris komen en in behandeling worden genomen. Er zijn diverse mogelijkheden waarop justitiabelen hun klachten kunnen indienen. Bijvoorbeeld bij de mentor, bij een afdelingshoofd, bij de maandcommissaris of rechtstreeks bij de commissie van toezicht.
Vraag 6
Kunt u reflecteren op de conclusie in de documentaire, dat net als bij de afleveringen over het machtsmisbruik van personeel bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), dit ook gebeurt bij de inrichtingen waar jeugdigen zitten?
Antwoord 6
In verschillende afleveringen van de documentaire «Dubbel gestraft» wordt gesproken met gedetineerden die machtsmisbruik hebben ervaren. In aflevering 6 van de documentaire spreekt ook een jeugdige justitiabele over zijn ervaringen. Het onrechtmatig gebruik van een positie keur ik te allen tijde af. Op de afdelingen wordt met meerdere personen per dienst gewerkt op een groep jongeren. DJI-medewerkers dienen te allen tijde in elkaars zicht te werken. Dit bevordert de veiligheid van collega’s en de jongeren. De medewerkers evalueren dagelijks elke dienst.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat er zelfs voorbeelden worden genoemd van seksuele relaties tussen personeelsleden en minderjarigen? Zijn deze meldingen bij u en/of bij DJI bekend?
Antwoord 7
Alle vormen van niet-integer gedrag, zoals relaties tussen medewerker en justitiabele (minder- of meerderjarig), zijn volstrekt onacceptabel. Deze vormen van gedrag zijn reden voor ontslag.
Voor het antwoord op het tweede deel van de vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 8.
Vraag 8
Op welke plekken is bekend geworden dat deze misstanden plaatsvinden en is hier toen wel of niet direct een einde aan gemaakt?
Antwoord 8
Het is bekend dat er misstanden hebben plaatsgevonden. Wanneer de directie van een justitiële inrichting signalen ontvangt van ongepaste gedragingen dan handelt zij naar bevind van zaken. Dit kan zijn dat de feiten evident zijn en de ernst van de situatie aanleiding geven tot rechtspositioneel handelen, namelijk het aanzeggen van ontslag op staande voet of overplaatsing gedurende onderzoek wanneer feiten nog niet helder zijn. Ernstige incidenten in een inrichting worden door middel van een «melding bijzonder voorval» gemeld aan de dienstleiding van de DJI. In een «melding bijzonder voorval» wordt het incident in een categorie ingedeeld, bijvoorbeeld «geweldsincidenten», of, zoals in dit geval toepasselijk: «(Mogelijk) strafbare of anderszins laakbare feiten van een personeelslid(leden) jegens justitiabele(n) waaronder seksueel misbruik, seksuele intimidatie of ongeoorloofde relaties.»
Van incidenten van zekere ernst worden piketmeldingen opgesteld. Hiervan wordt maandelijks een overzicht gepubliceerd op de website van de DJI.2 Daarnaast hebben de JJI’s een meldplicht op basis van het meldkader Jeugd.3
Vraag 9
Is er voor u reden om onderzoek te doen naar het (seksueel) grensoverschrijdend gedrag van personeel van jeugdinrichtingen richting de jongeren?
Antwoord 9
Zoals beschreven staat in het antwoord op vraag 8 wordt bij vermoedens van dergelijke misstanden altijd onderzoek gedaan en actie ondernomen. Alle misstanden die bekend zijn, zijn onderzocht.
Vraag 10
Hoe gaat u zorgen voor meer transparantie vanuit Justitie en de jeugdinrichtingen richting de ouders of andere familieleden?
Antwoord 10
Het betrekken van ouders/het gezinssysteem is reeds een belangrijk onderdeel van het verblijf in de JJI’s. De mentor speelt in het oudercontact een belangrijke rol om bijvoorbeeld betrokken te worden bij activiteiten en zij worden zo veel als mogelijk betrokken bij de perspectiefplanbesprekingen. Wanneer er sprake is van meerderjarige jeugdigen wordt aan hen altijd toestemming gevraagd om de ouders/verzorgers te betrekken en te informeren.