Antwoord op vragen van de leden Podt en Paternotte over het bericht “Jongvolwassen Oekraïners tussen wal en schip: geen recht op onderwijs, geen toekomstperspectief”
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D36272, datum: 2025-09-01, bijgewerkt: 2025-09-03 12:31, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2954).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
Onderdeel van zaak 2025Z14736:
- Gericht aan: M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: A. Podt, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2954
Vragen van de leden Podt en Paternotte (beiden D66) aan de Ministers van Asiel en Migratie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Jongvolwassen Oekraïners tussen wal en schip: geen recht op onderwijs, geen toekomstperspectief» (ingezonden 16 juli 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister van Asiel en Migratie (ontvangen 1 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Jongvolwassen Oekraïners tussen wal en schip: geen recht op onderwijs, geen toekomstperspectief»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het zowel voor de Oekraïners als voor Nederland onwenselijk is dat de genoemde groep jongvolwassenen stil zit?
Antwoord 2
Ja. Het stilzitten en niet kunnen meedoen aan de samenleving is niet wenselijk; voor het individu noch voor de maatschappij. Dit geldt overigens in zijn algemeenheid voor jong en oud, ongeacht land van herkomst en/of nationaliteit.
Vraag 3 en 4
Bent u bereid de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zo aan te passen dat voor Oekraïners die onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming vallen dezelfde regels gelden als voor studenten uit de Europese Unie/ Europese Economische Ruimte (EU/EER) met betrekking tot collegegeld en studiefinanciering? Zo nee, waarom niet?
Ben u daarnaast bereid studiefinanciering beschikbaar te stellen voor Oekraïense studenten onder dezelfde voorwaarden als EU/EER-studenten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
De tijdelijke bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) loopt op dit moment tot en met 4 maart 2027. Voor de periode na de tijdelijke bescherming zet het kabinet in op een gecoördineerde Europese aanpak, inzet op ondersteuning van vrijwillige terugkeer zodra dit kan en wordt er nationaal een in tijd afgebakend transitiedocument uitgewerkt dat ondersteunend is aan terugkeer.2 In de Verzamelbrief Opvang Oekraïne d.d. 4 juli 2025 is uw Kamer nader geïnformeerd over het terugkeerbeleid en de invulling van het vrijwillig terugkeerprogramma. Binnen het terugkeerprogramma zal ondersteuning worden geboden bij (de voorbereiding van) het vertrek uit Nederland en bij het wederopbouwen van een bestaan in Oekraïne. Voor de complementariteit tussen een infrastructuur voor terugkeerders in Oekraïne met toegang tot faciliteiten en voorzieningen aldaar en het Nederlandse terugkeerbeleid is er contact met onder andere de Oekraïense autoriteiten.
Daarnaast is uw Kamer via de Verzamelbrief geïnformeerd over de hoofdlijnen van het transitiedocument. Aan het transitiedocument is een pakket van rechten, plichten en voorzieningen verbonden dat het kabinet momenteel nader uitwerkt. Uitgangspunt hierbij is om het voorzieningenniveau van ontheemden gedurende hun verblijf in Nederland zoveel mogelijk in lijn te brengen met dat van andere ingezetenen, ten behoeve van zelfredzaamheid en participatie. De positie van studenten in het vervolgonderwijs maakt onderdeel uit van deze uitwerking.3 Uw Kamer wordt hierover eind september 2025 verder geïnformeerd. In afwachting van finale besluitvorming over deze tijdelijke nationale status voor ontheemden uit Oekraïne ben ik niet voornemens om vooruitlopend daarop de huidige wet- en regelgeving aan te passen.
Vraag 5
Welke stappen heeft u tot nu toe ondernomen om onderwijsinstellingen te stimuleren hun instellingstarief aan te passen voor Oekraïense studenten, zoals bijvoorbeeld de universiteit van Maastricht heeft gedaan voor studenten in de asielprocedure?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in eerdere brieven4 biedt de huidige wet- en regelgeving ruimte voor instellingen om een lager collegegeld voor ontheemden uit Oekraïne te hanteren. Mijn ambtsvoorgangers hebben de afgelopen drie jaren meerdere oproepen richting de instellingen gedaan om waar mogelijk het collegegeldtarief te verlagen. Ik heb grote waardering voor de instellingen die dit mogelijk maken. Tegelijk is het van belang om te benadrukken dat het aan de instelling is om te bepalen welk tarief voor deze groep te hanteren, waarbij meerdere factoren een rol kunnen spelen, zoals budgettaire ruimte, beschikbare capaciteiten, maar ook de persoonlijke omstandigheden van een student. Ook hier geldt een zorgvuldige afweging van al deze factoren. En tot slot verleent OCW jaarlijks een subsidie aan de Stichting voor Vluchteling Studenten (UAF). UAF kan deze groep financieel ondersteunen, en kan waar nodig ook bemiddelen voor een lager collegegeldtarief.
Vraag 6
Hoe heeft u uitvoering gegeven aan de motie Piri c.s. (Kamerstuk 36 394, nr. 17 waarin het kabinet wordt verzocht om te komen met een plan van aanpak om ontheemden uit Oekraïne die een opleiding willen volgen of een baan willen uitoefenen in vakgebieden die van groot belang zijn voor de wederopbouw van Oekraïne, te ondersteunen? Wat heeft dit concreet opgeleverd?
Antwoord 6
Graag verwijs ik naar de Verzamelbrief opvang Oekraïne d.d. 4 juli jl. waar ingegaan wordt op het vrijwillige terugkeerprogramma. In het terugkeerbeleid zal ondersteuning daar waar mogelijk gekoppeld worden aan de wederopbouw van Oekraïne. Dit betekent bijvoorbeeld bij/omscholing en ondersteuning ontvangen bij het vinden van werk in sectoren waar Nederland een bijdrage kan leveren aan de wederopbouw, zoals o.a. in de gezondheidszorg, water of agro/landbouw. Over de verdere uitwerking hiervan wordt uw Kamer eind september 2025 geïnformeerd.
Vraag 7
Bent u met D66 van mening dat het mogelijk maken van het volgen van een opleiding voor Oekraïense jongeren ook een bijdrage kan leveren aan het oplossen van arbeidstekorten in Nederland, bijvoorbeeld door het stimuleren van het volgen van leerwerktrajecten?
Antwoord 7
In het kader van zelfredzaamheid en participatie van ontheemden zijn verschillende actielijnen geïdentificeerd voor de ontwikkeling van vaardigheden die ingezet kunnen worden in Oekraïne bij terugkomst, maar ook in Nederland zolang ontheemden hier mogen verblijven. Ik moedig regio’s aan om de samenwerking op te zoeken zodat Oekraïense jongeren zichzelf blijven ontwikkelen en het bedrijfsleven toekomstige werknemers die ze hard nodig heeft, kan opleiden. Een voorbeeld om aan te halen is het project Kansrijk Alblasserdam; een samenwerking tussen de gemeente Alblasserdam, het ROC Da Vinci college in Dordrecht en het lokale bedrijfsleven. Oekraïners volgen een mbo-opleiding met extra taalondersteuning in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en het bedrijfsleven stelt leerwerkplekken beschikbaar.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat Oekraïense jongvolwassenen ook worden gehinderd in het volgen van een opleiding door het gebrek aan Nederlands taalonderwijs voor Oekraïense ontheemden? Zo ja, bent u bereid het aanbod van Nederlands taalonderwijs te vergroten?
Antwoord 8
Het leren van de taal is een belangrijke vereiste om een opleiding te volgen en mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Daarom heeft het kabinet de afgelopen jaren extra geïnvesteerd in taallessen voor Oekraïense ontheemden. Gemeenten hebben in 2024 van het kabinet € 10 miljoen extra gekregen voor taalonderwijs aan Oekraïense ontheemden. Dit is een aanvulling op de € 15 miljoen die in 2023 ter beschikking is gesteld en de € 2 miljoen die in 2024 door het Ministerie van SZW nog is toegevoegd.
Vraag 9
Bent u daarnaast bereid met onderwijsinstellingen tot een plan van aanpak te komen om Oekraïense jongeren met een taalachterstand toch een plek binnen hun opleidingen te bieden, bijvoorbeeld met een buddysysteem of door extra taallessen?
Antwoord 9
Ik vind het belangrijk dat er in de regio goed wordt samenwerkt tussen onderwijsinstellingen en gemeenten om te voorkomen dat jongeren voortijdig uitvallen en werkloos worden. Nieuwkomers, onder wie ontheemden uit Oekraïne, zijn een kwetsbare groep en hebben een verhoogd risico op voortijdig schoolverlaten (vsv) en jeugdwerkloosheid.5 Daarom worden scholen, het Doorstroompunt en gemeenten in de Doorstroompuntregio’s verplicht om met elkaar afspraken te maken over de ondersteuning en begeleiding van nieuwkomers. Dit heb ik opgenomen in de regeling regionaal programma en Doorstroompuntfunctie 2026–2029.6 Voor deze regionale programma’s is in totaal € 90 miljoen per jaar beschikbaar. De regeling is een uitwerking van de Wet van school naar duurzaam werk die op 1 januari 2026 in werking zal treden.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen uiterlijk eind augustus te beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
NRC, 14 juli 2025, https://www.nrc.nl/nieuws/2025/07/14/jongvolwassen-oekrainers-tussen-wal-en-schip-geen-recht-op-onderwijs-geen-toekomstperspectief-a4900270↩︎
Zie Verzamelbrief opvang ontheemden Oekraïne juli 2025 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
Idem. Zie ook een eerdere reactie naar aanleiding van de vraag van Piri (GroenLinks-PvdA) in het JBZ-debat van 11 juni jl. over studenten; Kamerstukken II 2024/25, 32 317, nr. 966 (verslag van een commissiedebat).↩︎
Zie Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 2282; Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2883; Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 132.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 26 695, nr. 145.↩︎
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van, nr. MBO/50229956, houdende voorschriften inzake het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters in de jaren 2026 tot en met 2029 en de verbetering van de stap van school naar werk (Regeling regionaal programma en Doorstroompuntfunctie 2026–2029); zoals aangeboden ter internetconsultatie.↩︎