[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Wijziging van de Luchtvaartwet BES in verband met de door ICAO vastgestelde eisen voor luchtvaartnavigatiedienstverlening

Voorstel van wet

Nummer: 2025D36370, datum: 2025-08-30, bijgewerkt: 2025-09-04 11:23, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36797-2).

Onderdeel van kamerstukdossier 36797 -2 Wijziging van de Luchtvaartwet BES in verband met de door ICAO vastgestelde eisen voor luchtvaartnavigatiedienstverlening .

Onderdeel van zaak 2025Z15716:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 797 Wijziging van de Luchtvaartwet BES in verband met de door ICAO vastgestelde eisen voor luchtvaartnavigatiedienstverlening

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de Luchtvaartwet BES wordt aangepast ter naleving van de normen en aanbevolen werkwijzen aangaande luchtvaartnavigatiediensten vastgelegd in de bijlagen bij het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109);

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Luchtvaartwet BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel q komt te luiden:

q. luchtverkeer: het geheel der verplaatsingen van luchtvaartuigen in de lucht of op een terrein ingericht voor het opstijgen en landen en de daarmede verband houdende bewegingen op de grond van luchtvaartuigen, alsmede het gebruik van het luchtruim door toestellen die geen luchtvaartuigen zijn;

2. Onderdeel z komt te luiden:

z. verlener van luchtverkeersdiensten: de instanties die luchtverkeersdiensten voor het luchtverkeer verlenen;

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ae door een puntkomma, worden acht begripsomschrijvingen toegevoegd, luidende:

af. communicatiediensten: vaste en mobiele diensten ten behoeve van de luchtvaart voor grond-tot-grond, lucht-tot-grond en lucht-tot-lucht-communicatie voor luchtverkeersleidingsdoeleinden;

ag. navigatiediensten: de faciliteiten en diensten die luchtvaartuigen voorzien van informatie op het gebied van positionering en timing;

ah. luchtvaartnavigatiediensten: luchtverkeersdiensten, communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten, meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie, en luchtvaartinlichtingendiensten;

ai. luchtvaartnavigatiedienstverlener: de openbare of particuliere lichamen die luchtvaartnavigatiediensten voor het luchtverkeer verlenen;

aj. luchtverkeersleidingsdienst: dienst die wordt verricht teneinde:

1°. botsingen te voorkomen:

– tussen luchtvaartuigen, en

– tussen luchtvaartuigen en hindernissen op dat deel van de luchthaven dat is bedoeld voor het opstijgen, landen en taxiën met luchtvaartuigen, en

2°. een geordende luchtverkeersstroom tot stand te brengen en te handhaven;

ak. plaatsbepalingsdiensten: de faciliteiten en diensten voor het bepalen van de respectieve posities van luchtvaartuigen waarmee voor een veilige separatie wordt gezorgd;

al. Verdrag van Chicago: het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109);

am. luchtvaartinlichtingendienst: een binnen het vastgestelde gebied opgerichte dienst die verantwoordelijk is voor het verstrekken van luchtvaartinformatie en gegevens die nodig zijn voor de veiligheid, regelmaat en efficiency van luchtvaartnavigatie.

B

Hoofdstuk IV wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

HOOFDSTUK IV. BEVEILIGING VAN DE BURGERLUCHTVAART

2. Afdeling 1 vervalt.

3. Het opschrift van Afdeling 2 vervalt.

C

Het opschrift van Hoofdstuk VI komt te luiden:

HOOFDSTUK VI. LUCHTVERKEER EN LUCHTVAARTNAVIGATIEDIENSTEN

D

Aan Hoofdstuk VI worden de volgende artikelen toegevoegd:

Artikel 29

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, onder vastlegging van de begrenzing van de gedeelten van het luchtruim die zich bevinden boven het territoir van de openbare lichamen dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van de luchtverkeersdienstverlening heeft aanvaard, ter bescherming van de openbare veiligheid bij het gebruik van het luchtruim, ter bevordering van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer of ter bescherming van personen of zaken aan boord van het luchtvaartuig of op het aardoppervlak, regels worden gesteld aan deelnemers aan het luchtverkeer.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld betreffende:

a. de uitvoering van vluchten;

b. de met betrekking tot de uitvoering van vluchten te verstrekken inlichtingen;

c. de communicatie tussen deelnemers aan het luchtverkeer onderling en met de instanties en organisaties belast met het verlenen van luchtverkeersdiensten;

d. de in en ten behoeve van het luchtverkeer te gebruiken tekens en seinen;

e. het gebruik van het luchtruim anders dan door luchtverkeer; en

f. gedrag van het verkeer op een luchtvaartterrein.

3. Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens het eerste en tweede lid, mede met inachtneming van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer.

4. Aan de ontheffing of vrijstelling, bedoeld in het derde lid, kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 29a

1. De natuurlijke of rechtspersoon die:

a. een luchtvaartuig ter beschikking heeft of dit onder zijn verantwoordelijkheid laat deelnemen aan het luchtverkeer, en

b. daarbij gebruik maakt van luchtverkeersdienstverlening,

is een vergoeding verschuldigd ter dekking van de kosten van de luchtverkeersdienstverlening.

2. De eigenaar van het luchtvaartuig, bedoeld in het eerste lid, is hoofdelijk aansprakelijk voor de vergoeding tenzij hij op de eerste vordering de natuurlijke persoon of rechtspersoon aanwijst die het luchtvaartuig te zijner beschikking heeft en dit onder zijn verantwoordelijkheid laat deelnemen aan het luchtverkeer.

3. De hoogte van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld door de luchtverkeersdienstverlener onder goedkeuring door Onze Minister.

4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ten aanzien van de hoogte, de berekening, de vaststelling, de inning en de bekendmaking van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

5. Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden verleend van betaling van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

6. Bij ministeriële regeling kunnen regels gesteld worden omtrent de raadpleging van vertegenwoordigers van luchtruimgebruikers over het vergoedingenbeleid.

Artikel 29b

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden:

a. met inachtneming van het type en de dichtheid van het luchtverkeer, delen van het vluchtinformatiegebied Curaçao onderscheidenlijk het vluchtinformatiegebied San Juan dat zich dat zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire onderscheidenlijk Sint Eustatius en Saba bevindt, dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van de luchtverkeersdienstverlening heeft aanvaard, alsmede luchthavens aangewezen waar de daarbij bepaalde vormen van luchtverkeersdiensten worden verleend;

b. in het vluchtinformatiegebied Curaçao onderscheidenlijk het vluchtinformatiegebied San Juan dat zich dat zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire onderscheidenlijk Sint Eustatius en Saba bevindt, luchtverkeersroutes en -procedures vastgesteld, waaronder mede zijn begrepen naderings-, vertrek- en wachtprocedures, alsmede luchtverkeerspatronen.

2. Onze Minister kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens het eerste lid, mede met inachtneming van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer. Aan de ontheffing of vrijstelling kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ten aanzien van diensten voor luchtruim- en procedureontwerp.

Artikel 29c

1 Het is verboden luchtvaartnavigatiediensten te verlenen zonder hiertoe te zijn aangewezen krachtens deze wet.

2. Onze Minister wijst een luchtvaartnavigatiedienstverlener aan die verantwoordelijk is voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten in de delen van het vluchtinformatiegebied Curaçao onderscheidenlijk het vluchtinformatiegebied San Juan dat zich dat zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire onderscheidenlijk Sint Eustatius en Saba bevindt, dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van de luchtvaartnavigatiedienstverlening heeft aanvaard.

3. Onze Minister wijst de gebieden aan waarbinnen en het luchtverkeer waaraan een aangewezen luchtvaartnavigatiedienstverlener op exclusieve basis luchtverkeersdiensten verleent.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop luchtvaartnavigatiediensten worden verleend.

5. Dit artikel is niet van toepassing op meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie.

6. Luchtvaartinlichtingendiensten en communicatie-, navigatie en plaatsbepalingsdiensten vallen eveneens onder het bereik van de eisen die gesteld worden aan de verlener van luchtverkeersdiensten indien:

a. deze diensten onder het gezag van de luchtverkeersdienstverlener vallen; of

b. deze diensten geheel of gedeeltelijk door een andere entiteit dan de luchtverkeersdienstverlener worden geleverd, en

1°. De daarmee verband houdende diensten onder de bevoegdheid van de luchtverkeersdienstverlener vallen, of

2°. De aspecten van de diensten met directe operationele implicaties onder de bevoegdheid van de luchtverkeersdienstverlener vallen.

Artikel 29d

1. Het is verboden luchtvaartnavigatiediensten te verlenen zonder te beschikken over een daartoe bestemd certificaat, afgegeven door:

a. Onze Minister; of

b. de bevoegde autoriteit van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten of een ander land, op voorwaarde dat dit certificaat is erkend door Onze Minister.

2. Ter verkrijging van het certificaat bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of van de erkenning bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, dient de betreffende luchtvaartnavigatiedienstverlener hiertoe een aanvraag in bij Onze Minister.

3. Onze Minister kan aan een af te geven certificaat of een erkenning van een certificaat voorschriften en beperkingen verbinden.

4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de eisen die gesteld worden aan het certificaat en de erkenning van het certificaat bedoeld in het eerste lid.

5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de geldigheidsduur, aanvraag, verlening en verlenging van het certificaat of de erkenning van het certificaat.

6. Onze Minister neemt binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag voor het verlenen van een certificaat of een erkenning van een certificaat een besluit omtrent de afgifte daarvan.

7. Onze Minister kan naar aanleiding van bevindingen met betrekking tot de naleving van de eisen bedoeld in het vierde lid en de eisen bedoeld in artikel 29c, vierde lid, de luchtvaartnavigatiedienstverlener gelasten corrigerende maatregelen te nemen, houdende:

a. na te gaan welke oorzaken aan de basis liggen van de niet-naleving;

b. een corrigerend actieplan op te stellen en ter goedkeuring aan Onze Minister voor te leggen; en

c. aan te tonen dat het corrigerend actieplan naar behoren en binnen de termijn die door de luchtvaartnavigatiedienstverlener is voorgesteld en waarmee Onze Minister heeft ingestemd, is uitgevoerd.

8. Onze Minister kan een certificaat of een erkenning geheel of gedeeltelijk schorsen, indien een ernstig vermoeden rijst dat de houder van het certificaat of de erkenning:

a. niet voldoet aan de eisen bedoeld in het vierde lid;

b. niet voldoet aan de voorschriften of beperkingen, bedoeld in het derde lid;

c. corrigerende maatregelen als bedoeld in het zevende lid niet naar behoren heeft uitgevoerd; of

d. ter verkrijging van het certificaat of de erkenning onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt.

9. Onze Minister kan een certificaat of erkenning intrekken, indien:

a. de houder niet voldoet aan de eisen bedoeld in het vierde lid;

b. de houder niet voldoet aan de voorschriften of beperkingen, bedoeld in het derde lid; of

c. het certificaat of de erkenning gedurende ten minste drie maanden is geschorst.

10. Onze Minister kan een aanvraag als bedoeld in het tweede lid afwijzen in verband met het verstrekken van onvolledige, onjuiste of ontoereikende informatie door de luchtvaartnavigatiedienstverlener.

Artikel 29e

Een krachtens artikel 29c aangewezen luchtvaartnavigatieverlener is belast met één of meerdere van de volgende taken:

a. het verlenen van luchtverkeersdiensten;

b. het verlenen van communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten;

c. het verlenen van luchtvaartinlichtingendiensten, met inbegrip van het uitgeven van luchtvaartpublicaties en luchtvaartkaarten;

d. het verrichten van andere bij of krachtens deze wet opgedragen taken op het gebied van en verband houdende met de taken genoemd onder a tot en met c.

Artikel 29f

1. Onze Minister kan een luchtvaartnavigatiedienstverlener een aanwijzing geven verband houdende met een dringend veiligheidsprobleem.

2. Een luchtvaartnavigatiedienstverlener volgt de door Onze Minister gegeven aanwijzing bedoeld, in het eerste lid, op.

3. De in het eerste lid bedoelde aanwijzing, bevat ten minste de volgende informatie:

a. omschrijving van het veiligheidsprobleem,

b. omschrijving van het betreffende onderdeel,

c. vereiste acties, voorzien van motivering,

d. periode waarbinnen acties moeten worden ondernomen, en

e. datum waarop de aanwijzing in werking treedt.

Artikel 29g

1. Luchtverkeersdiensten worden verleend in het belang van de algemene luchtverkeersveiligheid en een veilig, ordelijk en vlot verloop van het luchtverkeer.

2. In bijzondere situaties kan Onze Minister delen van het luchtruim binnen de delen van het vluchtinformatiegebied Curaçao en het vluchtinformatiegebied San Juan dat zich boven het territoir van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt, dan wel die delen waarbinnen Onze Minister de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van de luchtverkeersdienstverlening heeft aanvaard, aanwijzen waarbinnen luchtverkeersdiensten worden verleend door een andere verlener van luchtverkeersdiensten dan de krachtens artikel 29c, tweede lid, aangewezen luchtverkeersdienstverlener.

E

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «40 of 43» vervangen door «40 en 43».

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. Handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens deze wet in de artikelen 29b en 29c vormt slechts een strafbaar feit voor zover dit in die regels uitdrukkelijk is bepaald.

F

Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «tweede en vijfde lid» vervangen door «derde en zesde lid».

2. In het tweede lid wordt na «eerste» ingevoegd « en tweede».

G

Artikel 62, eerste lid, vervalt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot eerste tot en met derde lid.

H

Aan hoofdstuk IX, Afdeling 3, worden de volgende artikelen toegevoegd:

Artikel 65a

1. Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet, met uitzondering van hoofdstuk IV, Afdeling 2.

2. Afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 65b

1. Ingeval van overtreding van artikel 29d, eerste lid, van deze wet kan Onze Minister aan de overtreder een boete opleggen van ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 27, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht BES.

2. Titel 5.4 van Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op het opleggen van de bestuurlijke boete, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 65c

Onze Minister kan de daartoe aangewezen ambtenaren belasten met het verlenen van bijstand aan de nationale toezichthoudende autoriteit van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten op het gebied van en verband houdende met het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten.

ARTIKEL II (OVERGANGSRECHT)

Het verbod bedoeld in artikel 29d, eerste lid, voor een luchtvaartnavigatiedienstverlener als bedoeld in artikel 29c, tweede lid, is van toepassing vanaf twee jaar na de datum waarop deze wet in werking treedt.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,