Beoordeling voorstel Commissie betreffende verdere wederzijdse tariefliberalisatie tussen de EU en Moldavië
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2025D36114, datum: 2025-08-29, bijgewerkt: 2025-09-01 10:18, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4119 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2025Z15607:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-09-02 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Op 28 juli 2025 jl. heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een voorstel gedeeld voor een Raadsbesluit betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Associatiecomité, ingesteld bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Moldavië, anderzijds, met betrekking tot de verlaging en afschaffing van douanerechten. Het standpunt betreft een aanpassing van het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA), het handelsverdrag met Moldavië dat onderdeel vormt van het Associatieakkoord tussen de EU en Moldavië, voor de verdere verdieping van de wederzijdse tariefliberalisatie tussen de EU en Moldavië.
Deze brief zal eerst de inhoud van het voorstel bespreken, om vervolgens de kabinetspositie ten aanzien van het voorstel toe te lichten.
Inhoud van het voorstel
Het voorstel omvat drie onderdelen: (1) een markttoegangspijler; (2) een productiestandaardenpijler, waarbij van Moldavië verwacht wordt EU-productiestandaarden uit het EU-acquis over te nemen; en (3) een vrijwaringsmaatregelenpijler.
In de afspraken over wederzijdse markttoegang wordt de bestaande markttoegang, die voor industriële producten al volledig is, over en weer verder verbeterd voor landbouwproducten. Voor de markttoegang tot de Europese Unie wordt daarbij onderscheid gemaakt in twee productgroepen: producten die volledig geliberaliseerd worden en producten waarop de tariefcontingenten verhoogd worden. In deze eerste categorie vallen de producten knoflook en druivensap, waarvoor geen tarieven of tariefcontingenten meer zullen gelden. Ook voor tomaten wordt de handel geliberaliseerd, zij het met behoud van een heffing onder het toegangsprijssystem. Voor pruimen, tafeldruiven, kersen, en appelen worden de bestaande tariefcontingenten aanzienlijk verhoogd.
Voor de verruiming van de markttoegang tot Moldavië kunnen varkensvlees-, pluimveevlees- en zuivelproducten rekenen op een verruiming van de tariefcontingenten aan Moldavische zijde. Voor alle overige producten blijven de bestaande afspraken van het Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) van toepassing.
De productiestandaardenpijler voorziet in verdere implementatie van EU-productiestandaarden door Moldavië. Het gaat hierbij om EU-wetgeving op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen, pesticiden en bescherming van water tegen verontreiniging. De Commissie heeft geen overname van EU dierenwelzijnsregelgeving in de voorwaarden opgenomen aangezien er geen additionele markttoegang voor dierlijke producten wordt verleend. De implementatie van EU-regelgeving helpt Moldavië haar nationale regelgeving verder in lijn te brengen met het EU acquis, een voorwaarde in het EU-toetredingsproces. Ook draagt het bij aan een meer gelijk speelveld met Europese landbouwproducenten. In de afspraken met Moldavië wordt de verhoging van specifieke tariefcontingenten voorwaardelijk gemaakt aan implementatie van deze standaarden uiterlijk per 31 december 2027, met jaarlijkse rapportage door Moldavië over de voortgang hierop.
De vrijwaringspijler biedt de EU en Moldavië de mogelijkheid tot het nemen van vrijwaringsmaatregelen in het geval van marktverstoringen met negatieve consequenties. Voor de EU kan dit ook het geval zijn bij marktverstoringen op het niveau van één of enkele lidstaten.
Naast deze drie pijlers hebben Moldavië en de Commissie afgesproken dat in 2027 een nieuwe evaluatie plaats zal vinden, om te bezien of verdere wederzijdse liberalisatie mogelijk is.
Kabinetspositie ten aanzien van het voorstel
Het kabinet heeft de tijdelijke verruiming en opschorting van importquota voor producten uit Moldavië eerder verwelkomd vanwege de negatieve economische consequenties die Moldavië ondervindt als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. Waar nodig zet het kabinet zich in om steun te leveren aan Moldavië dat als buurland ook getroffen wordt door de oorlog. Dit betreft onder andere de bevordering van economische samenwerking tussen de EU en Moldavië in het kader van het bestaande Associatieakkoord. Dit voorstel van de Commissie sluit hier goed bij aan. Het kabinet is verder voorstander van een actief EU-handelsbeleid, waarin handelsakkoorden belangrijke instrumenten vormen. Implementatie en monitoring van afspraken in reeds afgesloten handelsakkoorden zijn hier een belangrijk onderdeel van. De implementatie van de afspraken in het Associatieakkoord EU-Moldavië verloopt voorspoedig. Moldavië was al voor de oorlog in Oekraïne voornemens om een verzoek in te dienen bij de Commissie voor verdere verruiming van de tariefquota voor landbouwproducten op grond van artikel 147 van het Associatieakkoord.
Het kabinet verwelkomde om deze zelfde redenen de autonome handelsmaatregelen in 20221 en de verlenging ervan in 20232 en 20243, omdat tijdelijke opschorting van importheffingen op Moldavische producten mogelijk een deel van de negatieve economische consequenties voor Moldavië als gevolg van de oorlog konden mitigeren. Na de laatste verlenging van de autonome handelsmaatregelen in 2024 heeft de Commissie aangekondigd deze niet nogmaals te verlengen, maar met een permanente oplossing te komen in de vorm van een herziening van de DCFTA-afspraken.
Gelet op het blijvende belang van economische steun aan Moldavië, kan het kabinet de voorgestelde afspraken over verruiming van de wederzijdse tariefliberalisatie met Moldavië steunen. Deze afspraken bieden een meer permanente vorm van economische steun aan Moldavië en nemen de onzekerheid rondom de jaarlijkse verlenging van de eerdere autonome handelsmaatregelen weg. Ook biedt de verdergaande markttoegang van Moldavië richting Europese bedrijven kansen voor het Europese bedrijfsleven om meer richting Moldavië te exporteren.
Het kabinet heeft zich in Brussel ingezet, in het licht van de stabiliteit in Europa, de soevereiniteit van Moldavië te versterken, in lijn met de motie-Paternotte en Brekelmans4. Hieronder valt ook ondersteuning van de Moldavische economie. In het verlengde daarvan verwelkomt het kabinet de verruiming van markttoegang voor Moldavië.
Het Kabinet betreurt de door de Commissie voorgestelde vrijwaringsclausule. Het kabinet is voorstander van de mogelijkheid tot vrijwaringsmaatregelen in de overeenkomst, om rekening te kunnen houden met mogelijke marktverstoringen op het gebied van landbouw. De vrijwaringsclausule in kwestie biedt echter de mogelijkheid om vrijwaringsmaatregelen te nemen op basis van de marktsituatie in één of enkele EU-lidstaten. Het kabinet heeft zich hier tegen uitgesproken en zal zich hier tegen uit blijven spreken, aangezien dit de integriteit van de interne markt ondermijnt.
Om voor gevoelige landbouwproducten tot een meer gelijk speelveld te komen en Moldavië te ondersteunen in het EU-toetredingsproces is het kabinet positief over de afspraken tot het overnemen en implementeren van EU-productiestandaarden door Moldavië.
Het voorliggende akkoord biedt verbetering van de markttoegang voor Moldavië ten opzichte van de markttoegang onder de huidige DCFTA. In tegenstelling tot de tijdelijke autonome handelsmaatregelen, die jaarlijks vernieuwd werden, is hierbij deze markttoegang van blijvende aard, hetgeen Moldavische landbouwexporteurs zekerheid biedt. Hoewel de markttoegang voor Moldavië minder ruim is dan onder de tijdelijke autonome handelsmaatregelen, die op 25 juli jl. zijn verlopen, neemt dit blijvende karakter de onzekerheid weg die de jaarlijkse vernieuwing van de autonome maatregelen met zich meebracht.
Tegelijkertijd stelt de Europese Commissie rekening te hebben gehouden met zorgen van Europese landbouwproducenten rondom de gevoelige productgroepen pruimen, druiven, kersen en appelen. Op deze producten zijn de tariefcontingenten uitgebreid maar niet geliberaliseerd. Hierdoor zullen de importvolumes naar verwachting niet hoger liggen dan in voorgaande jaren. Ook is het mogelijk vrijwaringsmaatregelen te nemen op alle additionele tariefcontingenten in het geval van marktverstoringen. In bredere zin is de Moldavische export naar de EU überhaupt beperkt en vooral gericht op de aangrenzende EU-lidstaten. Het is daarom de verwachting dat concurrentie voor EU marktpartijen beperkt zal blijven, te meer vanwege de kleine omvang van de Moldavische economie.
Overige beoordelingen en implicaties
Het oordeel ten aanzien van de bevoegdheid voor het voorstel is positief. Het voorstel heeft betrekking op het innemen van een standpunt ten aanzien van de verlaging en afschaffing van douanerechten. Op het terrein van gemeenschappelijke handel is sprake van een exclusieve bevoegdheid van de EU (artikel 3, lid 1, onder e, VWEU). Gezien de exclusieve bevoegdheid van de Unie op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.
Ook het oordeel ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het doel van het voorstel is om de wederzijdse markttoegang tussen Moldavië en de Europese Unie ten opzichte van de huidige DCFTA te verbeteren. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling(en) te bereiken, omdat hiermee de handelsrelaties met Moldavië, in de vorm van Moldavische landbouwexporten naar de EU en landbouwimporten vanuit de EU, wordt bestendigd, welke een belangrijke pijler is van de Moldavische economie. Ook draagt de overeenkomst bij aan het verder in lijn brengen van de Moldavische productiestandaarden met het EU-acquis, hetgeen ook van belang is voor het EU-toetredingstraject van Moldavië. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat zowel handelsliberalisatie als verdere integratie van Moldavië in de interne markt binnen het Associatieakkoord vallen.
De Commissie geeft aan dat het voorstel geen financiële impact heeft op uitgaven van de Unie, maar wel op de inkomsten, aangezien het voorstel tot minder inkomsten uit heffingsgelden zal leiden ten opzichte van de huidige afspraken onder de DCFTA. In vergelijking met de status quo van de afgelopen drie jaar (2022-2025) onder de autonome handelsmaatregelen is er juist sprake van een toename van inkomsten, aangezien er onder de autonome handelsmaatregelen helemaal geen tarieven werden geheven. De financiële implicaties zijn daarmee in zijn geheel gering. Ook levert de verlenging geen extra regeldruk en administratieve lasten op.
Het kabinet is dan ook voornemens in te stemmen met het voorstel van de Commissie om de handelsrelatie met Moldavië en de Europese Unie verder te bestendigen middels de aanpassing van het DCFTA.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Ruben Brekelmans
Kamerstukken II (2021-2022), 22 112, nr. 3443↩︎
Kamerstukken II (2022-2023), 22 112, nr. 3715↩︎
Kamerstukken II (2023-2024), 22 112, nr. 3903↩︎
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal Kamerstuk 21501-02, nr. 2854↩︎